Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
21-07-2018
ZONDAG 22 JULI 2018
16de ZONDAG B – 22 JULI 2018
HERDER ALS GOD
Een klein kindje voelt zich veilig in de armen van mama of papa; een jongen of een meisje, die groter worden, praten graag met een goede vriend of vriendin; man en vrouw kunnen elkaar geborgenheid bieden. Ook onze kerk is geroepen om in warme hartelijkheid aan mensen dit thuisgevoel te geven, zeker in onze kille, berekende wereld.
Vandaag gaan de lezingen over dit soort van dingen: zorg dragen voor de mensen, die je toevertrouwd zijn: ‘mens voor de mensen zijn, herder als God.’
Op een ogenblik dat Jezus en de leerlingen eens willen rusten, blijven de mensen maar toestromen, en we lezen dit enig mooie zinnetje in het evangelie: 'Jezus had met die mensen te doen, want zij waren als schapen zonder herder.'
Wat er nog van de schapen over is,
zal ik bijeenbrengen uit alle landen
waarheen ik ze verjaagd heb.
Ik breng ze terug naar hun weide,
ze zullen vruchtbaar zijn en in aantal toenemen.
Ik zal herders over ze aanstellen
die ze zo zullen hoeden dat ze geen angst meer kennen
en er niet één meer zal worden gemist
– spreekt de HEER.
(Jeremia 23,3-4)
Toen Hij van boord ging, zag Hij een grote menigte,
en Hij had zeer met hen te doen,
omdat ze als schapen zonder herder waren,
en Hij begon hen uitvoerig te onderrichten.
(Marcus 6, 34)
HIJ HAD TE DOEN MET DIE MENSEN
Jezus had met die mensen te doen omdat ze er uitzagen als schapen zonder herder. Het klinkt een beetje wonder, want de Joden hadden geen tekort aan priesters, farizeeën en andere wetgeleerden, die heel precies de regeltjes dicteerden. Waarom noemt Jezus hen dan schapen zonder herder? Het antwoord vinden we in zijn vele twisten met de Joodse moraalridders, die alleen maar aandacht schonken aan uiterlijke wetten, zonder enige innerlijke bezieling. Zij preekten enkel verboden en dreigementen en boden geen bemoediging en begrip. Daarom waren zij onwaardige herders!
Jezus spreekt heel anders, helemaal omgekeerd zelfs. Onze verlossing, ons nieuwe leven in vreugde, vrede, vrijheid kunnen we niet zelf verdienen, het is een gave, een Godsgeschenk. Daarom spreekt Jezus weinig over wetten, die God voorschrijft, maar des te meer over zijn barmhartigheid.
Jezus verweet de moralisten van zijn tijd dat ze strenger waren voor anderen dan voor zichzelf. Het gebeurt ook nu: oordelen, veroordelen, uitsluiten. Zo vaak laten we – in naam van Jezus zelf – de liefde doodgaan. Maar die Jezus kunnen we niet vangen in dogma’s of wetten, laat staan in de burcht van ons eigen grote gelijk.
Ook nu zou Jezus te doen hebben met mensen, die uitgesloten worden omdat de wet het haalt op de liefde. Hij zou te doen hebben met mensen, die gewond werden door de slagen van het leven en bij ons niet welkom zijn. Hij zou niet enkel omzien naar de trouwe schapen, maar naar dat ene schaap, dat verloren liep en dreigt verscheurd te worden door de wolven.
Jezus zou niet bekvechten over wetten en dogma’s. Hij zou weer parabels vertellen over de liefde van de Vader. Zonder banbliksems, maar boordevol hoop. Zoals toen zou Hij bemoedigen: wees niet bang als je niet volmaakt bent, zondaars en tollenaars zullen eerder binnengaan in het Rijk van God dan zij, die vol zijn van hun eigen volmaaktheid. Hij heeft ons toch verteld van een farizeeër en een tollenaar, die naar de tempel gingen. Om ons te leren onze eigenwaan op te geven en te vertrouwen op de goedheid van de Vader. Want, als goede Herder, heeft Hij te doen met ons, mensen.