Dinsdag 1 februari. Pintadas stond er op de agenda. Deelname aan de pedagogische studiedag voor alle leerkrachten van het stadje. Bijna dag op dag een herhaling van vorig jaar (een verslag hiervan is beschikbaar op datum van 4 februari 2010).
De grote zomervakantie valt in Brazilië in december en januari, hoogzomer is het hier dan. De eerste volledige week van februari gaan de scholen weer open. In principe althans, want de praktijk kan hiervan wel eens afwijken. Maar Pintadas is een van de best georganiseerde stadjes hier en houdt zich aan deze regel. Bovendien zijn er in de week voordien drie vormingsdagen voor alle personeelsleden van het onderwijs in de verschillende scholen. Escola e comunidade is het centrale thema van de driedaagse: de rol van de school in de plaatselijke gemeenschap. Frans en Lene zijn uitgenodigd op de eerste dag, en ik mag meegaan. Het wordt een boeiende ervaring.
De hoofdbrok van de voormiddag is gewijd aan een voorstelling van dit centrale thema, met drie verschillende sprekers, elk vanuit hun eigen invalshoek.
De eerste spreker is Prof. Dra Lucia Marisy, hoogleraar aan de universiteit van de Vale São Francisco. Op een eerder theoretische wijze geeft zij haar visie op het belang van het onderwijs voor de gemeenschap. Zij vertrekt hierbij overwegend vanuit de school zelf. Twee grote gedachten blijven mij bij. In de eerste plaats dient de leerkracht er permanent op bedacht te zijn dat hij zij niet zomaar les geeft je zou kunnen zeggen: niet zomaar een voorgekauwd pakket kennis overdraagt maar daadwerkelijk les maakt, of de kennis heel concreet laat groeien vanuit de leerlingen. Daarnaast moet de leerkracht zijnhaar hele loopbaan lang blijven openstaan voor veranderingen, zowel in de keninhoud als in de lokale gemeenschap.
Tijdens het sobere middagmaal krijg ik de gelegenheid om deze geleerde dame ietwat beter te leren kennen. Aan tafel komt zij goeie dag zeggen ik zal er wellicht niet uitgezien hebben als een leraar van een school in Pintadas en een beleefd gedagje wordt algauw een leerrijk gesprek. Zij studeerde sociale wetenschappen aan de universiteit van Pernambuco tijdens de militaire dictatuur (1964-1985) in Brazilië. Je zou het enigszins kunnen vergelijken met de studenten in Europa tijdens de woelige zestigerjaren en het hoogtepunt daarvan, mei 68. Ongeveer zestig jaar nu, staat zij op een zeer gedreven wijze achter de ideeën en idealen van de PT of Arbeiderspartij. Zowel voor de vorige president Lula als voor de nieuwe presidente Dilma heeft zij actief propaganda gevoerd. Bovendien blijft zij zeer kritisch tegenover de partij, omwille van de resultaten, die totnogtoe zeer beperkt bleven. Wanneer ik voorzichtig als mijn persoonlijke mening zeg: Van de landen, die ik een beetje ken, lijkt Brazilië mij nog het meest getekend door het liberalisme, doorbreekt zij die voorzichtigheid en verdedigt een sociale vooruitgang met grote aandacht voor een VEEL betere verdeling van gronden en inkomsten. Vooralsnog kon de rijke klasse een landhervorming tegenhouden en ook Lula is er niet in geslaagd om die te realiseren, ondanks beloften en verwachtingen.
De tweede spreker is Zuster Velzi. Jarenlang heeft zij samengewerkt met Neusa, ook van de PT en twee ambtstermijnen burgemeesteres van Pintadas. Nu zetelt Neusa voor de PT in de Kamer van de staat Bahia. Soms wordt wel eens gezegd: wat Pintadas nu is, hebben we te danken aan Velzi. Zij spreekt dus niet vanuit de school, maar vanuit de lokale gemeenschap. Haar betoog begint met een verhaal, want, zegt ze: verhalen kunnen soms beter een werkelijkheid oproepen dan een puur theoretische benadering.
In de schuur van een boerderij leefde eens een rat, rusig en tevree. Maar op een dag ziet die rat de boer en de boerin het erf opkomen met een pakje, en in dat pakje zit een rattenklem, die meteen wordt opgesteld. Met een bang hartje gaat de rat naar het neerhof om de andere dieren te waarschuwen: wij zijn hier toch allemaal samen en we leven hier ook goed samen, rustig, vredig, maar nu heeft de boer opeens een rattenklem gekocht. Het is gedaan met die rust en met die vree. Wat moeten we nu beginnen?
De kip is de eerste om haar mening te geven: sorry, meneer de rat, maar een rattenklem, dat is uw zaak en uw zorg, neem me niet kwalijk, maar daar heb ik geen uitstaans mee. Zie maar zelf hoe je dat opgelost krijgt en val me liever niet lastig.
Een beetje teleurgesteld, ging de rat wat verder naar het varken toe, en zei weer: er staat een rattenklem! Er staat een rattenklem. Waarop het varken zei: sorry, meneer de rat, maar ik kan niets voor u doen, tenzij bidden. Wees dus maar gerust: ik zal aan u denken in mijn gebeden.
Nog meer aangedaan gaat de rat nu naar de koe, en roept nu in paniek: een rattenklem, er staat een rattenklem! Maar zonder op te kijken, zegt de koe: wat staat er? Een rattenklem? Betekent dat gevaar voor mij? Laat me niet lachen. Ik denk van niet.
Totaal otmoedigd ging de rat terug naar de schuur om nog eens naar de rattenklem te kijken. Dan gaat ze slapen, maar s nachts hoort ze een vreemd geluid: het is de rattenklem, die dichtslaat om haar slachtoffer te vangen.
De boerin had dat ook gehoord en komt meteen kijken om te zien wat ze gevangen heeft. Maar in het donker ziet zij niet dat de klem een gifslang beet heeft bij de staart, en de slang bijt de vrouw. Omdat zijn vrouw zolang wegblijft, komt ook de boer kijken, en die vindt zijn vrouw daar. Met hoge koorts laat hij haar onmiddellijk naar het ziekenhuis brengen, maar het mag niet baten. Zij wordt terug naar huis gebracht, nog steeds met hoge koorts.
Nu weet iedereen, dat er tegen koorts niets beter is dan een goeie kippenbouillon. De boer neemt dus zijn kapmes, en vindt op zijn erf het belangrijkste bestanddeel voor de bouillon. Maar de vrouw geneest niet, integendeel het wordt nog erger, en zo komen de buren op ziekenbezoek en om die allemaal wat eten te kunnen aanbieden, wordt nu het varken geslacht. Ook dan wordt de vrouw niet beter en een tijd later overlijdt zij. Een massa volk komt naar de begrafenis, en dan moet ook de koe eraan geloven.
DE VOLGENDE KEER DAT JE HOORT DAT IEMAND EEN PROBLEEM HEEFT, DENK DAN NIET DAT HET JE NIET AANGAAT, MAAR DENK ER DAN AAN: ALS ER EEN RATTENKLEM IN HUIS IS, IS HET HELE NEERHOF IN GEVAAR. HET PROBLEEM VAN DE ENE IS EEN PROBLEEM VAN ALLEN.
Nadien wijst zuster Velzi er ook op dat de school niet alleen kennis maar ook waarden moet bijbrengen, en dat zij niet alleen het verstand maar de hele mens, dus ook het hart moet aanspreken.
Om dat allemaal bij te brengen, maakt Velzi bij herhaling gebruik van samenzang, en zij slaagt er zowaar in om een sceptisch publiek van leerkrachten tot samenzang te brengen.
De derde spreekster is Nereide Segala, die aan het hoofd staat van één van de afdelingen van Rede Pintadas, het netwerk dat de verschillende activiteiten in de gemeenschap van Pintadas coördineert.
Na de middag wordt er in 5 groepen gewerkt. Lene begeleidt één van deze groepen, rond het thema van de aandacht, die de school moet hebben voor personen met een handicap. Daarbij zijn er twee klemtonen die beklijven. Eerst een diavoorstelling of powerpoint rond het gebed: LEREN BIDDEN is de titel van dit eerste, kortste deelje. In de tweede plaats, en grondig uitgewerkt, volgt er een voorstelling van de huidige Braziliaanse wetgeving over de integratie van gehandicapte kinderen in het onderwijs en in de samenleving enerzijds, en de feitelijke toepassing van deze wetgeving anderzijds. Daaruit blijkt dat de wetgeving, ook al kan zij mooi klinken, doorgaans dode letter blijft en dat de realiteit helemaal niet beantwoordt aan de mooie en hoge doelstellingen, die in de wet vervat liggen.
De aanwezigen zijn onder de indruk als zij horen hoe weinig er in de praktijk wordt waargemaakt van die mooie woorden en beloften van de wetgeving. Een overvloed van cijfergegevens en statistisch materiaal dat Frans en zij hadden opgezocht, bewijst de grondige, wetenschappelijke ernst van haar betoog. Tussendoor geeft Frans enkele concrete anekdotes over de feitelijke situatie in Mundo Novo. Een voorbeeld hier. In december 2009 organiseerde en betaalde de sociale dienst van de gemeente een vierdaagse uitstap voor bejaarden naar Salvador. AAN DEZE UITSTAP NAMEN 15 BEJAARDEN DEEL. ZIJ WERDEN BEGELEID DOOR 80 PERSONEN. KOSTPRIJS: 28.000 REAIS, OF MEER DAN 10.000 EURO. GEEN ENKELE GEHANDICAPTE MAAKTE DEEL UIT VAN DE GROEP.
Deze werkgroep werd afgerond met enkele belangrijke besluiten: PODES zal, in overleg en samenwerking met de gemeente Pintadas een centrum bouwen voor de opvang en begeleiding van personen met een handicap, in de eerste plaats voor doven en kinderen met het syndroom van Down. Daarnaast is het belangrijk dat de leerkracht er permanent op bedacht is om zo vlug mogelijk een eventuele handicap bij kinderen te onderkennen.
(P.S. De tekst van het gebed en de meest treffende punten uit de voordracht van Lene kan je hier eerstdaags lezen. Over de doelstellingen en de werking van PODES werd vorig jaar al geschreven op 31 januari en 1 februari)
Weer in de auto gestapt dus, nadat we de engel bedankt hadden, en de weg toch maar verder gezet, naar Macajuba langs de zandweg. Aanvankelijk ook, zoals gezegd, wat minder vrolijk fluitend. Maar de vrolijkheid kwam dra terug, niet in het minst omwille van het binnenpretje, dat ik niet zelf voor deze uitstap en deze situatie gezorgd had. En een beetje dieper dan: nu veel meer dan anders was er ruim de tijd om de unieke pracht van dit binnenland te bewonderen. Want de pista bleef doorploegd met diepe groeven en greppels, waarlangs het regenwater zich een bedding had uitgegraven ... en overdreven snelheid was uitgesloten. Dus kijken en genieten.
Dikwijls kronkelen deze pistas ook dwars door weiden van deze gelukkige fazendas op mensenmaat, die woonst en leven bieden aan een grootfamilie. Hierdoor rijd je regelmatig tussen koeien, paarden en af en toe een ezeltje ook. Maar deze weiden en dit vee behoren aan verschillende fazendas, en moeten dus op het juiste terrein van de echte eigenaar blijven. De pista echter slingert veel verder en wijder dan één weide, en dus moet je voortdurend van de ene weide in de andere, terwijl het vee dat net niet mag.
Twee oplossingen hebben ze ervoor bedacht. Veelal is er een hek van een bijzonder maaksel dat de verschillende terreinen van elkaar scheidt, een cancela (zeg gewoon: kanseila) of poort. Voor de passagier of co-piloot is dit de minst leuke oplossing, want die moet dan uitstappen en het hek open doen, terwijl de piloot zelf de auto voorbij de afsluiting loodst, en dan de co-piloot weer oppikt. Het bijzondere van het maaksel bestaat hierin dat deze cancelas vanzelf weer sluiten, niet door een of andere moderne technologie, maar door een vernuftig gebruik van de wet van de zwaartekracht, die de bedenkers van het systeem allicht nooit op school geleerd hebben maar door en door kennen en benutten. De cancelas zijn steeds zo gemaakt, dat je ze bij het openen omhoog of bergop moet duwen, maar dichtvallen doen ze vanzelf. Dankjewel, Isaac Newton met de appel op je hoofd, of veel beter: graças a Deus, Gode zij dank!
Het tweede systeem zijn de mata-buros. Een Nederlands woord ken ik hiervoor niet, maar als je het letterlijk vertaalt, betekent het zoveel als ezelsdoders. Waar één weide overgaat in een andere is een put gegraven, dwars over de weg over een afstand van twee, drie meters, en daarboven werden dan houten balken of soms metalen staven gelegd, zodat de auto er veilig over kan, maar het vee dat niet aandurft of aankan, door het gevaar om in de put terecht te komen.
Een makkelijke weg om langs de pista naar Macajuba te rijden. Het bleken er veel méér te zijn; het was dan ook niet simpelweg één zandweg almaar blijven volgen. Voortdurend een tweesprong, wikken en wegen en gokken, en allicht ook hier wel eens fout gegokt, zonder het ooit te merken, daarom ook meer dan eens de weg moeten vragen. Zo was er die keer dat we twee jongens langs de pista zagen, ze waren duidelijk van daar, van de streek. En wij dus denken, die gaan het zeker weten. Een beetje argwanend maar toch wel vriendelijk gaven ze antwoord, toen ik vroeg: waar loopt die pista heen? Naar het huis van Nê! En dan ik weer: En voorbij het huis van Nê, gaat het dan verder naar Macajuba? Ze keken eens naar elkaar, en dan weer naar mij, en ze dachten van wel. Maar ik had mijn twijfels of ze wel ooit van Macajuba gehoord hadden, en ik voelde ze denken: wáár komt die vandaan?
Zo ging het verder, niet alleen over berg en dal, maar ook over droog en nat. En naderhand een beetje twijfelend of het wel een goed idee was om langs die pista te komen. Maar géén die dat uitsprak, je kon het weer gewoon voelen. Het was een soort van opluchting, toen we in een half uur tijd, uit drie verschillende bronnen, hetzelfde antwoord kregen: ja, het duurt nog een tijdje, maar het gaat naar Macajuba! Maar eerst moet je hier nog voorbij, en een eind verder langs daar. Drie keer hetzelfde antwoord, dat overtuigt.
Het was bijzonder mooi daar, maar een mens leeft zelfs in een aards paradijs niet alleen van mooie prentjes. De maag wil ook wel wat. Ze mogen dan nog zeggen: Alle wegen leiden naar Rome, soms zou je toch gaan twijfelen, en dan klinkt het als een engelenkoor als je tot drie keer toe hoort: Je komt hier wel uit, maar het duurt nog een tijdje.