Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
15-04-2016
ZONDAG 17 APRIL 2016
4de PAASZONDAG C – ‘DE GOEDE HERDER’
Vandaag viert de Kerk ‘roepingenzondag’, met het evangelie van de Goede Herder. Elke roeping begint bij Jezus die op vele wijzen tot ons hart spreekt. Naar Hem hebben we misschien lang geleden voor het eerst geluisterd, als kind ontroerd en geraakt door die vele verhalen over Hem. Naar Hem willen we ook vandaag blijven luisteren.
Zijn vraag om zijn boodschap uit te dragen is een uitnodiging aan alle mensen van alle tijden en roept ook ons op tot toewijding en getuigenis, in woord en levenswijze. Laten wij dan ook een glimp van Jezus tonen en Gods liefde uitstralen bij de mensen, die de loop der dagen op onze weg plaatst.
De leerlingen echter waren vervuld van vreugde
en van de heilige Geest.
(Handelingen 13,52)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Mijn schapen luisteren naar mijn stem. Ik ken ze en ze volgen Mij.’
(Johannes 10,27)
‘GEROEPEN OM JEZUS TE VOLGEN’
Allen zijn we geroepen om Jezus van nabij te volgen. Om met Hem op weg te gaan, ook als die weg ons misschien naar Jeruzalem brengt, de stad van zijn lijden maar ook van zijn verheerlijking.
Allen zijn we geroepen om net als Hij alles te geven opdat zijn Rijk zou komen.
Op de wegen van ons leven worden we opgeroepen om de minste te willen zijn en niet te heersen. Om de lasten van anderen te dragen en geen lasten op te leggen. Om arm te worden in gulle mildheid voor anderen. Om het kruis op te nemen als dit in ons leven komt. Om anderen vreugde te verschaffen. Om ons eigenbelang te laten varen ten bate van het leven van anderen.
Dit is de weg van het evangelie … Een weg die niet vanzelfsprekend is. Een weg die in tegenstroom durft roeien en tegen de tijdsgeest durft ingaan. Een weg ook die zijn waarde pas toont aan wie hem volgt.
Laten we daarom Jezus voor ogen houden. Laten we ook niet aarzelen om die weg te gaan die Hij is voor voorgegaan. En laten we hoopvol en vol verlangen uitzien naar wat ons beloofd is: liefde, vreugde en vrede.
‘Ik verkies een gehavende Kerk, gekneusd en vuil, omdat ze de straat is opgegaan, eerder dan een Kerk die ziek is, omdat ze in zichzelf zit opgesloten, gehecht aan het comfort van haar eigen zekerheden.
Ik hou niet van een Kerk die in het middelpunt wil staan en die uiteindelijk de gevangene wordt van een kluwen van bepalingen en procedures.
Als iets ons een heilige onrust en wakker geweten moet blijven bezorgen, dan is het dat zovelen van onze broeders en zusters zonder de kracht, het licht en de troost van de vriendschap van Jezus Christus leven, zonder een geloofsgemeenschap die hen opneemt, zonder een horizon die zin en leven geeft.
Meer dan de vrees ons te vergissen, hoop ik dat we bezield blijven door de vrees opgesloten te zitten…
– in structuren die ons een valse bescherming geven,
– in normen die ons tot onverbiddelijke rechters maken,
– in gewoontes waarin we ons comfortabel voelen, terwijl er buiten een uitgehongerde menigte wacht en Jezus maar tot ons blijft herhalen: ‘Jullie moeten hun te eten geven!’