DE MOERBEITOPPEN RUISTEN
De moerbeitoppen ruisten;
God ging voorbij;
Neen, niet voorbij, hij toefde;
Hij wist wat ik behoefde,
En sprak tot mij;
Sprak tot mij in de stille,
De stille nacht;
Gedachten, die mij kwelden,
Vervolgden en ontstelden,
Verdreef hij zacht.
Hij liet zijn vrede dalen
Op ziel en zin;
'k Voelde in zijn vaderarmen
Mij koestren en beschermen,
En sluimerde in.
De morgen, die mij wekte
Begroette ik blij.
Ik had zo zacht geslapen,
En Gij, mijn Schild en Wapen,
Waart nog nabij.
Nicolaas Beets (1814-1903)
09-02-2015 om 17:35
geschreven door Omer
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
Categorie:Dagboek/bedenkingen
|