Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
13-03-2010
Overweging van de dag
Overweging van de dag
Vandaag lezen we uit
het evangelie volgens Lucas,
18de hoofdstuk, verzen 9 tot 14
Met het oog op sommigen
die zichzelf
rechtvaardig vinden en anderen minachten,
vertelde Jezus de
volgende gelijkenis.
Twee mensen gingen
naar de tempel om te bidden,
de een was een
Farizeeër en de ander een tollenaar.
De Farizeeër stond
daar rechtop en bad bij zichzelf:
God, ik dank U dat
ik niet ben als de andere mensen,
die roofzuchtig of
onrechtvaardig of overspelig zijn,
en dat ik ook niet ben
als die tollenaar.
Ik vast tweemaal per
week
en draag een tiende
van al mijn inkomsten af.
De tollenaar echter
bleef op een afstand staan
en durfde niet eens
zijn blik naar de hemel te richten.
In plaats daarvan
sloeg hij zich op de borst en zei:
God, wees mij
zondaar genadig.
Ik zeg jullie,
hij ging naar huis
als iemand
die rechtvaardig is
in de ogen van God,
maar die ander niet.
Want wie zichzelf
verhoogt zal vernederd worden,
maar wie zichzelf
vernedert zal verhoogd worden.
---
Onze manier van bidden zegt veel over onze persoon: twee mensen gaan naar
de tempel, maar alleen de tollenaar is nederig genoeg om God te ontmoeten, de
andere is hooghartig. Hun gebed toont hoezeer
zij verschillen.
Onze sympathie is voor de tollenaar: Zo zijn ook wij, denken we, zo
nederig, zo bescheiden, en we zien onze hoogmoed niet: Ik ben toch niet zoals
die anderen!. Toch zijn we dikwijls de Farizeeër en, soms, op onze beste
dagen, wel eens de tollenaar.
De Farizeeër wil vooral beter zijn dan de anderen. Zelfs in zijn gebed ziet
hij alleen zichzelf, en streelt hij zijn eigenliefde, vol minachting voor alle
anderen, die zwakkelingen, die zoveel slechter zijn. Het is een dubieus gebed!
De tollenaar bidt heel anders: God, wees mij, zondaar, genadig! Wie oprecht
bidt, vergelijkt zich niet met anderen, maar wil bij God zijn, en dan word je
vanzelf bescheiden. Tegelijk word je dankbaar omdat God zo genadig is, en je
wordt mild voor de anderen, kleine mensen, zoals je zelf klein bent. Voor God,
die het volle Leven, de volle Vreugde belooft en geeft, sta je vol dank. Dat
besef van de gave van het leven maakt bescheiden over eigen kunnen en stemt je
ook mild tegenover andermans zwakheden.
Wie oprecht bidt erkent zijn eigen onmacht, niet om zich te wentelen in een
ziekelijk schuldcomplex, maar in de hoop dat zijn vriendschap met God de kracht
geeft om zijn leven te vernieuwen. Hoogmoed maakt eenzaam. Bescheidenheid
schept eenheid, met God en met de mensen. Dat neemt onze eigenwaarde niet weg,
maar we worden echtere mensen!
Je kan ook niet oprecht bidden als je niet echt menselijk leeft, als je
hard en minachtend staat tegenover anderen in plaats van liefdevol en genegen
voor hen te zorgen. En evenzeer, om echt menselijk te leven is het goed om
regelmatig te bidden, om regelmatig voor God te gaan staan, dankbaar voor het
Leven, dat je dag aan dag uit zijn hand ontvangt.
Een Schriftgeleerde
legde Jezus de volgende vraag voor:
'Wat is van alle
geboden het belangrijkste gebod?'
Jezus antwoordde:
Het voornaamste is:
Luister, Israël! De
Heer, onze God, is de enige Heer;
heb de Heer, uw God,
lief met heel uw hart en met heel uw ziel
en met heel uw
verstand en met heel uw kracht.
Het op een na
belangrijkste is dit:
Heb uw naaste lief
als uzelf.
Er zijn geen geboden
belangrijker dan deze.'
De Schriftgeleerde
zei tegen Hem:
'Inderdaad, meester,
wat U zegt is waar:
Hij alleen is God en
er is geen andere God dan Hij,
en Hem liefhebben met
heel ons hart
en met heel ons
inzicht en met heel onze kracht,
en onze naaste liefhebben
als onszelf
betekent veel meer
dan alle brandoffers en andere offers.'
---
Alweer bekende woorden. Zo vaak
gehoord, zo dikwijls al gezegd. Jezus vraagt een grondhouding, een diepe keuze
van ons hart, die ons dagelijkse leven richting geeft. Zo geeft Hij ons het
fundament van elke wet. Door te wijzen op het ENE gebod van de Liefde verschilt
Hij wezenlijk van de oude Joodse wet met zijn talloze geboden en verboden, en
ook van de hedendaagse praktijk in wet en recht. Juristen kunnen vitten over
punten, kommas en procedures. Soms gaat het om haarklieverijen die de grond
van de zaak wegmoffelen. Recht en wet dienen niet altijd de gerechtigheid, laat
staan goedheid en liefde, maar soms alleen eigen voordeel en gelijk.
Hoe anders is Jezus in zijn
rechtlijnigheid. Eén grondhouding van het hart, één gebod, één wet: de liefde.
Een liefde, die tegelijk op God gericht is en op de evenmens, belangeloos en
zelfvergeten. Dat is niet wereldvreemd of bovenmenselijk: God vraagt van ons
geen onmogelijke dingen. Godsdienst is geen soort van topsport om de eerste, de
grootste of de snelste te zijn in de liefde. Hij is zeer menselijk in zijn
vraag: dat wij, naar eigen best vermogen, proberen liefdevol te leven.
Zo laat Hij een grote vrijheid
aan ons eigen eerlijk oordeel, aan ons eigen geweten. Hij vraagt van ons dat
wij, in elke concrete situatie, zelf op een eerlijke manier uitmaken wat goed
en liefdevol is. De richtlijn is allesomvattend; zij geldt altijd en overal.
Maar de toepassing kan erg verschillen, omdat onze levens zo verschillend
kunnen zijn, van mens tot mens, van dag tot dag. Aan ons om in te zien wat hier
en nu goed en liefdevol is. Dit is geen alibi voor egoïsme; integendeel het
vraagt van ons dat wij in ons gewone leven vindingrijk zouden zijn, begaan met
de vraag: wat zou Jezus doen, hier en nu?
Vriendschap heeft geen geleerde volzinnen nodig
of schijngezichten of listige streken,
vriendschap geeft geen overbodige eerbetuigingen,
vriendschap trekt geen scheef gezicht.
Vriendschap volgt de weg van de natuur,
vriendschap schuwt de vleierij,
vriendschap onderscheidt waarheid van fictie en
spreekt de taal van het hart.
Vriendschap stelt geen eisen,
vriendschap minacht een klein geloof.
Het vervult zijn opdracht
bij woord en bij daad.
Vriendschap moedigt de zwakken en vermoeiden aan.
Het maakt hen die verlegen zijn sterk.
Het voorkomt fouten en verlicht de somberheid,
het effent ons levenspad.
Vriendschap, pure, onbaatzuchtige vriendschap,
gedurende onze ganse levensloop,
voedt, sterkt, verbreedt en verlengt
de relatie van mens tot mens.