Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
31-03-2018
PASEN 1 APRIL 2018
ZONDAG 1 APRIL 2018 PASEN
Dit is de ochtend van de verrijzenis. Pasen, het belangrijkste feest van het jaar. Jezus leeft voorgoed, want Hij is verrezen. Het Leven overwint elke vorm van Dood, de liefde is altijd sterker dan de haat, en het Licht haalt het op alle duister, ook als de machten van het Kwaad onnoemelijk groot kunnen zijn. God houdt van ons – ondanks alles en doorheen alles – zoals Hij ook van Jezus hield, ondanks en doorheen zijn Lijden en Dood. Dit geeft ons hoop en ook de moed om niet op te geven.
Zusters en Broeders, Als u met Christus uit de dood bent opgewekt, zoek dan ook wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat aards is. (Brief aan de christenen in Kolosse 3,1-2)
De vrouwen vonden de steen weggerold van het graf, gingen naar binnen, maar vonden er het lichaam van de Heer Jezus niet. (Lukas 24,1-2)
EEN VERREZEN HEER …
Zusters en Broeders, we vieren vandaag Pasen, zoals we al zo dikwijls gedaan hebben. De klokken zijn al dikwijls naar Rome vertrokken, en met eitjes teruggekomen. En Jezus is al zo dikwijls verrezen. Is het de moeite om dat te blijven vieren? Is het de moeite om Jezus te blijven gedenken? Ik kan alleen maar zeggen dat ik dat nodig vind en zelf ook nodig heb. Op eigen houtje kan ik geen leven beloven zonder leed of pijn. Ik kan ook niet beloven dat alles gauw veel beter zal gaan en dat binnenkort honger en oorlog verdwenen zullen zijn. Ik denk ook niet dat ik dat zelf nog beleven zal. Het is moeilijk om zo te leven, met dat gebrek aan hoop. Ik heb dat eeuwenoud geloof nodig, dat terugkijkt naar de Joden en naar Jezus. Want daar vind ik verhalen die over bevrijding gaan, en over leven, en over liefde. Daar vind ik ook troost en bemoediging, en hoop als tegengif voor mijn verdriet. Het is van groot belang te horen, dat een blinde al eens opnieuw kon zien, of dat een lamme al eens weer kon wandelen. En dat een heel volk ooit eens weggetrokken is uit de slavernij in Egypte. Die dingen blijven herhalen, is voor mij de betekenis van mijn geloof en van de christelijke traditie. Vandaag in het evangelie vroegen de mannen in het lege graf aan de vrouwen: ‘Waarom zoekt ge de levende onder de doden? Hij is hier niet. Hij heeft toch zelf gezegd: Ik moet overgeleverd worden aan zondige mensenhanden en aan het kruis worden geslagen, maar op de derde dag zal Ik verrijzen.’ En de vrouwen herinnerden zich zijn woorden. Zo is het geloof in de verrijzenis op prille en stille wijze begonnen. Met dat lege graf, die twee mannen die daar stonden en de opgeplooide doeken. Ze zijn een teken dat Jezus uit de dood werd opgewekt. Een teken van Gods liefde. In een wereld waarin de machten van het kwaad zo sterk zijn en waarin het goede soms zo machteloos is, geeft God ons een teken dat Hij aan de kant staat van wie klein is, van wie zwak is, van al wie onrecht aangedaan wordt, ook van wie ter dood gebracht wordt – in al zijn goedheid. De verrijzenis van Jezus is een signaal dat Gods liefde uitgaat naar de kleine mens, die lijdt, en machteloos staat tegenover elke vorm van kwaad en onrecht. Het is een teken van Gods liefde, geen overdonderend betoog, geen waterdicht bewijs, alleen maar een teken – een aanwijzing voor mensen, die God in hun hart dragen en die de taal van zijn liefde verstaan. Net in dit broze teken spreekt God het woord dat ik nodig heb: dat het goede méér aankan dan het kwaad, dat liefde méér vermag dan haat en dat Hij – God – sterker is dan elke vorm van doodgaan. Die hoop heb ik nodig om te leven. (geïnspireerd door gedachten van Dorothee Sölle en Manu Verhulst)
In deze hoop
op een leven ná de dood
én een leven vóór de dood …
In deze hoop
wens ik jullie van harte
een zalig Paasfeest.
Vincent van Gogh 5
Kristus. Verlosser. Het Kruis vergaarde al het leed. Toen wierp hij weg het huis van zijn leed. Drie dagen en de schildwacht schrok. De kunst is groot. Een kruis van leed … dan valt het huis maar alles blijft.
En telkens woont ’t woord onder ons dat ons beloont, – nieuw. De weg van de Verlosser: de weg van het leed: een hoogvlakte van geluk.
't Is morgen Pasen – God, maar overal is de dood; en zou ik dan van leven moeten spreken? Mijn denken blijft bij Goede Vrijdag steken, want daar leed Jezus onze diepste nood.
't Is morgen Pasen – maar waar blijft de zon die onze ziek wereld kan genezen? Ik sta met Uw discipelen in angst en vrezen bij 't lege graf, waar 'k U niet vinden kon.
't Is morgen Pasen – feest van het gericht dat U gevoerd hebt tegen dood en lijden, feest van voorbijgaan van de dood, feest van bevrijden; Heer, doe ons opstaan in Uw levenslicht!
Ze grepen hem terwijl zijn vrienden sliepen En het verraad kuste als een vriend zijn mond. Rumoer was in de stad, en mannen liepen Met toortsen in de donkre straten rond.
Een menigte drong op het plein: ze riepen: ‘Kruis hem! Kruis hem!’ – Hij, die gebonden stond Voor het paleis, zag in hun oogen ’t diepe Geheim, waarvoor hem God ter wereld zond.
En naakt werd hij gekruisigd door soldaten, De vrouwen weenden en de priesters praatten, Er werd gedobbeld en veel wijn vermorst.
Het voorhang scheurde, dooden werden wakker, Een man wierp zilver ten verdoemden akker. Het is volbracht! – Zijn hoofd viel aan zijn borst.
Martinus Nijhoff
Toen zei Jezus: ‘Het is volbracht’. Hij boog het hoofd en gaf de geest. (Johannes 19,30)
Na deze woorden blies Hij over hen en zei: ‘Ontvang de Heilige Geest’ (Johannes 20, 22)
GOEVRIJDAG
Het autaarkleed is afgedaan, het wierookvat gebluscht, de lichten al gestorven en de ratel zelve rust; ’t houdt alles op, de zonne schijnt te vragen, ongetroost, of morgen zij nog heffen zal heur aanzicht in den oost.
‘Ik weet niet wie – of wat – de vraag stelde. Ik weet niet wanneer zij gesteld werd. Ik herinner me niet dat ik antwoordde. Maar eens zei ik ja tegen iemand – of iets.
Vanaf dat moment heb ik de zekerheid dat het leven zinvol is en dat mijn leven, in onderwerping, een doel heeft.
Vanaf dat moment heb ik geweten wat het wil zeggen ‘niet om te zien’, of ‘zich niet te bekommeren om de dag van morgen’.
Aan de Ariadnedraad van dit antwoord voortgeleid door het labyrint van het leven, bereikte ik een tijd en een plaats waarop ik besefte dat deze weg naar een triomf voert die ondergang is, dat de prijs die je ontvang voor de inzet van je eigen leven smaad is, en dat de diepte van de vernedering de enige verheffing is die voor de mens mogelijk is. Daarna had het woord ‘moed’ voor mij zijn zin verloren, omdat niets me meer ontnomen kon worden.
Verder op de weg leerde ik stap voor stap, woord voor woord, dat achter iedere zin van de held van het evangelie een mens staat en de ervaring van een mens. Ook achter het gebed dat de kelk hem mocht voorbijgaan, en achter de belofte om hem te ledigen. Ook achter ieder woord op het kruis.’
(Dag Hammarskjöld: ‘Merkstenen’)
In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd nam Hij een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: ‘Dit is mijn lichaam voor jullie.’ (1 Korintiërs 11,23)
Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. (Brief aan de christenen in Filippi 2,6-8)
Daar staan ze en ze schreeuwen schor en luid en houden aan: die leugenaar moet dood, ontkleed hem, sla hem naakt tot op zijn huid met spijkers door zijn handen aan een kruis, Barabbas vrij! Wij eisen Jezus’ bloed.
Terwijl het volk eist marteling en spot gaat naar het godshuis met zijn zilverloon angstig en schuw een man, Judas Iskariot. Van ver klinkt in zijn oren het gehoon
en van dichtbij een stem die zegt: Judas, verraad jij Jezus met een kus, verraad jij met een groet? Judas. De wroeging overmant in hem de haat en breekt uit in een schreeuw: Het is onschuldig bloed!
Jaap Zijlstra
Terwijl ze aanlagen voor de maaltijd, zei Jezus: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie, die met mij eet, zal mij uitleveren.’ Ze werden bedroefd (Marcus 14,18.19)
Verraden worden door een van je beste vrienden... een die met jou de tafel deelt... kan ik mij inleven in de pijn die dat doet? (Ignatiaans bidden, vastenretraite 2017)
Hij stond wreed voor den rechterstoel gebonden, En zij verweten mij zijn vriend te zijn En lasterden, wat heilig is en rein, Als laagheid en afschuwelijke zonden.
'k Zag, hoe zij Hem bespotten en verwondden. Hij leed geduldig smaad en vuige pijn, Ik vreesde hunner oogen valsche schijn En dat ze als Hem mij martelden en schonden.
Zij vroegen huichelend: gij hebt Hem lief? Eer Hij naar mij zijn teedere oogen hief, Had ik mij vloekend van Hem afgescheiden.
Toen stiet de haan zijn schellen morgenkreet. 'k Voelde mijn hart, dat borst van bitter leed. 'k Voelde mijn oogen, hoe ze brandend schreiden.
Ik zou zo graag geloven dat hij later naar hem teruggekeerd is: in die nacht dat Jezus in de tuin werd opgebracht. Een jonge man wilde hem volgen, staat er.
Dat hij toen echt alles had weggegeven. Want hij ging enkel in een linnen doek om zijn lichaam naar de meester op zoek. Het was zijn schuld niet dat ze hem verdreven.
Het laatste wat hij had viel hun in handen. Naakt sloeg hij op de vlucht. Verder dan daar kon hij niet volgen. Als een bedelaar. Ik zie de tranen in zijn ogen branden terwijl hij rent, tussen de struiken door: En sinds die nacht ontbreekt van hem elk spoor.