Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
12-01-2013
ZONDAG 13 JANUARI
1ste ZONDAG C – 13 JANUARI 2013
DOOPSEL VAN CHRISTUS
Vandaag ontmoeten we opnieuw Johannes de Doper. In de advent riep hij ons op ons te bekeren en ons voor te bereiden op het kerstfeest.
Nu staat hij in de Jordaan om mensen te dopen. Wanneer ook Jezus door hem gedoopt wordt, breekt plots de hemel open en klinkt er een stem: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in wie Ik mijn welbehagen vind’.
Ook wij zijn gedoopt! Laat God dan ook van ons zeggen ‘Jullie zijn mijn geliefde kinderen in wie Ik vreugde schep.’
In die tijd toen het volk vol verwachting was en iedereen zich aangaande Johannes de vraag stelde, of hij niet de Messias zou zijn, gaf Johannes aan allen het antwoord: ‘Ik doop u met water, maar er komt iemand die sterker is dan ik; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur.’
Terwijl al het volk zich liet dopen, en Jezus na zijn doop in gebed was, geschiedde het dat de hemel openging, en dat de heilige Geest, in lichamelijke gedaante als een duif, over Hem neerdaalde, en dat een stem uit de hemel sprak: ‘Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb ik mijn behagen gesteld.’
(Lucas 3,15-16.21-22)
‘GEDOOPT TOT KIND VAN GOD’
Het feest van vandaag doet ons nadenken over ons eigen doopsel. Wat kan dat beetje water eigenlijk aan een mens veranderen? Van oudsher wordt de draagwijdte van het doopsel zo omschreven: ‘We worden kinderen van God genoemd, en we zijn het ook!’
'Kind' zeggen we, omdat er geen beter woord is om onze verhouding tot God weer te geven. We zijn mensen die in Gods Liefde mogen leven. We worden Gods geliefden, zoals kinderen de geliefden van hun ouders zijn. Zo worden we, zoals Paulus het zegt, ‘nieuwe, andere mensen’.
Maar als wij nieuw worden door het doopsel, zullen wij ook op een andere wijze gaan leven. 'Als gij met Christus ten leven zijt gewekt, zoek dan, wat boven is'. Wie Jezus wil volgen, moet sterven aan de 'oude mens' en tegen 'de wereld' ingaan. 'De oude mens' en 'de wereld' wijzen op zondigheid. Wie in Gods Liefde mag leven, kan die ‘wereld’ of die ‘oude mens’ niet langer volgen, maar laat zich leiden door Gods Goede, Heilige Geest.
Liefde en mededogen halen het dan op hardheid en haat. Minzaamheid en mildheid krijgen nieuwe kansen. Rust en vrede kunnen ons hart inpalmen, zoals Johannes schrijft: 'De volmaakte Liefde verdrijft elke vrees.'
Die vrees verdwijnt niet omdat wijzelf zo’n goede mensen zouden zijn, die op een volmaakte wijze liefhebben, maar omdat we mogen geloven dat God ons liefheeft, onvoorwaardelijk, ook met onze kleine kanten. Vrees verdwijnt omdat we mogen geloven dat God Liefde is, omdat we mogen geloven dat Liefde gewoon een andere naam is voor God.
Godzijdank heeft God zichzelf als Liefde laten kennen. Het is zo groots en onvoorstelbaar dat het haast niet te geloven is. Daarom een klein gebedje om mee af te sluiten. Mogen wij af en toe in ons eigen leven, al was het maar heel even, een warme glimp voelen van die God, die Liefde is, en mogen wij zelf evenzeer voor andere mensen, die vaak klein en weerloos zijn, achter een façade van schone schijn, een straaltje van Gods eigen warme Liefde laten schijnen!