Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
05-08-2017
ZONDAG 6 AUGUSTUS
18de ZONDAG B – 6 AUGUSTUS 2017
GEDAANTEVERANDERING VAN DE HEER
Ons leven zit vol met regelmaat en gewone dingen. Vandaar dat de dagen allemaal op elkaar kunnen lijken, met eentonigheid, routine en sleur.
Vandaag horen we in het evangelie het verhaal van Jezus op de berg Tabor: een gebeurtenis, die allesbehalve alledaags is, en die de leerlingen zuurstof gaf voor hun geloof in de Verrezen Jezus. Daarom kijken wij vandaag uit naar eigen Taborervaringen.
Zusters en Broeders,
U doet er goed aan uw aandacht altijd daarop gericht te houden,
als op een lamp die in een donkere ruimte schijnt,
totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart.
(Uit de tweede brief van Petrus 1,19)
Zes dagen later nam Jezus
Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee
een hoge berg op, waar ze alleen waren.
Voor hun ogen veranderde hij van gedaante,
zijn gezicht straalde als de zon
en zijn kleren werden wit als het licht.
(Matteüs 17,1-2)
EVEN EEN GLIMP ZIEN
Boven op de berg zien de apostelen een glimp van een toekomst, die wenkt. Een glimp van een leven, dat ontstijgt aan dit geschonden leven hier. In dit visioen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zien de leerlingen méér dan de gebrokenheid van dit bestaan.
Het is een beeld van de heerlijkheid van de verrijzenis. Maar die heerlijkheid komt er na de pijn van zijn verworpenheid, lijden en dood. De eeuwen door hebben we die verheerlijking verkeerd begrepen. Barokke schilders tonen Jezus op de berg met licht en goud en groot spektakel.
Die heerlijkheid is nu nog maar aanwezig als toekomst en hoop. Vandaag zien we nog een heel ander beeld: Jezus openbaart zich vandaag in het vertrokken gelaat van mensen, die slachtoffer zijn in een gebroken, verscheurde wereld: in de kinderen die gedood worden in Syrië, Afghanistan en zoveel andere landen, in de mensen, die van honger omkomen in Afrika. Vandaag is de gedaante van Jezus nog ontredderd, geschonden, ontdaan van alle heerlijkheid.
De verheerlijking is een belofte, een hoop, die ons gegeven is. Wij leven nog niet tussen gouden kronen, mantels met brokaat en zwevende blote engeltjes. Kleine mensen die samen werken aan gerechtigheid kunnen in onze gebroken en verscheurde wereld tekens van hoop en liefde brengen.
De glorie van de verrezen Christus kan maar stralen in meer gerechtigheid, in de onophoudelijke zorg voor de gekwetste mensen die nu het gelaat van de lijdende Jezus tonen. Laten wij bidden dat dit visioen van de Taborberg in ons levendig mag blijven – boven alle leed en onrecht uit – zoals ook Jezus zelf slechts door lijden en dood tot de heerlijkheid van de verrijzenis is gekomen.
Van tijd tot tijd moet je het doen,
de berg opgaan,
de wereld laten verstillen,
jezelf en de anderen hervinden in gebed,
het volle licht van God
laten schijnen op ons gezicht.
Dat kan vooral in gezelschap van Jezus,
uit wie dit heldere licht al straalt,
en in het gezelschap van andere bergbeklimmers,
Godzoekers zoals Mozes en Elia.
Het was voor hen geen wereldvlucht.
Zij namen alles mee op die berg:
het wel en wee van hun volk,
hun machteloosheid en ontgoocheling.
Maar er kwam vrede in hun hart.
Ze ontvingen nieuwe kracht om af te dalen,
om te herbeginnen.
Want wie op de berg alles in het volle licht heeft gezien