Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
11-08-2017
ZONDAG 13 AUGUSTUS
‘LAAT MIJ OVER HET WATER NAAR U TOEKOMEN’
Toen Petrus merkte hoe hevig de wind was, werd hij bang; hij begon te zinken en schreeuwde: ‘Heer, red mij!’ (Matteüs 14,30)
Toen Petrus vol moed op de zee liep, wankelden zijn passen, maar zijn liefde en vertrouwen werden sterker. Zijn voeten zonken, maar hij hield zich vast aan de hand van Christus. Zijn geloof ondersteunt hem terwijl hij voelt dat de golven zich openen. In zijn angst voor de storm, bevestigt hij zijn liefde voor de Verlosser. Petrus loopt op de zee, en wordt daarbij eerder gedragen door zijn liefde en vertrouwen dan door zijn voeten.
Hij ziet niet waar hij zijn voeten neerzet: hij ziet slechts het spoor van de stappen van Degene van wie hij houdt. Vanuit de boot, waar hij veilig was, zag hij zijn Meester en gegidst door zijn liefde, daalde hij af in de zee. Hij ziet de zee niet meer, hij ziet alleen Jezus.
Maar vanaf het moment dat de vrees zijn geloof begon te versluieren, doordat hij bezorgd werd over de kracht van de wind en afgeleid werd door de storm, wijkt het water onder zijn voeten. Zijn geloof verzwakt, en tegelijkertijd verzwakt ook het water.
Dan roept hij: ‘Heer, red mij!’ Meteen steekt Jezus zijn hand uit, bevrijdt hem en zegt tegen hem: ‘Kleingelovige, waarom twijfelde je?’ ‘Heb je zo weinig geloof dat je het niet tot bij Mij hebt kunnen volhouden? Waarom heb je niet genoeg geloof om tot het eind door te gaan? Weet voortaan dat alleen je geloof je zal ondersteunen op de golven.’
Zo, mijn broeders en zusters, twijfelde Petrus voor een ogenblik, en gaat hij ten onder, maar hij redt zich door de Heer aan te roepen. Welnu, deze wereld is een zee, waarin de duivel de golven opzweept en waar de verleidingen de schipbreuken vermeerderen; wij kunnen ons slechts redden door te roepen naar de Verlosser, die de hand uit zal steken om ons vast te pakken. Laten we Hem zonder ophouden aanroepen.
(Vrij naar een homilie van de Heilige Augustinus (354-430), bisschop van Hippo,Noord-Afrika)
Op een dag werd een oude professor gevraagd een lezing te geven over efficiënt tijdbeheer. Hij nam het woord en zei: ‘Laten we beginnen met een experiment.’
Van onder de tafel haalde hij een pot in aardewerk en zette die voorzichtig voor zich neer. Daarna nam hij een twaalftal grote stenen die hij zorgvuldig in de pot legde. Toen deze gevuld was, richtte hij zijn blik langzaam naar zijn publiek en vroeg: ‘Is deze pot vol?’
Allen antwoordden ze: ‘Ja.’
De professor bukte zich opnieuw en nam een pot met kiezelsteentjes. Minutieus goot hij ze over de stenen. De kiezeltjes vielen tussen de stenen tot op de bodem van de pot. Hij goot steentjes tot aan de bovenrand.
Opnieuw vroeg de professor: ‘Is deze pot vol?’
Zijn toehoorders begrepen zijn opzet en één van hen antwoordde: ‘Waarschijnlijk niet.’
Daarop haalde de professor van onder de tafel een zakje zand, dat hij aandachtig in de grote pot goot. Het zand vulde de plaats tussen de grote stenen en de kiezelsteentjes.
De professor vroeg nog eens: ‘Is deze pot vol?’
Ditmaal schudde zijn publiek eensgezind het hoofd.
‘Goed,’ zei de professor, en alsof iedereen het verwachtte, nam hij een kan met water en vulde de pot tot de rand. Daarop richtte de professor zich opnieuw tot de groep en vroeg: ‘Welke grote waarheid toont dit experiment ons aan?’
De moedigste antwoordde: ‘Het toont aan dat onze agenda nooit zo gevuld is als we wel denken en dat er, als we het echt willen, nog altijd wel wat tijd is voor meer afspraken en meer activiteiten.’
‘Neen,’ antwoordde de professor, ‘daarover gaat het niet. De grote waarheid die in dit experiment schuilt is de volgende: als je niet eerst de grote stenen in de pot doet, krijg je ze er achteraf nooit meer in.’
‘Welke zijn de grote stenen van ons leven: onze familie, onze vrienden, onze dromen, onze gezondheid? Als we meer belang hechten aan de futiliteiten zoals het zand en de kiezelsteentjes, zullen zij alle plaats in beslag nemen en blijft er geen tijd meer over voor de belangrijkste dingen in het leven.
Daarom mag je niet vergeten jezelf de vraag te stellen welke de stenen van je leven zijn, om ze vervolgens als eerste in de pot te leggen.’