Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
12-12-2014
ZONDAG 14 DECEMBER
3de ADVENTSZONDAG B – 14 DECEMBER 2014
‘GETUIGEN VAN HET LICHT’
De derde zondag van de advent werd voeger ‘gaudete’ genoemd: verheug u. Het gaat hierbij niet om de uitbundige blijdschap van de schaterlach, maar wel om de getemperde, ingetogen vreugde – diep in ons – omdat wij halfweg zijn in deze advent. Kerstmis komt al meer in zicht: het Licht voor en over de wereld is nu dichtbij.
Altijd hebben mensen dromen gekoesterd over een wereld van vreugde, licht en geluk. Maar dromen zijn ballonnetjes: soms spatten ze kapot, soms houden ze stand en komen ze uit.
In de advent verwoorden wij onze innigste verlangens en onze diepste dromen. Zoals ook God voor alle mensen, klein en groot, droomt van een wereld van vreugde, voor altijd bevrijd en verlost van alles wat arm, eenzaam of ongelukkig maakt. Maar ‘bidden voor’ of ‘dromen van’, het houdt ook in dat wij zelf iets willen doen aan, in en voor die wereld van vrijheid, vriendschap en vreugde.
Eerste Lezinguit de profeet Jesaja 61,1-2a.10-11
De geest van God, de HEER, rust op mij, want Hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij mij gezonden, om aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan geketenden hun bevrijding, om een genadejaar van de HEER uit te roepen.
Evangelie: Johannes 1,6-8.19-28
Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Hij kwam om te getuigen van het Licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen.
Dit dan is het getuigenis van Johannes: ‘Ik ben de Messias niet. Ik ben, zoals de profeet Jesaja het uitdrukt, de stem van iemand die roept in de woestijn: Maakt de weg recht voor de Heer! Ik doop met water, maar onder u staat Hij die gij niet kent, Hij die na mij komt; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken.’
DE GEEST VAN DE HEER RUST OP MIJ
‘De Geest van de Heer rust op mij’, zo staat het in de eerste lezing vandaag. Het is een bijzonder mooi woord: mocht het ook voor ons waar zijn! Dat de Geest des Heren op ons rust, in ons woont en doorheen ons leven aan het licht treedt. In ons geloof gaat het allereerst wel om een bepaalde visie of overtuiging. Maar deze visie is geen ideologie of theorie, die veilig en wel in ons hoofd wordt opgeborgen. Integendeel, deze overtuiging leidt tot een bepaalde levenswijze, een bepaalde manier van handelen.
Eerst dus even over de kern van deze visie. ‘Kind van God’: in gelovig perspectief is dit wel de mooiste omschrijving van ons mens-zijn: God, die een Vader, een Moeder voor ons is, en wij die van onszelf mogen geloven dat we ‘kind van God’ zijn. Je wordt een andere mens, door die geschonken genade. Als je zo een andere mens geworden bent, als je God als een Vader of Moeder mag zien, volgt daaruit vanzelf dat je ook een andere levenswijze gaat kiezen. De Bijbel staat haaks op de wereld. Er kan hierover geen enkele twijfel bestaan: een christen zet zich af tegenover het leven van de wereld, dat tot alle vormen van lijden en de dood voert, en je kiest voor een andere levenswijze die tot leven en vreugde leidt.
Om hier concreter te spreken kunnen we bij Paulus te rade gaan: ‘leef naar de Geest’, lezen we, ‘dan zult gij niet uitvoeren wat de zelfzucht dicteert. Want de zelfzucht gaat in tegen de Geest en de Geest tegen de zelfzucht. Die twee liggen met elkaar overhoop. En de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid en trouw, zachtheid en ingetogenheid.’ Een mooie weergave van een vreugdevol leven. Er is geen toelichting nodig om te tonen dat dit een levenswijze is, die innerlijke en uiterlijke vrede brengt voor de mens van onze tijd, voor de mens van altijd.
Is dit alles geen illusie, niet meer dan een druppel op een hete plaat: als ik anders probeer te leven, zal dit de wereld toch niet veranderen. Laten wij dan denken aan de Chinese wijsgeer Lee Sjuun uit de 3de eeuw voor Christus:
‘Het is met de hoop als met de wegen op aarde:
Eerst waren er geen wegen,
maar zij ontstonden
omdat vele mensen in dezelfde richting gingen.’
Onze mooiste dromen worden tot hoop en reële mogelijkheid, als wij met velen in dezelfde richting dromen, in dezelfde richting lopen, in dezelfde richting hopen …
Daarom nog eens: ‘Kom, Heer Jezus kom’ … wees aanwezig bij ons, door mensen op wie uw Geest rust.
Hij sprak en zeide In 't zaâl zich wendend: Vaarwel, o moeder, Nooit keer ik weêr... En door de lanen Zag zij hem gaan en Sprak geen vervloeking maar weende zeer.
Sprak geen vervloeking... Doch, bijna blijde, Beval den maagden: Laat immermeer De zetels staan en De lampen aan en De poort geopend, de slotbrug nêer.
En toen, na jaren, Melaats een zwerver Ter poorte klaagde: Uw zoon keert weer... Zag zij hem aan en Vond gene tranen, Voor zoveel vreugde geen tranen meer.