ANDER PERSPECTIEF
'Jij zult pas rusten als je dood bent', zegt ze. Ik glimlach. Zovele dromen die nog op me wachten. Zoveel vermogens die nog niet genoeg benut werden. Zoveel aandacht, zoveel aanwezigheid waarmee geluk gedeeld of hoop gewekt, verdriet een beetje beluisterd kan worden.
Als leven zo bedoeld is dat wij het, eens ontvangen alleen maar kunnen doorgeven, hoe zouden onze handen dan voortijdig werkloos worden of zou leegte onze huizen binnendringen?
Toen ik een van mijn kinderen voor het eerst naar het buitenland zag vertrekken, dacht ik: 'Dat was het dan. Nu gaat ze weg, voorgoed. Wat was, komt nooit meer weer.' Maar ach, de vormen waarin je ooit werd gelegd verdwijnen niet. Het kind-zijn blijft, zoals het moeder-zijn blijft. Met alles wat daartussen ligt. En op mijn werktafel vond ik na het vertrek een briefje met een veelbetekenende boodschap: 'Ik verlaat dit warme thuis met een volle koffer dromen en herinneringen. Maar toch blijft dit de plek, de liefste en de veiligste, waarnaar ik altijd zal verlangen.'
Zo wordt je gaandeweg en telkens weer de weg gewezen. In elke nieuwe situatie schuilt een ander perspectief. Op een dag ben je niet meer diegene die voorop gaat. Je wordt de blijvende. De wachtende die borg staat voor aanwezigheid. En die de paradox van loslaten belichaamt, als zegel voor wat is, als waarborg voor wat nog kan geboren worden.
Ouder zijn is met de jaren transparanter worden. Aandachtig en aanwezig, ergens in de coulissen. Wakend over wat heilig is. Nog klankbord, maar niet onmisbaar meer het antwoord. En ruimte scheppen die voor leven nodig is. En deuren openhouden en zeggen: 'Ga maar, doe maar. Zie, ik sta achter je ... Ik zal er zijn.'
Kris Gelaude
|