en zou ik dan van leven
moeten spreken?
Mijn denken blijft bij Goede Vrijdag steken,
want daar leed Jezus onze diepste nood.
't Is morgen Pasen -
maar waar blijft de zon
die onze zieke wereld kan genezen?
Ik sta met Uw discipelen in angst en vrezen
bij 't lege graf, waar 'k U niet vinden kon.
't Is morgen Pasen -
feest van het gericht
dat U gevoerd hebt tegen dood en lijden,
feest van voorbijgaan van de dood, feest van bevrijden;
Heer, doe ons opstaan in Uw levenslicht!
Het Lijden van Onze Heer Jezus, Johannes 18,1-19,42
Jezus wist precies wat er met hem zou gebeuren. Hij liep naar hen toe
en vroeg: Wie zoeken jullie? (Johannes 18,4) Het is mogelijk: Jezus zoeken om
Hem te verraden. Hem volgen en bij Hem zijn is nog geen bewijs van een
toegewijde roeping, zoals het getuigenis van Judas toch wel aantoont.
Maar, al bij al, het Lijden van Jezus is zijn ultieme Woord van Liefde
voor ons allen. Of we nu verraden zijn, of verraders: de Waarheid, die niet
teleurstelt, ligt binnen ons bereik. Hier treedt aan het licht wat wij allen,
mensen, zoeken als zin van ons leven: bij machte zijn om een ander mens te
redden!
Als jullie mij zoeken, laat deze mensen dan gaan.(Johannes
18,8) Het antwoord dat je zelf met zijn leven geeft, brengt mee dat je vanaf nu
je weg alleen moet gaan. Alleen zo wordt de Liefde voor Hem een vrijwillige
toewijding en overgave.
Alleen als je hart van Liefde voor Hem gloeit, kan je delen in zijn
Leven en zijn Liefde.
Van een zuster uit Brazilië, die bij de armsten der armen werkt, ontving ik
deze morgen een bezinning op
HET LAATSTE AVONDMAAL VAN ONZE HEER JEZUS
Jezus geeft ons vandaag een voorbeeld hoe Hij, Meester en Heer, zelf
beleeft wat Hij als Leraar voorhoudt. Zijn woorden krijgen waarde door het
getuigenis van zijn leven. Het gebaar zelf is zijn onderricht: gezag kan enkel
verstaan worden als dienst aan de anderen.
Petrus biedt eerst nog weerstand, omdat hij meent dat ongelijkheid
noodzakelijk en rechtvaardig is. Hij verstaat nog niet dat waarachtige Liefde
leidt tot gelijkheid en broederlijkheid. In de gemeenschap van gelovigen
bestaat er wel een verschil in functies, maar alle functies moeten ertoe
bijdragen opdat de wederzijdse liefde een levende werkelijkheid wordt.
Daarom is geen enkel gevoelen van superioriteit goed te praten, maar kan
alleen een persoonlijke verbondenheid als broeders en vrienden gelden. Jezus
zet zich op de knieën voor elk van zijn leerlingen om hun bestofte voeten te
wassen. Hij verliest hierdoor zijn gezag of zijn waardigheid niet: Hij toont
ons hoe ver Liefde kan gaan.
Eigenlijk lezen we vandaag in het
evangelie hetzelfde verraad van Judas, met enig verschil in de weergave.
Matteüs verklaart het verraad van Judas vanuit platvloers eigenbelang: Judas verkoopt
zijn ziel, zijn geweten voor geld. Over het eigenbelang als motief lazen we ook
vorige zaterdag al, maar dan in de woorden van de hogepriester Kajafas: Besef toch dat het in jullie eigen belang is
(Johannes 11,50)
Bij Johannes is de benadering
anders. Een achttal keren wordt in zijn evangelie over Judas gesproken, en
telkens wordt daarbij op een of andere wijze toegevoegd: die Hem later zou
verraden. Het sterkst gebeurt dit aan het einde van het zesde hoofdstuk, de zo
mooie maar ook zo moeilijke broodrede, na het wonder van het breken en het
delen. Jezus spreekt over zichzelf als voedsel voor het leven van de mensen.
Velen verlaten Hem dan. Waarop Jezus vraagt: willen jullie soms ook weggaan.
In naam van de twaalf antwoordt Petrus: Heer, naar wie zouden wij gaan. Uw
woorden zijn woorden van eeuwig leven. En dan volgt een heel merkwaardige zin:
Jezus besloot: Ben Ik het niet die jullie, alle twaalf, heb gekozen? En toch
is een van jullie een duivel.Hiermee doelde Hij opJudas, de zoon van Simon Iskariot; die
zou Hem namelijk overleveren: een van de twaalf. (Johannes 6,70-71). Johannes
wekt de indruk dat Judas een boef was, die zich met kwade bedoelingen bij Jezus
gevoegd had. Het verraad ligt in de lijn van zijn karakter.
We kunnen nog andere motieven
verzinnen. Misschien had Judas zich in Jezus vergist: wilde Hij wel een Messias
volgen, die arm, zachtmoedig en nederig was, een vriend van al wie uitgesloten
en verstoten was? Was hij ontgoocheld in de zaligsprekingen, die we de
grondwet van Jezus mogen noemen? En het Rijk van God, waar Jezus voortdurend
over sprak? Het is best mogelijk dat Judas een andere bevrijding en Redder, en
een heel ander Koninkrijk verwacht had.
Hoe dan ook: Jezus werd verraden
door iemand, die zich als zijn vriend voordeed. Zo komen we bij een duidelijk
herkenningspunt: als vriend of geliefde met ontrouw en verraad beloond
worden. En dan raken we een van de pijnlijkste pijnpunten, die ook vandaag
door mensen ervaren worden. Hoe afgrijselijk het fysische lijden van Jezus ook
was, er is ook die andere vorm van leed: in alle goedheid zelf te goeder trouw
zijn en vertrouwen hebben, maar bedrogen worden.
Is Hij daarom, tot driemaal toe,
onder zijn kruis bezweken?
Wij lezen vandaag bij Jesaja het
eerste lied van de Dienaar van Jahwe, een Toekomstmens, waarvan Jezus,
eeuwen later de vervulling zal brengen. Zonder Jezus ooit gekend of ontmoet te
hebben beschrijft de profeet, eeuwen van te voren, de wezenlijke eigenschappen,
die de komende Messias zullen kenmerken. Meest gekend en meest tekenend is daarbij:
Hij schreeuwt niet,
hij verheft zijn stem
niet,
hij roept niet
luidkeels in het openbaar;
het geknakte riet
breekt hij niet af,
de kwijnende vlam zal
hij niet doven.
Het recht zal hij
zuiver doen kennen.
In leven en lijden van Jezus zal
blijken dat deze Dienaar van Jahwe de Lijdende Dienaar zal zijn. Eerst en
enkel langs de weg van het kruis en het diepste fysische en morele lijden kan
dit heil voor alle mensen gebracht worden, in een wereld die kreunt onder
zoveel leed dat voortvloeit uit zonde, die talloze vormen van een eigenliefde,
die in naam van een verkeerd begrepen vrijheid de echte vrijheid en de ware Liefde doden.
Terwijl net deze vrij gekozen, zelveloze Liefde leven-gevend is.
We lezen bij Jesaja, hoofdstuk
42, de verzen 1 tot 7
Zo spreekt de Heer:
'Hier is mijn dienaar, hem zal Ik
steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem vind Ik vreugde, Ik heb hem met mijn
geest vervuld. Hij zal alle volken het recht doen kennen.
Hij schreeuwt niet, hij verheft
zijn stem niet, hij roept niet luidkeels in het openbaar; het geknakte riet
breekt hij niet af, de kwijnende vlam zal hij niet doven. Het recht zal hij
zuiver doen kennen.
Ongebroken en vol vuur zal hij
het recht op aarde vestigen; de eilanden zien naar zijn onderricht uit.
Dit zegt God, de Heer, die de
hemel heeft geschapen en uitgespannen, die de aarde heeft uitgehamerd met alles
wat zij voortbrengt, die de mensen op aarde levensadem geeft, en levensgeest
aan allen die daar verkeren.
In gerechtigheid heb Ik, de Heer,
jou geroepen. Ik zal je bij de hand nemen en je behoeden, Ik neem je in dienst
voor mijn verbond met de mensen en maak je tot een licht voor alle volken, om
blinden de ogen te openen, om gevangenen te bevrijden uit de kerker, wie in het
duister zitten uit de gevangenis.'