Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
28-04-2019
BELOKEN PASEN
28 APRIL 2019 – BELOKEN PASEN
ONGEZIEN EN TOCH NABIJ
We zijn hier, net als de apostelen, bijeen op de achtste dag na Pasen. We hebben de Verrezen Heer niet in levenden lijve gezien, en toch weten we Hem hier onder ons aanwezig.
‘Gelukkig die niet zien en toch geloven’ zullen we Jezus tot Thomas horen zeggen.
We mogen de aanwezigheid van de Heer gewaarworden: allereerst in het gelaat van onze medegelovigen. Daarnaast in zijn Woord dat we hier zullen horen. En tenslotte mogen we ons aan deze heilige tafel – geestelijk – voeden met zijn Brood van Leven.
Door de handen van de apostelen
gebeurden er vele tekenen en wonderen onder het volk.
(Handelingen 5,12)
Nog vele andere tekenen heeft Jezus
voor de ogen van zijn leerlingen verricht,
die niet in dit boek zijn neergeschreven.
(Johannes 21,30)
WE HEBBEN DE HEER HERKEND ... IN ZIJN WONDEN
`Omdat je Me gezien hebt, geloof je?’ – Johannes 20,19-31
‘Eerst zien en dan geloven!’ Hoe dikwijls horen we dat niet. Je kan ook niet alles geloven wat verteld wordt: praatjes, halve waarheden en hele leugens. En zelf zijn wij nogal eens die ongelovige Thomas: we geloven wel, maar liefst toch niet te veel. Geloven ja, maar zonder overdrijven. Bovendien: wie alles zomaar aanneemt wordt inderdaad vaak bedrogen, soms pijnlijk.
Toch hebben belangrijke dingen vaak met geloven te maken. Een jongen en een meisje, die van elkaar houden en dromen over later, zeggen: ‘ik beloof je trouw te blijven in goed en kwade dagen.’ Ik beloof het, omdat ik in je geloof.
Zo is het ook met ons geloof in Jezus. De kern ervan gaat over verrijzenis: uit de dood opstaan tot nieuw leven. We kunnen dat niet duidelijk beschrijven. Het reikt verder dan wat onze ogen zien en onze handen kunnen aanraken. Waarom zouden we aannemen dat dit alles waar zou zijn?
Het kan zijn omdat onze ouders het zo geleerd hebben en ook voorgeleefd. Maar de echte reden ligt dieper. De diepste reden om te geloven in een nieuw en volkomen leven, dat is Jezus zelf, die mens van Nazareth, die zo leefde, zo sprak en zulke tekenen toonde. Die hoop bracht aan mensen die blind of lam, doof of stom, melaats of bezeten waren en hen genezing bracht. Die Jezus, die op die manier nieuw leven bracht.
Ook vandaag zijn nog er mensen, die zijn woorden spreken en zijn leven leiden. Mensen, die nog altijd anderen laten opstaan en een nieuwe adem geven, mensen, die nieuw leven brengen waar alles dor en dood lijkt.
Toen herkenden zij Jezus niet en geloofden zij niet in Hem; zij, dat waren de leiders, de schriftgeleerden en farizeeën.
Herkennen wij Hem vandaag, als Hij in onze buurt opnieuw aanwezig is, in die of die goede mens, die anderen opwekt …en wellicht tegengewerkt wordt door sterke, kwade machten, die het een tijdlang lijken te halen.
Geloven wij dat Hij blijft verrijzen? Dat Hij ook nu nog steeds tot leven komt? En dat Hij ook nu nog steeds nieuw leven brengt.
Thomas
Ik was er niet, toen Jezus bij hen kwam en hun de tekens toonde in zijn handen, toen Hij hun uitgedoofde vuur deed branden en ieder uit zijn handen 't brood aannam.
Ik wilde niet, zo volgzaam als een lam mij bij de kudde trouwe schapen voegen die van de herder alles maar verdroegen. Ik wilde zelf bepalen of ik kwam.
Ik wilde zien en voelen of ik niet met dromen mij in slaap zou laten wiegen, of mij door schone schijn laten bedriegen.
Dat konden zij misschien doen, maar ik niet.
Toen zag ik Hem - en ik had geen verweer maar kon slechts stamelen: ‘Mijn God, mijn Heer!’