Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
02-04-2011
ZONDAG 3 APRIL
ZONDAG 3 APRIL 4de VASTENZONDAG
Heer, maak dat ik zien kan
Vorige zondag kregen we een beeld van Jezus, als de Bron van Levend water. Hij wil onze diepste hunker stillen en ons een volkomen Leven schenken.
Vandaag wordt Jezus voorgesteld als het Licht voor de wereld. Waar mensen gevangen zitten in duisternis kwaad, onderdrukking, misbruik, eigenwaan of wat dan ook daar wil Hij zelf Licht brengen en Baken zijn.
In het voorbijgaan zag Jezus iemand die al vanaf zijn geboorte blind was.
Hij spuwde op de grond. Met het speeksel maakte hij wat modder, streek die op de ogen van de blinde en zei tegen hem: Ga naar het badhuis van Siloam en was u daar. De man ging weg, waste zich, en toen hij terugkwam kon hij zien.
Zijn buren en de mensen die hem kenden als bedelaar zeiden: Is dat niet de man die altijd zat te bedelen? De een zei: Ja, die is het, en de ander: Nee, maar hij lijkt er wel op. De man zelf zei: Ik ben het echt.
Daarop namen ze de man, die blind geweest was, mee naar de Farizeeën. De dag dat Jezus modder gemaakt had en zijn ogen geopend had, was namelijk een sabbat. Ook de Farizeeën vroegen hoe het kwam dat hij kon zien. En weer vertelde hij: Hij heeft wat modder op mijn ogen gedaan, ik heb me gewassen en nu kan ik zien.
Sommige Farizeeën meenden: 'Zo iemand komt niet van God, want hij houdt zich niet aan de sabbat, maar anderen zeiden: Hoe zou een zondig mens zulke wondertekenen kunnen doen? Er ontstond verdeeldheid.
Daarop vroegen ze aan de blinde: Wat denk jij van die man? Het zijn immers jouw ogen die hij genezen heeft. Hij is een profeet, was zijn antwoord.
Toen riepen ze: Jij, sinds je geboorte ben je een en al zonde, en nu wil jij ons de les lezen? En ze joegen hem weg.
Jezus hoorde dat en zocht hem op. Hij vroeg: Gelooft u in de Mensenzoon? Als ik wist wie het was, Heer, zou ik in hem geloven, zei hij. U kijkt naar hem en u spreekt met hem, zei Jezus. Toen zei de man: Ik geloof, Heer, en hij boog zich voor Jezus neer.
En Jezus zei nog: Ik ben in de wereld gekomen om het oordeel te vellen. Dan zullen zij die niet zien, zien en zij die zien, zullen blind worden.
Een paar Farizeeën die bij hem stonden en dat hoorden, zeiden: Wij zijn toch zeker niet blind!
Was u maar blind, zei Jezus, dan zou u zonder zonde zijn. Maar u beweert dat u kunt zien, en dus blijft uw zonde. (Johannes 9,1-41, ingekort)
MAG HET LICHT DOORBREKEN IN ONS LEVEN?
Weer komt het evangelie uit Johannes; er is dus een diepe inhoud. Jezus toont dat Hij licht brengt, dat Hij Licht is voor de wereld. Maar er is ook een meer eenvoudige gedachte. Het verhaal tekent hoe mensen met elkaar omgaan, in hun daagse doen. Boren wij de andere de grond in of is hij voor ons de geliefde medemens?
De Farizeeën kelderen de blinde man; ze schelden en schimpen, en menen zo groot te worden. Het toont alleen hun eigen trieste kleinzieligheid. Hun manier van doen werkt als een boemerang: hun misprijzen keert terug op henzelf. Niet de blinde mens wordt afgebroken door hun verwijten, zelf worden zij meelijwekkende schepsels! Hun vooroordelen beletten hen om de grootheid van die man te zien: het nederige geloof van de blinde ontgaat hen, en veel meer nog ontgaat hen de boodschap van Jezus. Hun verstokte eigenwaan maakt hen ziende blind en zo blijven zij gevangen in zichzelf. Zij zien niet hoeveel ruimer, hoeveel mooier de ware wereld is!
Hoe anders is de blinde man! Open en zonder vooroordelen! Zijn blindheid helpt hem daarbij: hij moest al zoveel opgeven en loslaten dat hij niet meer vol is van zichzelf. Zo kan hij in alle nederigheid tot Jezus zeggen: ik geloof, Heer. Zo kan hij zich in deemoed buigen en rustig zijn verhaal doen aan zijn belagers. Vrij van alle hoogmoed kan hij onbevangen naar de andere toegaan. Hij groeit in de ontmoeting. Zijn nederigheid maakt hem groot.
Hoe anders ook is Jezus zelf. Gewoon in het voorbijgaan, merkt Hij die kleine mens op, misprezen, bedelend, uitgesloten, verschopt. Meteen ziet hij zijn leed en voelt Hij mede-lijden. Letterlijk: HIJ LIJDT MEE: samen met die sukkelaar voelt Hij dezelfde pijn en daarom zal Hij ook mee dragen. Zozeer leeft en lijdt en draagt Hij mee dat het leed wordt opgeheven: de blinde man wordt ziende.
Jezus zwijgt ook niet voor de valsheid van de zelfvoldane Farizeeën, die machtig waren en religieus nochtans in hoog aanzien stonden. Zonder enige vrees ontmaskert hij de leugen van de wereld, de leugen van de groten, de leugen van de opgeblazen eigenwaan.
Zo tekent deze genezing ten volle Jezus grootheid. Jezus voert uit wat Maria in haar loflied over God zelf had gezongen: Hij drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien.
Daarom kunnen wij alleen maar danken, en wij bidden:
Heer Jezus, wees Gij zelf het Licht vóór onze ogen, wees ook het licht in onze ogen.
Een oude rabbi vroeg aan zijn leerlingen: 'Hoe kun je het moment bepalen waarop de nacht ten einde is en de dag begint ?'
'Als je uit de verte een hond van een schaap kunt onderscheiden?' zei een leerling.
'Nee,' zei de rabbi.
'Als je van verre een dadelboom van een vijgenboom kunt onderscheiden?' dacht een ander.
'Nee,' zei de rabbi.
'Maar wanneer dan?' vroegen de leerlingen.
De rabbi antwoordde: 'Van zodra je in het gezicht van een mens kunt kijken en daarin je zuster of broeder ziet.
Droom wat je graag droomt; ga waar je graag gaat; wees wie je wil zijn; want je hebt maar één leven en één kans om al die dingen te doen die je wilt doen.
Dat je genoeg geluk mag hebben om je mild te maken, genoeg pogingen om je sterk te maken, genoeg zorgen om je menselijk te houden en genoeg hoop om je gelukkig te maken.
De gelukkigste mensen hebben niet noodzakelijk het beste van alles; ze maken het beste van wat ze op hun weg tegenkomen.
De schitterendste toekomst is altijd gebouwd op een vergeten verleden; je kan niet vooruit gaan in het leven tenzij je de voorbije mislukkingen en zorgen los laat.
Toen je geboren werd was je aan het wenen en iedereen rondom jou lachte. Leef jou leven zo dat je bij het einde jij het bent die glimlacht en iedereen rondom jou weent.