Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
08-08-2015
MEDITEREN OP ZONDAG
BROOD VOOR ONDERWEG
In elke eucharistie staan de woorden van de consecratie, door Jezus uitgesproken bij het Laatste Avondmaal, centraal: ‘Dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven en gebroken wordt.’ Maar meer nog dan anders spreekt de eucharistie van vandaag ons over ‘Jezus, gegeven en gebroken’. In het evangelie noemt Hij zich tot driemaal toe het brood voor het leven van de mensen. Op onze levensweg wil Hij ons sterken en voeden, wil Hij de bezieling zijn, die ons voortdrijft, niet abstract of ver weg, in het luchtledige, maar heel concreet en dichtbij, in ons leven van elke dag.
Misschien zoeken wij elders wel inspiratie of brood voor ons leven. Het kan iedereen overkomen. Als dat zo is kan Hij een indringer lijken en dan is het mogelijk dat wij Hem eigenlijk vluchten.
Volg dus het voorbeeld van God,
als kinderen die hij liefheeft,
en ga de weg van de liefde,
zoals Christus, die ons heeft liefgehad
en zich voor ons gegeven heeft als offer,
als een geurige gave voor God.
(Efeziërs 5,1-2)
‘Ik ben het levende brood
dat uit de hemel is neergedaald;
wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven.
En het brood dat ik zal geven
voor het leven van de wereld,
is mijn lichaam.’
(Johannes 6,51)
VOEDING OP ONS LEVENSPAD
Enkele weken geleden lazen we hoe Jezus zijn leerlingen op weg zond. Ze mochten niets meenemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld, alleen een herdersstok. Sandalen mochten ze dragen, maar geen extra kleren meenemen. Toch vertrekken de leerlingen niet met lege handen. Ze krijgen een uitrusting die al het andere overbodig maakt: hun kracht ligt in het Woord van God, dat zij spreken.
Eigenlijk is het evangelie vandaag een aanvulling daarbij. Tot driemaal toe zegt Jezus: ‘Ik ben het brood dat leven geeft.’ Geen picknickje voor een uitstap op een zonnige zomerdag, maar de krachtige voeding voor de lange reis, die ons leven is!
Het lijkt een verwijzing naar de eucharistie – en dat is het wellicht ook wel – maar Jezus’ woord zegt zoveel meer vandaag. Hij spreekt over zijn hele persoon. In alles wat Hij is, in alles wat Hij doet, in de meest omvattende rijkdom van zijn hele wezen is Hij de voeding, de energie, de inspiratie voor ons leven. Daarom is het zo belangrijk dat we proberen om Hem echt te leren kennen. Dat wij open en ontvankelijk staan voor Hem. Dat Hij zelf almaar meer wezen van ons eigen wezen kan en mag worden.
Een theoloog schreef eens dat hij veel over Jezus had gelezen en gesproken. Toch bleef Jezus een vreemde voor zijn hart. In een stille bezinning sloeg de vonk over. Kennis werd liefde en Jezus werd de energie voor zijn leven.
Dat zegt Jezus: dat Hij de energie voor ons leven is. Hij vervult ons diepste verlangen en geeft ons levenskracht. Die liefde, die ons kracht geeft kan slechts groeien als wij Hem toelaten en ons door Hem laten aanspreken.
Onze levens kunnen erg verschillen, maar het is nodig dat wij stil naar ons diepste ik luisteren. Dan wordt een diep verlangen wakker naar liefde, die ons leven vult. Dan kan ons hart openkomen om Jezus te ontvangen: ‘Min de stilte in uw wezen, zoek de stilte die bezielt, zij die alle stilte vrezen, hebben nooit hun ziel gelezen, hebben nooit geknield.’
Als wij rumoer, drukte en zorgen even achterwege laten voor de rust van het gebed, kan onze liefde openbloeien voor Jezus. Zo kan Hij brood voor ons leven worden. En kunnen wij op onze beurt brood voor de mensen worden.
Waarom kunnen mensen niet gelukkig zijn? Zij werden met alle zorg ingeplant in een stukje wereld dat helemaal was afgestemd op hun behoeften ... met zuivere lucht en vruchtbare aarde, met water in overvloed, water om van te leven.
Zij werden uitgerust met een stel vaardige handen en een schrandere geest, met een hart dat kan warmlopen en liefhebben, uitermate, met een mond om te lachen en te spreken, met een drang om te leven naar binnen en naar buiten.
En toch zijn zij niet gelukkig. Uitgerekend op die plaatsen van de wereld, waar aan hun behoeften het meest wordt voldaan, en daar waar zij hun talenten het best konden ontwikkelen, zijn zij niet gelukkig.
Is dat geen zonde?
Waarom kunnen mensen niet gelukkig zijn? Hebben zij dan hun stukje wereld verknoeid met beton en olie en staal? Hebben zij hun geest verziekt met dwaze gedachten en hun hart laten verkillen?
Of ligt de reden veel en veel dieper? Is de mens met al zijn rijkdom en met heel zijn bagage aan kennis en vernuft wel ergens thuis? Kan hij zich ergens neerzetten zonder te zeggen dat hij weer weg moet?
Heeft de mens, met al zijn mogelijkheden, nog wel één stukje zekerheid om op te staan? Eén veilig plekje – dat buiten elke redenering valt – waar hij grond voelt en kan zeggen: ‘Wat God doet is welgedaan.’
Is de mens geen vreemde voor zijn eigen hart omdat hij van Huis is weggegaan en de weg verloren is?
Is dat de zonde, de reden dat hij niet gelukkig is?
De Wieskirche of Weidekerk in Steingaden (Beieren) is zowel een toeristische trekpleister als een bedevaartsoord. De stijl is een mengvorm van barok en rococo. Aan de buitenkant heeft het gebouw strakke lijnen terwijl de binnenkant bekleed is met krullen en golven. Het licht, dat door hoge ramen naar binnen valt, wordt weerkaatst door het wit en bladgoud. Daarnaast zijn blauw (symbool voor de genade) en rood (symbool voor het Heilig Bloed) opvallend aanwezig.
In 1738 werden tranen gezien op een oud houten beeld van de Gegeselde Heiland. Dit mirakel leidde tot een toevloed van bedevaarders. In 1740 werd een kleine kapel gebouwd om het beeld te huisvesten, maar al snel bleek dat het gebouw te klein was in verhouding met het aantal pelgrims dat het aantrok. Daarop besliste de abdij van Steingaden om er een afzonderlijke kerk aan te wijden: de Wieskirche.
‘Nun, so will ich alles lassen,
Auf die Wies zu Jesus gehn,
Mich begeben auf die straßen,
Und mit Freuden Ihn ansehn.
Schönster Jesus auf der Wies,
Der so voller Gnaden ist.
(Das Wieslied)
Mijn Jezus, mijn Heiland, Verlosser en Vriend, U wilt voor mij zorgen, al heb ik dit niet verdiend. Dan ben ik verwonderd, en word ik stil, deze Jezus volgen, dat is wat ik wil.