Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
26-01-2011
MACAJUBA PELA PISTA - 1
MACAJUBA PELA PISTA - DEEL 1
NAAR MACAJUBA LANGS DE ZANDWEG
Enige tijd al zien we ook in België beelden over de stortregens en de modderstromen in Rio en São Paulo. Hier spreekt de TV al weken over O desastre das chuvas, De ramp van de regens, met avond aan avond de trieste beelden van ellende in de favelas of sloppenwijken rond deze miljoenensteden. Met avond aan avond ook dezelfde beelden van wanhopige mannen en krijsende vrouwen, die hun schamele alles verloren, omzwermd door huilende kinderen. Maar Rio en São Paulo, dat is ook in Mundo Novo ver van mijn bed, duizenden kilometers meer naar het zuiden, in hetzelfde Brazilië, dat zo rijke land waar de armoede en de armen je elke dag in de ogen kijken en je stem bijwijlen in je keel doen stokken.
Mundo Novo, dat is het Noordoosten, de Nordeste, en dat staat voor droogte en dorheid, stof en zand, rossige weiden, kilometers broussaille, cactussen ook, en af en toe een tros zeboes, magere koeien, goed voor vier, vijf liter melk per dag, wonderbaarlijk, dat die er nog in slagen om dat schaarse rosse gras langs hun vier magen te herkauwen en om te toveren tot lichte, romige melk. Zo was het al eeuwen, zo hoort het dus te zijn ook, en de Nordestino streeft ernaar om met die dorre droogte een overlevingspact te sluiten. Als je dit klimaat niet kan veranderen, zoek dan een manier van leven om ermee om te gaan.
Maar de hoge zomer van 2011, dezer dagen dus, is anders. Ruim een week ben ik nu hier, en er is nog geen dag of nacht voorbijgegaan zonder regen. Geen stortregens, maar af en toe fikse buien. In het stadje zoekt het water zijn weg over de straten en spoelt het zand weg tussen de kasseien, want riolen zijn er niet, op één grote, open riool na, die midden in het stadje stinkt. Langs de grote asfaltwegen zie je soms wel, sinds enkele jaren, diepe riolen om het water af te voeren, maar op de talloze zandwegen of pistas moet het water zelf zijn weg uitgraven: talloze soms diepe greppels, naast, midden of dwars over de rijweg. Een auto sturen is dan ook niet echt een pretje. Temeer omdat deze pistas heuvel op en heuvel af slingeren, en regelmatig grote plassen blijven staan op het diepste punt.
Gisteren hadden we een daguitstap gepland: Macajuba, langs de pista, omdat het langs daar zo uitzonderlijk mooi is, met links en rechts en hier en daar een kleine fazenda of boerderij op mensenmaat, met vijftig of honderd stuks rundvee, ruim voldoende om met een familie gelukkig te leven. Om halftien dus in de auto, de eerste vijftien kilometer vrolijk fluitend als het ware over de verse asfalt, waar je enkele jaren geleden nog tussen de putten in het wegdek moest laveren.
En dan rechtsaf, de pista op. Ook vorige nacht had het geregend, maar ja, wat kon dat maken, de zon stond al hoog aan de hemel en alles droogt hier toch zo vlug. Dus, nog altijd vrolijk fluitend als het ware, het eerste stukje van de zandweg, de eerste heuvel op, de eerste vallei in, en dan weer op naar de tweede heuvel, temidden van het frisse groen dit jaar, dat anders dor en droog en ros is. Een beetje later ook de eerste greppel, wat later één, die al wat dieper was, en dan een derde die nog nat was van de nachtelijke regen. Maar wat zou dat? En waarom daarom treuren, er stond daar boven op die heuvel nog zon gelukkige fazenda op mensenmaat, met okergele muren, rode pannen op het dak, wat fruitbomen rondom en ook zo kleurrijk nog, die bloemen in de tuin.
Goedgemoed alweer een bocht geslingerd, een nieuwe helling af, en dan vertragen, remmen, kijken: hoe loopt het beste spoor nu, want daar beneden lag een flinke plas, dwars over de pista, links van de pista, rechts van de pista. Hoe liep het spoor van de vorige auto? Gestopt, gekeken, gewikt en gegokt. Vooruit dus, het water spatte op, links, rechts, boven en onder de auto.
Gewikt en gegokt. Maar fout gegokt. De wielen van de wagen zakken weg, slippen en stoppen. Weer geprobeerd, de wielen draaien door. Een derde keer, de motor al wat luider maar geen meter verder. Stokstijf stilstaand, met water links en water rechts, en hetzelfde bruine water voor en achter.
Roels, gij weegt te zwaar. Uitstappen en duwen, zegt Frans, die in die dingen dan danig kort is. Ik keek eens buiten, liep niet over van enthousiasme, maar er was geen andere keuze. Treuzelend het portier geopend en uitgestapt, gelukkig had ik maar een short aan, en dan op sandalen dat rosse water in, bijna tot kniehoogte wegzakkend in slijk en modder. Wadend naar drogere oorden.
Niet langer vrolijk fluitend achter de auto post gevat, Frans, die weer start en gas geeft, en ik maar duwen. Een halve meter verder. Dat gaf hoop. Even ademen, en nog eens gazen en duwen, maar deze keer slechts twintig centimeter opgeschoten, en een derde keer enkel een brullende motor, wielen die doordraaien, en Frans, die ook uitstapt. Ook op sandalen, maar met een lange broek. Gelukkig nog een lange broek voor water in de kelder. De zaak bekeken, besproken, bestudeerd, weer geprobeerd, en weer geen centimeter verder.
Omdat er toch tijd was, dankte ik de hemel, God, en al zijn lieve engelen en heiligen dat ik niet voorgesteld had om langs deze pista te gaan, want anders was ondanks de weidse ruimten het kot te klein geweest. Jezuke, dank, dat je dit prachtige plan bij Frans zelf hebt ingeblazen, zonder dat ik jouw medium moest zijn! En ook nog dit, Jezuke, nu je mij al zo goed geholpen hebt, kan je nu nog effe voortdoen, en een van je engelen sturen, die hier meer van afweet dan je povere drommels hier?
En zo gebeurde. Geen Michaël, Rafaël of Gabriël, maar wel een engel. Zonder vleugels weliswaar maar met dezelfde inspiratie en met kennis van zaken. Een jonge man van de fazenda boven op de heuvel, die daar geboren en getogen was en in familie leefde. Weer de zaak bekeken, besproken, bestudeerd, en dan te voet opnieuw de heuvel op, naar de fazenda, en een soort hak of schup gehaald. Het slijk weggegraven en een pad gebaand. Gestart, geduwd, en alleluia! Tien meter verder, op het droge, zij het met natte voeten in sandalen vol zand en modder.
De engel bedankt, nog even gepraat, en dan verder op de pista. Ietwat minder vrolijk fluitend.