Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
09-02-2020
ZONDAG 9 FEBRUARI
5de ZONDAG A – 9 FEBRUARI 2020
‘LÉÉF … MAAR LEEF EERLIJK EN ÉCHT’
Na zes weken is de sfeer van Kerstmis helemaal verdwenen en Pasen lijkt nog heel ver weg. In deze lange tussentijd worden we, week na week, opgeroepen om niet in te dommelen, maar om te blijven getuigen van de Blijde Boodschap van het Rijk van God, de Blijde Boodschap, die Jezus ons gegeven heeft.
Het is onze roeping om geen lauwe christenen zijn, maar christenen die hun geloof tonen, in woord en leven. Christenen, die leven in het spoor van Jezus, als zout, dat smaak geeft en bewaart, en als licht voor de wereld.
Als u het juk uit uw midden verwijdert,
geen vinger bedreigend meer uitsteekt
en geen valse aanklachten indient;
de onderdrukte met voedsel verzadigt,
dan zal uw licht in de duisternis opgaan,
uw nacht als de heldere middag zijn.
(Jesaja 58,9-10)
Jullie zijn het zout van de aarde …
Jullie zijn het licht van de wereld …
Laat zo jullie licht schijnen voor de mensen.
(Matteüs 5,13.14.16)
ÉCHTE MENSEN …
‘Gij zijt het zout der aarde, Gij zijt het licht van de wereld.’
Een formidabel compliment! Men zou veronderstellen dat Jezus zich richt tot de belangrijkste mensen van het land, tot de wetgeleerden die de mensen de juiste levenshouding voorhouden, of tot de Farizeeërs die van deze leefwijze het voorbeeld geven. Het is een compliment dat helemaal zou passen in de hoge kringen van Jeruzalem. Maar, en dit is de goddelijke verrassing van het evangelie, nu is dat compliment gericht tot de doodgewone mensen van Galilea : de vissers en de boeren, de werklozen en de armen, de ongeletterden en de zondaars.
Wat hebben die mensen toch dat Jezus zegt : Gij zijt het zout der aarde en het licht van de wereld.
Als je ooit van iemand hoort zeggen : ‘Dat is tenminste ne mens.’ Dan weet je wat Jezus bedoelt als hij zegt : ‘Gij zijt het zout der aarde en het licht van de wereld.
Als ze zeggen : ‘dat is ne mens.’… Dan gaat het over iemand die zichzelf niet gevangen zet in zijn positie, die zich niet moet verdedigen om zich iemand te voelen, die zichzelf niet moet bewijzen. Maar iemand die is zoals hij is. Dat is de kostbare eigenschap van heel gewone mensen. En die mogen wij ons niet laten afnemen.
Het gevaar bestaat. Als ge u gaat spiegelen aan de leeftrant van de zogezegde groten, van de televisiefiguren. Als bezorgd zijt om toch maar mee te zijn, om ‘in’ te zijn met de laatste trend als je gaat dansen naar de pijpen van de zogezegd moderne tijd, als je belangrijk gaat vinden wat de reclame voor u belangrijk vindt. Dan is er onmerkbaar een proces bezig dat u zal ontzouten, waardoor gij op den duur uzelf niet meer zijt.
Zout behoedt ons organisme voor uitdroging. Mensen die zout genoemd worden zijn geen droogstoppels.
Zout zijn is smaak geven aan het leven, zodanig dat mensen graag bij u zijn, dat uw kinderen en kleinkinderen graag bij u zijn.
Licht van de wereld! Laat je niet leven maar leef van binnenuit. Laat je beschijnen door God die u uw eigen vrijheid laat ontdekken, u een bestemming geeft en ten gepasten tijde tegen u zal zeggen : gij zijt het zout der aarde en het licht van de wereld.
Kinderen gaan eigen wegen, zoals ook Jezus deed. Het helpt niet altijd om ze weer mee naar huis te nemen. Maar daarom hoef je ze niet los te laten.
Als ik aan het gezin van Jezus denk, komen er eerst nogal kerstachtige beelden in mijn hoofd. Twee ouders bij een kribje. Een echtpaar onderweg, mama met baby op een ezel en papa ernaast. En later als Jezus al twaalf is, staan ze met open mond te kijken als ze hem in de tempel bezig horen tegen de schriftgeleerden. Dan volgt een grote tijdssprong naar Maria onder het kruis en bij de apostelen met Pinksteren.
Maar in Marcus 3 staat nog een anekdote, die we vaak een beetje negeren of wegduwen wegens te ongemakkelijk.
Jezus is nog niet zo lang geleden begonnen met rondtrekken en vertellen aan grote groepen mensen. Hij doet zijn eerste genezingen. Hij heeft veel succes: binnen de kortste keren stromen er massa’s mensen toe die hem willen horen en zien.
Maar zijn familie is niet onder de indruk. Integendeel, ze begrijpen niet wat er in hun Jezus is gevaren. Misschien was hij altijd al wat vreemd, maar nu gaat hij in hun ogen toch echt te ver.
Zo’n beetje de profeet uithangen, hoe krijgt hij het bedacht?
Ze willen hem naar huis halen voordat hij nog meer schade aanricht. Want hij denkt niet aan gevaar, en je kunt op je vingers natellen dat de grote bazen niet blij zullen worden van al die ophef.
‘Ze dachten dat hij zijn verstand had verloren’, staat er letterlijk. Voor ouders en broers en zussen is het moeilijk om te zien dat iemand andere wegen opgaat. Ze besluiten om hem op te halen en veilig mee naar huis te nemen. Een poosje rust in hun eigen dorpje, daar zal hij beslist van opknappen en dan zullen die rare gedachten wel uit zijn hoofd verdwijnen.
Ze kunnen er niet bij dat hij echt meer dan bijzonder is, dat zijn leven betekenis heeft voor zoveel mensen toen en nu.
Uit hun houding spreekt zorg voor Jezus, maar tegelijk voor hun eigen gezin. Een excentriekeling in de familie is nooit goed. Daar moet je paal en perk aan stellen.
Wat er precies gebeurd is toen, of ze elkaar nog gesproken hebben, wat er gezegd is, weten we allemaal niet. Feit is dat Jezus niet meegaat met zijn moeder en zijn broers. Zij moeten met lege handen weer naar Nazaret.
Jezus is vastberaden om verder te gaan op de weg die hij is ingeslagen.
Hij houdt zich vast aan God.
Zijn familie druipt af. Ze zijn het niet met hem eens. Ze begrijpen niet waar hij mee bezig is. Maar ze geven hem niet op. Als het later echt fout loopt, zijn ze er weer. Want ook dat is familie: je laat elkaar niet los, wat er ook gebeurt.
Lichtmis is een gezinsfeest. De kleine kinderen komen mee naar de kerk. We eten samen pannenkoeken. We weten niet wat er ons nog allemaal boven het hoofd hangt. Soms zullen we denken dat iemand zijn verstand verloren heeft en willen we hem weer mee naar huis nemen, ook als dat niet meer kan. Met wisselend succes houden we ons vast aan God. En samen komen we er wel uit, altijd.