Het was moeilijk uit bed te komen, deze morgen. Maar allez, de zon scheen en de poetshulp kwam. Er was geen reden, om niet uit bed te stappen. Alle daken zagen wit en mijn grasperkje ook. De hond maakte geen aanstalten om in dat bevroren gras te springen, we dus waren beiden vlug binnen. Deze namiddag ben ik boodschappen gaan doen. Ik dacht dat het vrij rustig zou zijn op een donderdagnamiddag, maar dat was verkeerd gedacht. Nochtans was deze laatste namiddag van de herfst in duistere nevelen en mist gehuld. Misschien dat daarom al die oudere koppeltjes boodschappen gingen doen, hun koffietje drinken en van de proevertjes proeven. Langs alle rekken en gangen eens lopen en op die manier zichzelf van een heuse lekkere kosteloze uitstap voorzagen. Veel karren waren gevuld met slechts 1 item. Ik heb mijn voorraad wel aangevuld en ook voor de hond zijn eten meegebracht. We kunnen op onze beide oren slapen, we zullen niet van honger omkomen. want het spreekwoord zegt: als't vriest in november, sneeuwt't in december. Daar zal wel eens een stukje waarheid in kunnen zitten en dan is buiten komen een gevaarlijke bezigheid. Ik ben al eens gevallen op een spekgladde ondergrond, geen tweede keer in mijn leven. De herfst heeft gedaan wat hij normaliter doet, regenen, wind, storm die alle bladjes van de bomen blazen. Nu is het wachten wat de winter ons zal brengen. En ondertussen heb ik gezien dat Jonathan Swift (1667-1745) een prozaschrijver, dichter, satiricus en pamfletist (een beroep dat toen nog bestond) een paar mooie citaten heeft waar ik het volkomen mee eens ben. "Oorlog, dat gekke spel, dat de wereld zo graag speelt". Niks nieuws onder de zon, nietwaar? "De beste dokters ter wereld zijn Dr Dieet, Dr Rustig en Dr Vrolijk" Mijn dieet is vandaag 'tompouce' en een kiwi. Je kan toch moeilijk zeggen dat dit ongezond is: fruit en een pudding tussen koekjes. Met de volgende zin zullen de senioren hem ook gelijk geven, "iedereen wil lang leven, maar niemand wil oud zijn". Als laatste is er een waarheid als een koe voor mij: "als ik een boek lees, of dat het nu een wijs of dwaas boek is, is het net alsof het leeft en tegen me praat". Nu is het tijd voor mijn versnaperingen. Tot morgen
|