Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
28-07-2012
ZONDAG 29 JULI
17de ZONDAG B - 29 JULI 2012
GEVEN EN DELEN
Vandaag spreekt de eerste lezing ons over de eenheid en de verbondenheid, die tussen mensen kunnen bestaan, en die ons ook zo intens gelukkig kunnen maken.
Verbondenheid, broederlijkheid, liefde, eenheid … we hebben er zoveel woorden voor, we hebben er ook zo'n groot verlangen naar, omdat we op die manier een diepe innerlijke vrede en rust kunnen vinden.
Daarna horen we in het evangelie het wonder van de vermenigvuldiging van de broden en de vissen. Mensen, die in eenheid en verbondenheid leven, vergeten zichzelf en zijn spontaan geneigd tot geven en delen … tot brood vermenigvuldigen .
Enige tijd later ging Jezus naar de overkant van het Meer van Galilea, ook wel het Meer van Tiberias genoemd. Een grote menigte mensen volgde hem, omdat ze gezien hadden welke wondertekenen hij bij zieken deed. Jezus ging de berg op, en ging daar met zijn leerlingen zitten. Het was kort voor het Joodse Paasfeest.
Toen Jezus om zich heen keek en zag dat die menigte naar hem toe kwam, vroeg hij aan Filippus: ‘Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?’ Hij vroeg dat om Filippus op de proef te stellen, want zelf wist hij al wat hij zou gaan doen. Filippus antwoordde: ‘Zelfs tweehonderd denarie zou niet voldoende zijn om iedereen een klein stukje brood te geven.’
Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei: ‘Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen – maar wat hebben we daaraan voor zoveel mensen?’ Jezus zei: ‘Laat iedereen gaan zitten.’ Er was daar veel gras, en ze gingen zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen.
Jezus nam de broden, sprak het dankgebed uit en verdeelde het brood onder de mensen die er zaten. Hij gaf hun ook vis, zoveel als ze wilden. Toen iedereen volop gegeten had zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Verzamel nu de overgebleven stukken brood, zodat er niets verloren gaat.’ Dat deden ze en ze vulden twaalf manden met wat overgebleven was van de vijf gerstebroden die men had gegeten.
Toen de mensen het wonderteken zagen dat hij gedaan had, zeiden ze: ‘Hij moet wel de profeet zijn die in de wereld zou komen.’ Jezus begreep dat ze hem wilden dwingen om mee te gaan en hem dan tot koning zouden uitroepen.
Daarom trok hij zich terug in het gebergte, geheel alleen.
(Johannes 6,1-15)
‘SPREEK TOT ONS OVER GEVEN’
In zijn kleine bundeltje ‘De Profeet’ geeft de Libanese dichter en mysticus, Kahlil Gibran, onder meer een beschouwing over ‘geven en delen’. Het is eens een andere manier om stil te staan bij dat mirakel van vandaag, het wonder van de gerstebroden en de twee vissen.
'Toen kwam er een Rijke naar voor met de vraag:
spreek tot ons over geven.
En de profeet antwoordde:
Je geeft maar weinig,
als je geeft van je bezit.
Alleen wanneer je van jezelf geeft,
geef je ten volle.
Er zijn mensen,
die slechts weinig geven
van het vele dat zij hebben –
en zij geven het om gezien te worden.
Hun verborgen wens maakt hun gaven onrein.
En anderen hebben weinig
en zij geven alles.
Zij geloven in het leven en zijn overvloed,
en hun schatkist is nooit ledig.
Ook zijn er, die met vreugde geven,
en hun vreugde is hun beloning.
En wie met pijn geven,
vinden in de pijn hun doop.
Maar er zijn ook mensen, die geven,
en geen pijn kennen bij het geven,
en die er ook geen vreugde in zoeken
of denken dat het deugdzaam is.
Zij geven
zoals een welriekende plant in de vallei
zomaar uit zichzelf haar geur verspreidt.
Door hun handen spreekt God
en door hun ogen gaat zijn glimlach over de aarde.'
Leven …
en geven, zoals een welriekende plant,
die zomaar uit zichzelf haar geur verspreidt.
Laten wij God danken dat er zulke mensen zijn.
Ieder 'vandaag' heeft zijn eigen kleur.
Iedere dag groeit naar een geheel,
dat onvervangbaar in ons verweven ligt.
Geen dag zonder vreugde of zonder verdriet,
geen schaduw zonder licht.
Zo schuiven de kruimels van de dag
in de schaal van de avond:
blaadjes uit een zonnebloem,
een traan overgebleven van een harde slag,
een half woord dat echt goed deed,
een harde korst die nog niet verteerd is.
Ieder 'vandaag' heeft zijn kruimels.
Je kan ze bijeenpotten, optasten.
Je kan ze 's avonds uitstrooien voor de laatste vogels,