Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
15-11-2014
ZONDAG 16 NOVEMBER
33ste ZONDAG A – 16 NOVEMBER 2014
‘GEBRUIK JE TALENTEN’
Vandaag zegt het evangelie ons dat elke mens zijn eigen talenten heeft. Kortom, elkeen kan zijn steentje bijdragen aan een goede, menselijke en menswaardige samenleving. Voor zulk een samenleving – goed, menselijk en menswaardig – heeft Jezus een prachtige naam bedacht: ‘Het Koninkrijk van God’.
Dat Koninkrijk komt er als ieder zijn talenten naar best vermogen aanwendt, en niet alles aan anderen overlaat, vanuit de gemakkelijke gedachte: ‘de anderen zullen de klus wel klaren. Laat mij maar lekker voor mezelf zorgen en rustig genieten van de inzet van anderen’. Of om het met de woorden van het evangelie te zeggen: ‘laat mij mijn talent maar veilig oppotten’. Voor wie zo redeneert heeft Jezus vandaag alleen maar een heel hard woord over: ‘Werp die onnutte knecht maar buiten in de duisternis; daar zal geween zijn en tandengeknars.’
Dat is ook tot ons gezegd, want het gebeurt wel vaker dat we vanop afstand blijven toekijken zonder zelf de handen uit de mouwen te steken.
Uit de eerste brief van Paulus aan de christenen van Tessalonica 5,1-6
Maar u, zusters en broeders, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief, want u bent allen kinderen van het licht en van de dag.
Wij behoren niet toe aan de nacht en de duisternis, dus laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede zijn.
Evangelie: Matteüs 25,14-30
In die tijd hield Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis voor: ‘Een man riep bij zijn vertrek naar het buitenland zijn dienaars bij zich om hun zijn bezit toe te vertrouwen. Aan de een gaf hij vijf talenten, aan de ander twee, aan een derde een, ieder naar zijn bekwaamheid. Daarna vertrok hij.
Die de vijf talenten gekregen had, ging er terstond mee werken en verdiende er vijf bij. Zo verdiende ook degene die er twee gekregen had, er twee bij. Maar die er een had gekregen, ging een gat in de grond graven en het geld van zijn heer verbergen. Een hele tijd later kwam de heer van de dienaars terug en hield afrekening met hen. …
BEGRAAF JE TALENTEN NIET
Waar liggen uw talenten ? Liggen ze in de kluis ? Of zitten ze misschien in je handen, in je geest, in je hart ?
Moesten uw talenten alleen te vinden zijn in uw kluis, dan zou je vast en zeker een arme mens zijn.
Waar onze talenten ook liggen, Ze zijn niet van ons. Ze komen van ergens ver weg. En de eigenaar is in den vreemde. Zijn eigendom moet enorm zijn want waar wij over beschikken, is slechts een heel klein deeltje van zijn bezit.
Zijn bezit is de aarde, die blauwe planeet die voor Frank De Winne zo broos en zo kwetsbaar scheen als hij ze zag vanuit de ruimte, slechts beschermd door een dunne dampkring. De heer heeft die aarde, dat kostbaar kleinood in die onmetelijke ruimte, aan ons toevertrouwd.
Zijn bezit is het leven, dat wonder verschijnsel van een beetje materie die zich organiseert en zichzelf in stand houdt, zich voortplant, zich ontwikkelt tot bewust menselijk leven. Hij vertrouwt ons dat wonder verschijnsel toe. Wij ontleden het, wij manipuleren het, wij bewaren het in onze proefbuisjes, steken het in onze diepvriezers en vergeten ondertussen dat het van Hem komt …
Van Hem komt de geest, de liefde die ons beademt, die ons beweegt en ons naar elkander voert. In Hem leven, bewegen en zijn wij schrijft Paulus.
Elke mens mag zich door Hem bemind weten, dat is onze grootste rijkdom.
Zijn bezit ligt in onze handen totdat Hij wederkomt … Het is Zijn verwachting dat we er mee werken en woekeren, dat we de aarde bewoonbaar maken, en het leven menselijk. En dat we zijn liefde doorgeven.
Zijn grote liefde voor ons moet de kleine liefde van elke dag worden, de spontane hulp en het intens meevoelen met de medemens. Zijn goddelijke levensdrift moet vertaald worden in onze blijdschap, in onze humor en soms in onze taaie levensmoed.
Die talenten niet begraven, niet bang afwachten tot Hij komen zal. Volgens deze parabel is de toekomst reeds begonnen.