Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
05-05-2018
ZONDAG 6 MEI
6de PAASZONDAG B – 6 MEI 2018 ‘WANT GOD IS LIEFDE’
De eeuwen door hebben vragen over God mensen in de ban gehouden. Bestaat Hij eigenlijk wel, echt en daadwerkelijk? Of hebben wij hem zelf ‘uitgevonden’ omdat we ‘zo Iemand’ nodig hadden en gewoonweg niet zonder konden? En als Hij bestaat: welke voorstelling, welk beeld kunnen wij ons beeld van Hem vormen? Hoe is Hij eigenlijk, Wie is Hij eigenlijk. Vandaag antwoordt Johannes met kinderlijke klaarheid in de lezing uit zijn eerste brief: ‘God is Liefde’ In het evangelie boomt hij daar nog wat meer over door, met woorden van Jezus tijdens het Laatste Avondmaal: ‘Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.’
Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. (1 Johannes 4,7-8)
Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt zoals Ik u heb liefgehad. Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden. Ik noem u geen dienaars meer want de dienaar weet niet wat zijn heer doet, maar u heb Ik vrienden genoemd … (Johannes 15,12-13 en15)
‘ZOALS IK JULLIE HEB LIEFGEHAD’
Zusters en broeders, we kunnen heel veel van elkaar verschillen, maar dit hebben we toch wel gemeen met elkaar: we willen gelukkig zijn. Daar gaan Jezus’ woorden vandaag over: ‘Ik zeg u dit alles, opdat mijn vreugde in u mag zijn en uw vreugde volkomen mag worden.’ Jezus verlangt ernaar dat zijn diepe vreugde ook in ons mag wonen. En Hij voegt eraan toe: ‘Als je die volkomen vreugde wil ervaren, moet je elkaar liefhebben, zoals ik jullie heb liefgehad.’ Een andere weg is er niet, alleen de liefde zoals Hij zelf ons liefhad. Liefde! De eeuwen door is er over gezongen, geschreven en gepraat. Met zoveel verschillende betekenissen: huwelijksliefde, moederliefde, kalverliefde, naastenliefde, eigenliefde, liefdoenerij, liefdadigheid, verliefdheid … Van de ene kant is het woord tot op de draad versleten omdat het te pas en te onpas gebruikt wordt. En van de andere kant is het onverslijtbaar en onmisbaar, zoals een dichter schreef ’Liefde is het hart van het heelal’. Vandaag zegt Jezus ons: ‘Geen groter liefde kan iemand hebben dan dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden’. Het gaat hier niet over sterven voor elkaar, maar over leven voor elkaar: jezelf geven, jezelf vergeten in gewone dagelijkse dingen. Het is ‘iets doen’ en ook ‘iets gaarne doen’, om de ander gelukkig te maken … ook als dit moeite kost . Het is jezelf vergeten omwille van de ander. Meer nog: liefde is jezelf geven, met wat je hebt en met wat je bent – zoals Jezus heeft voorgedaan. We kunnen mensen gaarne zien, omdat ze goed zijn voor ons. Bij Jezus wordt die volgorde omgekeerd. Zijn liefdevolle blik of gebaar komt eerst en daardoor wordt iemand goed. Hij bemint Zacheüs, een egoïstische uitzuiger, en daardoor geeft die de helft van zijn bezit aan de armen. Hij bemint Petrus die hem driemaal verloochende en Petrus wordt een rots van geloof. Jezus’ liefde maakt iemand goed. Ook onze liefde kan mensen anders maken. Daarom heeft iemand terecht gezegd: ‘Liefde verandert de wereld niet … maar liefde verandert de mensen, en mensen veranderen de wereld.’
Zoals u
Zoals u hier hebt liefgehad, ons als een broeder toevertrouwd, met hart en ziel, zo wilt u dat ook ik van al uw mensen houd.
Zoals u ons hebt opgericht door al uw aandacht en geduld en ons weer zette in het licht voorbij de sleur, voorbij de schuld;
zoals u doven horen deed, en lammen lopen, blinden zien, de warme hoop in alle leed, zo wilt u dat ik mensen dien.
Zoals u was in alles goed en mild, altijd en overal, en schaamteloos vol goede moed, zo wilt u dat ik worden zal.
Zoals u hier bent rondgegaan, en heel de wereld weet nog hoe, en elke mens hebt welgedaan, zo wilt u, meester, dat ik doe.
Zo blijft u leven na uw dood, als licht in angst, als troost in pijn. Zo blijft u onze lotgenoot. En zo zal God verheerlijkt zijn.
Lieve Maria, omdat de Vader in elke mens het verlangen gelegd heeft van Hem en bij Hem te zijn, voelen wij ons voortdurend onderweg, pelgrims, soms wat ontheemd, hopend op de dag dat Hij ons opneemt in een eeuwige omhelzing.
Maar nu en dan ook bang omdat we onzekere, kleingelovige mensen zijn die zich vasthouden aan wat ze zien.
Neem Jij, Maria,ons bij de hand, zodat we niet bang hoeven te zijn en breng ons langzaam maar zeker langs je Zoon Jezus naar onze enige echte thuis, in de armen van onze God. Amen.
In de voetsporen van Jozef ga je binnen in de droom waarin de Zoon van David – handen open en ’t hoofd op hol geslagen van zijn vrouw – een engel ziet die hem de vrees ontneemt, de glimlach van het weten geeft.
Het Kind dat is als elke en ‘made in heaven’ wacht in het schootveld van zijn moeder op verlossing, alleen de ezel met zijn lange oren wil niet mee naar Bethlehem waarheen Jozef hem trekt.
Zoveel gezien als toegevoegde waarde(1) houdt hij de wacht die man, maar weet: geen man gaat naar zijn vrouw en kind tenzij langs hem, deel van de poort naar God is hij, daar bij die grot. Alleen het ‘schorriemorrie’(2) gaat er door, een herder en een schaap, een koning zonder troon, of – klein genoeg – ook jij misschien.
Want hoe gebukt als elke vluchteling gaat dit gezin het land Egypte in, de ballingschap. Heb je die Hand gezien?
En God beminnend als hun Kind zijn zij op engelvoeten terug de weg naar huis gegaan; want uit dat verre land – als ooit zijn volk – riep God de Heer zijn Zoon, een takje uit de oude stam(3) van David – Isaï – Ruth tot Abraham.
De Geest van Jahwe rust op Hem met de gaven zevenvoud, shalom, zoals Jesaja profeteerde; in Nazareth gerechtigheid geleerd als milde regen neergedaald is Hij in die verdwaalde tijd.
‘k Hou van de dingen van mijn Vader ik baad mij in dit eeuwenoude zevenlicht ik draag de tempeltafels van Wet, ik honger met zovelen, ‘k wil wonen in ’t Huis van Brood(4), ik leef al nu voorbij de dood.
Omer Gielliet (Biervliet 14 mei 1925 – Breskens 7 mei 2017)
Voetnoten:
(1) De naam Jozef betekent eigenlijk ‘de toegevoegde’. (2) ‘Schorriemorrie’ is eigenlijk de Nederlandse verschrijving voor twee Hebreeuwse woorden voor os en ezel. Het is een aanduiding voor ‘arme’ mensen en zwervers. (3) ’t Hebreeuwse woord ‘nezer-nazer’ betekent twijg, takje. Het werd door Mattheüs gebruikt om de profetie van Jesaja naar Nazareth te laten verwijzen. (4) Beth-lehem d.i. Brood-huis. Jezus wordt ’t Brood des Levens genoemd.
(Het beeld ‘In de voetsporen van Jozef’ – eveneens van priester Omer Gielliet – staat buiten aan de kerk van Maldegem-Donk)