Een lied van 1952 dat Bobbejaan Schoepen bekendheid bracht. Een lied gezongen door vele Vlaamse zangers zoals Wannes Van De Velde, Louis Neefs en nog vele anderen hebben het op hun repertoire staan: Zie ik de lichtjes van de Schelde. Maar deze morgen hoorde ik een wondermooie versie van 'Daan'. Dat nadat ik al "Hijo de la Luna" (zoon van de maan) van de Spaanse groep 'Mecano' had gehoord. Op deuntjesvlak heb ik twee schone liedjes beluisterd, vooraleer weer alles stil te maken in huis. Het is een luxe dat schrijven niet meer met potlood, bic of pen gebeurd, maar met een aanslagvriendelijk toetsenbord van de pc. Wat een verschil met de middeleeuwen toen er geen fouten mochten gemaakt worden op het perkament, beschreven met een ganzenveer, of toen ik nog klein was met lei en griffel die altijd brak als ik te hard duwde. Ik ben dus een verwend schepsel, product van mijn tijd. Ik schrijf dat omdat mijn ogen nog in slaapmodus zijn en mijn handen ook. Het is te zeggen, een lui linkerhand want ik ben nog één van die zeldzame exemplaren linkshandigen. Een erfenis van de tak van mijn vader. Maar die erfelijke trekjes is toch wel speciaal. Bij ieder nieuw wezentje kijkt men uit wiens kleur van haar en ogen ze hebben, de nageltjes zijn het grote of kleine nagelbedjes, ja dan nee een putje in de kin. Nog duizend en één andere dingen waar men naar uitkijkt, wat de erfenis is van vader, moeder of een verre voorouder. Wat later komt de nieuwsgierigheid of het wezentje slim of gewoon is, mooi of wat anders, groot of klein blijft. Zo komt dan ook het moment dat men vaststelt of ze links- dan rechtshandig zijn. Mijn drie kinderen zijn links, de 9 kleinkinderen allemaal rechtshandig. Simpel gezegd, rechtshandig is dominant in mijn erfelijkheidsleer. Mijn kinderen hadden allemaal blauwe ogen en nu heeft de helft bruine ogen. Asblond haar is ook op de retour, het is nu meestal donkerbruin en zeer blond. Ik heb een 'vel' dat de zon moet mijden en nu is de helft met een huid dat de zon welwillend is. Ik heb een grote familie, 15 stuks, met veel gemeenschappelijke trekjes en toch is ieder exemplaar op zich, uniek. Zo moet het ook, diversiteit in de mensen, geen klonen.
De uitslag van de 'hoopjes' telling van dit weekend. Een 4646 mensen hebben gereageerd en samen hebben ze 50.250 molshopen geteld. De meeste, dat hoeft niemand te verbazen, in de provincie Antwerpen, de minste in Limburg. Heel speciaal vond ik de vermelding, precies met een zekere verbazing genoteerd, waar die molshopen te vinden zijn: in weilanden, tuinen, boomgaarden, bossen. Volgens mij hebben die beestjes nooit ergens anders geleefd dan op die plaatsen. Ik heb ze nog nooit in mijn huis gevonden om de cement van mijn huis om te woelen, laat staan de vloer. Gelukkig maar. Enfin, iedereen kan nog altijd laten weten waar 'de mol' zich bevindt op 'waarnemingen.be'.
|