Het was gisteren stille zondag. Buiten een klapke met mezelf en enkele woorden tegen de hond, was het zeer rustig in mijn huis. Ik wilde de concentratie, die Nina Derwael nodig had voor haar oefening op de brug met ongelijke leggers, niet verstoren. Dat heeft geholpen want ze kreeg meer dan 15,200 punten en een verdiende gouden plak. Zo'n prestatie maakt een ganse natie fier en tevreden. Maar ik heb hier mijn eigen gouden olympiër. Mijn hond maakt ongeloofelijke en indrukwekkende salto's, du jamais vu op de Spelen. Dat alleen maar om mijn goedkeuring te hebben en een bal te pakken in zijn muil. Vanmorgen was er toch nog iets anders dat me blij maakte. Ik zag voor de eerste keer sinds ik hier woon, en dat is toch al meer dan 12 jaar, een klaproos in mijn tuin. Een papaver, al eeuwenlang en in vele culturen een symbool voor 'slaap', 'vrede' en 'dood'. Nu is de klaproos geassocieerd met de Eerste Wereldoorlog. Vooral door het oorlogsgedicht, "In Flanders Fields" geschreven op 3/05/1915 door soldaat-dokter John McCrae (1872-1918). De zo bezongen poppies uit de Eerste Wereldoorlog, die bij herdenkingen kwistig in de Menenpoort naar beneden dwarrelen, zijn dit jaar overvloedig aanwezig in de velden en bermen. Een mooie wilde bloem, met een warme kleur en nu te bewonderen in mijn tuin. Ik doe ze niet weg, ze mag zich vermenigvuldigen tussen de grassprieten, zodat ik volgend jaar meer dan één rode klaproos in mijn tuin vind.
Ik ben gisteren geen roddeltante geweest, een commère zoals ze zeggen. Als je niks zegt kan je dat ook niet zijn natuurlijk. Maar een goeie roddel, al dan niet over corona waar het vandaan komt of de goede en slechte vaccins, of de heropflakkering van de pandemie, de hitte, de neerslag, de branden, een mens heeft tegenwoordig genoeg items om er een boom over te kunnen opzetten. Waarheid of nep nieuws, we kunnen ons gedacht kwijt en mogen zelfs luidop kritiek geven op alles en iedereen. Dat is toch wel een beetje anders dan de Wit-Russische gymnaste die politiek asiel moest vragen omwille van luidop geuitte kritiek op het beleid van de coach tijdens de O.S. in Tokio. Het is toch wel erg dat een jonge vrouw, die een onrecht aankaart, gestraft wordt. Ver weg moet blijven van haar familie en vaderland. Dat zijn dictaturen die we hier gelukkig niet meemaken en hopelijk nooit daarmee in contact moeten komen. Viva de gossip, de bavarde, het viswijf, de gazette, het parochieblad, de kletskous. Aan het einde van dergelijke babbel volgt meestal de zin: en......het was gezellig om eens bij te praten, niet?
|