Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
01-09-2018
ZONDAG 2 SEPTEMBER 2018
22ste ZONDAG B – 2 SEPTEMBER 2018
‘EEN OPRECHT HART’
Van de Franse schrijver Blaise Pascal is het gevleugelde woord: 'Het hart heeft zijn beweegredenen, waar het verstand niet bij kan.' Ook de lezingen van vandaag spreken over het hart van de mens.
De apostel Jakobus wijst ons op een grondhouding: 'Neemt met zachtmoedigheid het woord van God aan, dat in u werd uitgezaaid.' Wij krijgen veel andere boodschappen en wij horen veel andere woorden in onze tijd, maar heel juist zegt hij: 'het woord van God kan nieuwe mensen van u maken'.
Daarna horen we bij Jezus een gelijkaardige gedachte: 'waar het op aan komt is de innerlijke ingesteldheid van de mens, het hart of de geest vanwaaruit wij leven.
Wees zachtmoedig
en neem het woord van God ter harte.
Luister niet alleen naar het woord,
maar handel er ook naar;
anders bedriegt u uzelf.
(Jakobus 1,21-22)
Jezus antwoordde:
‘Wat is de profetie van Jesaja toch toepasselijk
op huichelaars als u!
Er staat immers geschreven:
“Dit volk eert mij met de lippen,
maar hun hart is ver van mij;
tevergeefs vereren ze mij,
want ze onderwijzen hun eigen leer,
voorschriften van mensen.”
De geboden van God laat u varen,
maar aan tradities van mensen houdt u vast.’
(Marcus 7,6-8)
‘LEEF OPRECHT ZOALS JE HART JE INGEEFT’
Nogal wat meisjes, en ook jongens, dragen een hartje met daarin een letter, of de foto, van de jongen of het meisje, die ze 't liefste zien.
Het hart van de mens, daar is al veel over gezegd, en we verstaan het nog altijd niet even goed. Jezus gebruikt het woord wel niet letterlijk vandaag, maar eigenlijk spreekt Hij toch ook over ons hart, over de binnenkant, waar onze daden uit voortkomen.
Zo'n hartje dragen, aan de buitenkant, zegt natuurlijk: 'ik hou van je, ik zie je gaarne – heel diep binnenin', En het zegt nog veel meer: 'ik ga dat niet wegsteken ook, de anderen mogen dat gerust weten, en zij zullen het kunnen zien – aan de buitenkant!'
Zo is het ook met het evangelie van vandaag. De dagelijkse dingen die wij doen, iemand een schouderklopje geven, bij een zieke op bezoek gaan, of omgekeerd: iemand pijn of verdriet aandoen – die daden staan niet op zichzelf, zij komen voort uit het binnenste van de mens.
Waar het allereerst op aan komt, is dat binnenste. Het is daaraan dat we moeten werken, aan die binnenkant, en meestal is dat moeilijker dan iets veranderen aan de buitenkant. De rimpels van de ziel zijn hardnekkiger dan de rimpels van het aangezicht. Zonnecrème kan hier weinig aan verhelpen.
Er is een erg gekend verhaal om dat te illustreren: 'Er waren eens twee monniken onderweg, ergens naartoe. Ze kwamen aan een rivier, en er stond daar een heel mooi meisje. Ze durfde niet door het water gaan, en ze vroeg dus of één van de monniken haar naar de overkant wilde brengen. Eén monnik deed dat ook. Hij nam het meisje op en droeg haar naar de overkant. Nadien zetten de monniken hun reis voort. Een hele tijd later zegt de tweede monnik tegen de eerste: ik versta nog altijd niet dat je dat meisje hebt opgenomen en gedragen. En de eerste monnik antwoordt dan: ik heb het meisje aan die oever achtergelaten, jij draagt haar nog altijd mee, in je gedachten.'
Het is een prettig verhaaltje, en heel eenvoudig leert het ons: waar we bij onszelf moeten op letten, dat is de binnenkant!
Is datgene wat wij doen, de buitenkant, dan zonder belang? Natuurlijk niet: wat diep in ons hart leeft, mag en moet ook naar buiten getoond worden. Van kinderen zegt men wel eens: hun ogen zijn de spiegel van hun ziel. Later lees je 't hart misschien niet meer meteen in de ogen, maar je ziet het wel in de hele manier van doen!
Daarnaast treft ook vandaag weer de scherpe houding van Jezus tegenover de vooraanstaande kerkmensen van zijn tijd, die alleen maar met de woorden goed zijn: 'Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij!'
Het is een waarschuwing voor ons allen, om niet alleen met woorden ons geloof te belijden, maar het te beleven vanuit het diepste van ons hart.
Het is ook een uitnodiging om altijd bedachtzaam te blijven, ook wanneer wij mooie woorden horen, ook wanneer wij zelf mooie woorden spreken. Is de beleving trouw aan het gesproken woord? En is het Gods eigen woord dat gesproken wordt, of zijn het alleen maar mooie woorden die het eigen belang dienen? Is het alleen maar mensenwet, die voorgehouden wordt?
In dat mooie kinderboek voor grote mensen, 'Bartje', zegt Anne de Vries, in het sappig dialect van Drenthe: 'Doe zoals ie zeggen, dan lieg ie nie!'
Het is een one-liner, een zinnetje om bij te houden! 'Doe zoals ie zeggen, dan lieg ie nie!' Laat je goede daden een goed hart vertolken!
'Jij zult pas rusten als je dood bent', zegt ze. Ik glimlach. Zovele dromen die nog op me wachten. Zoveel vermogens die nog niet genoeg benut werden. Zoveel aandacht, zoveel aanwezigheid waarmee geluk gedeeld of hoop gewekt, verdriet een beetje beluisterd kan worden.
Als leven zo bedoeld is dat wij het, eens ontvangen alleen maar kunnen doorgeven, hoe zouden onze handen dan voortijdig werkloos worden of zou leegte onze huizen binnendringen?
Toen ik een van mijn kinderen voor het eerst naar het buitenland zag vertrekken, dacht ik: 'Dat was het dan. Nu gaat ze weg, voorgoed. Wat was, komt nooit meer weer.' Maar ach, de vormen waarin je ooit werd gelegd verdwijnen niet. Het kind-zijn blijft, zoals het moeder-zijn blijft. Met alles wat daartussen ligt. En op mijn werktafel vond ik na het vertrek een briefje met een veelbetekenende boodschap: 'Ik verlaat dit warme thuis met een volle koffer dromen en herinneringen. Maar toch blijft dit de plek, de liefste en de veiligste, waarnaar ik altijd zal verlangen.'
Zo wordt je gaandeweg en telkens weer de weg gewezen. In elke nieuwe situatie schuilt een ander perspectief. Op een dag ben je niet meer diegene die voorop gaat. Je wordt de blijvende. De wachtende die borg staat voor aanwezigheid. En die de paradox van loslaten belichaamt, als zegel voor wat is, als waarborg voor wat nog kan geboren worden.
Ouder zijn is met de jaren transparanter worden. Aandachtig en aanwezig, ergens in de coulissen. Wakend over wat heilig is. Nog klankbord, maar niet onmisbaar meer het antwoord. En ruimte scheppen die voor leven nodig is. En deuren openhouden en zeggen: 'Ga maar, doe maar. Zie, ik sta achter je ... Ik zal er zijn.'