Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
21-04-2013
UITVAART E. H. DRIES MOREL
Maandag 22 april heeft de uitvaart plaats van E. H. Dries Morel (1923-2013). Hij is één van de meest ‘menselijke’ en begaafde priesters, die ik in mijn leven mocht ontmoeten. Van 1973 tot 2002 was hij pastoor van de Sint-Bernadetteparochie te Gent. Gedurende 8 jaar had ik het uitzonderlijke geluk om tijdens de weekends als onderpastoor bij hem te mogen dienen.
Zijn overlijden is een uitgelezen gelegenheid om de tekst eens te hernemen, die hij bij zijn gouden priesterjubileum op het gedachtenisprentje had geschreven.
De jaren ons gegeven,
tijd van leven, van werk en van spel,
van succes en mislukking, alles wat voorbij is,
de mens, die we geworden zijn,
zegen dat alles, God,
zegen lief en leed.
De mensen die me hebben opgevangen
en aanvaard al die jaren,
de mensen, die me hebben geholpen,
geïnspireerd en gesteund,
zegen hen allen, God.
De kinderen die ik mocht opnemen
in onze gemeenschap,
de gezinnen, die gelukkig zijn,
en zij, die het moeilijk hebben,
de zieken, de eenzamen, de bedroefden,
die ik kon bezoeken en bemoedigen,
allen met wie en voor wie ik het Brood mocht breken,
allen tot wie ik over U mocht spreken,
zegen hen allen, God.
Allen van wie ik afscheid moest nemen,
die ons zijn voorgegaan naar de eeuwige vreugde,
zegen ons door hen, Vader.
De jaren die komen,
het nieuwe, het onbekende,
dat we verlangen en vrezen,
de mens, die we nog hopen te worden,
zegen dat alles, God.
Dries Morel
Omdat de jaren, die ik onder zijn leiding mocht werken, zo ingrijpend geweest zijn in mijn leven, vind ik het ook de moeite om hier dit eenvoudige tekstje te geven, dat ik bij de uitvaart zal overhandigen.
Vandaag viert de Kerk ‘roepingenzondag’, met het evangelie van de ‘Goede Herder’, die van zijn schapen houdt en naar wie zij luisteren. Elke roeping begint bij Jezus die op vele wijzen tot ons hart spreekt. Naar Hem hebben we geluisterd, naar Hem blijven we luisteren.
Zijn vraag om zijn boodschap uit te dragen is van alle tijden en nodigt ons uit tot toewijding en getuigenis. Laten wij Jezus tonen en Gods liefde uitstralen bij de mensen, die we ontmoeten.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en ze volgen Mij.
Ik geef hun eeuwig leven; zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan en niemand zal ze van Mij wegroven.
Mijn Vader immers die ze Mij gegeven heeft is groter dan allen; en niemand kan iets uit de hand van mijn Vader roven. Ik en de Vader, Wij zijn één.’
(Johannes 10,27-30)
‘DE INNERLIJKE KRACHT VAN DE BOODSCHAP’
In deze paastijd horen we veel over de eerste leerlingen van Jezus. Een paar dingen zijn boven elke twijfel verheven: zij werden vaak gevangen genomen door de godsdienstige (mis)leiders van hun tijd, maar zij bleven enthousiast en fier, vervuld van vreugde zelfs omdat zij omwille van Jezus moesten lijden. Zo is er een mooi verhaal over enkele vrienden van Jezus, die vervolgd en aangehouden worden. Maar Gamaliël, een eerlijke farizeeër, zegt: ‘Laat die mensen toch met rust. De toekomst zal wel raad brengen en uitwijzen wat we moeten doen. Als hun zaak bedrog is, zal die vanzelf wel gauw verdwijnen. Maar als hun boodschap van God uitgaat, dan moeten wij oppassen, want als wij hen tegenwerken, verzetten wij ons tegen God. De innerlijke kracht van een boodschap is sterk genoeg op zichzelf. Vertellen zij leugens of prietpraat, dan zal het allemaal wel gauw tenietgaan. Is hun woord echter van God afkomstig, dan is het nutteloos, zelfs zondig om ons ertegen te verzetten.’
Heeft onze Kerk in het verleden niet al te zeer gebouwd op macht en pracht en praal, en niet op de innerlijke kracht van de boodschap, die zij bracht? Is zij zelf wel altijd trouw gebleven aan die boodschap?
Zolang wij deze vraag in de verleden tijd stellen, is het nog gemakkelijk. Het laat onszelf en onze kerk van vandaag buiten schot. Maar waarop bouwen wij nu om Zijn boodschap van geloof, hoop en liefde uit te dragen? Op de innerlijke kracht van de boodschap…of op macht, dwang en uiterlijk vertoon? Terwijl bij Jezus nooit of nergens sprake is van macht of dwang, laat staan van machtsmisbruik. Van Hem zegt het evangelie dat Hij gezag uitstraalde, en dat is iets heel anders dan dwang of macht.
Proberen wij zelf ons leven uit te bouwen in de geest van die boodschap, ook al is dat met vallen en opstaan? Toch is het duidelijk: alleen mensen, die leven in het spoor van Jezus, en niet een stortvloed van mooie woorden zullen de blijde boodschap doorgeven. Laten wij blijven geloven in de innerlijke kracht van onze roeping om een steentje bij te dragen aan de uitbouw van het Rijk van God!
Het Tweede Vaticaans Concilie ‘was een prachtig werk van de Heilige Geest’ maar wordt desondanks, 50 jaar later, onvoldoende in praktijk gebracht.
Dat heeft paus Franciscus dinsdag gezegd in zijn homilie in Casa Santa Marta. Er zijn ‘koppigen’ die de zaak terug willen draaien en ‘de Heilige Geest willen temmen’, aldus de paus. Hij bracht het concilie (1962-1965) ter sprake in zijn preek naar aanleiding van de lezing uit de Handelingen van de Apostelen over de steniging van Stefanus.
Die verweet de oudsten en de schriftgeleerden ‘hardnekkigen en onbesnedenen van hart’ te zijn omdat zij zich tegen de Heilige Geest verzetten.
De paus riep ook het verwijt van Jezus aan de Emmausgangers in herinnering wegens de ‘traagheid van hart’. ‘Altijd’, zei de paus, ook onder ons, is er weerstand tegen de Heilige Geest.’
‘Anders gezegd, DE HEILIGE GEEST BEZORGT ONS PROBLEMEN. Omdat Hij ons beweegt, ons drijft, de Kerk aanspoort vooruit te gaan. We zijn net als Petrus bij de Gedaanteverandering: 'ACH, WAT LEUK OM ZO SAMEN TE ZIJN, ZO BIJ ELKAAR!’ ... ZOLANG HIJ ONS MAAR NIET LASTIG VALT. WE WILLEN DAT DE HEILIGE GEEST INDOMMELT … WE WILLEN DE HEILIGE GEEST TEMMEN. Dat is verkeerd. Omdat Hij God is en Hij de wind is die komt en gaat en van wie men niet weet van waar Hij komt. Hij geeft ons troost en kracht om door te gaan, maar wel vooruit. Dat stoort ons. Gemak is beter!’
‘Het lijkt alsof we allemaal heel gelukkig zijn met de aanwezigheid van de Heilige Geest, maar dat is niet waar. Die bekoring blijft. Neem bijvoorbeeld het Concilie.’
‘Het Concilie was een prachtig werk van de Heilige Geest. Denk eens na over paus Johannes XXIII. Hij zag eruit als een goede pastoor. Hij heeft gehoorzaamd aan de Heilige Geest. Maar hebben wij 50 jaar later alles gedaan wat de Heilige Geest ons in het Concilie vertelde? Is het geëffectueerd? Nee, wij vieren het jubileum, richten een monument op, zolang het ons maar niet lastig valt. We willen niet veranderen. Bovendien willen sommige mensen terug. Dit is koppigheid. Dit noemen wij een poging om de Heilige Geest te temmen, dit is wat wij dwaasheid en traagheid van hart noemen.’
‘Hetzelfde gebeurt ook in ons persoonlijk leven’, aldus de paus. ‘De Geest spoort ons aan tot een meer evangelische weg’, maar wij verzetten ons. De laatste vermaning is ‘verzet je niet tegen de Heilige Geest. De Geest maakt ons vrij, met de vrijheid van Jezus, met de vrijheid van Gods kinderen.’
(Noot: cursivering en HOOFDLETTERS werden door mij aangebracht)