Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
11-01-2014
ZONDAG 12 JANUARI
1ste ZONDAG A - 12 JANUARI 2014
DOOPSEL VAN CHRISTUS
Vandaag ontmoeten we opnieuw Johannes de Doper. In de advent riep hij ons op om ons te bekeren. Nu staat hij bij de Jordaan om mensen te dopen. Wanneer ook Jezus door hem gedoopt wordt, breekt de hemel open en klinkt er een stem: `Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind.'
Ook wij zijn gedoopt! Mocht God dan ook over ons kunnen zeggen: ‘Jullie zijn mijn geliefde kinderen in wie Ik vreugde schep.’
Eerste lezing: Jesaja 42,1-4 en 6-7
‘Ziehier mijn dienstknecht: Ik heb mijn geest op hem gelegd. Het geknakte riet zal hij niet breken en de kwijnende vlaspit blaast hij niet uit.’
Evangelie: Matteüs 3,13-17
Toen Jezus gedoopt was, kwam Hij meteen uit het water. En zie, daar opende zich de hemel voor Hem en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op Hem neerkomen. Er kwam een stem uit de hemel, die zei: `Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind.'
HIJ DOOPT MET DE HEILIGE GEEST
Ook Lucas vertelt dit doopsel van Jezus in de Jordaan, maar hij laat de Doper iets uitvoeriger aan het woord: ‘Ik doop met water’, zegt Johannes, ‘maar Hij, Jezus, zal jullie dopen met de Heilige Geest en met vuur.’
Het is alsof Johannes zegt: ‘Mijn doopsel is wel bedoeld als teken van bekering, maar je kan daarbij heel goed doen alsof. Je stelt een uiterlijk gebaar, maar binnenin ben je heel anders. Je kan je laten dopen voor het oog van de mensen. Je veinst bekering en speelt een heel gemeen rolletje. Misschien denk je wel dat God je niet echt kent. Dat Hij het verschil niet ziet tussen wat je uiterlijk doet, en wie je werkelijk bent, binnenin. Weet je dan niet dat Hij hart en nieren doorgrondt? Dat Hij je door en door kent?’
Hoe anders is het doopsel dat Jezus toedient. Geen schone schijn of mooie rolletjes. Zijn doopsel verandert alles. Hij doopt met de Heilige Geest! En dan moet je breken met de wereld en zijn wijsheid. Er is geen middenweg: het is ofwel de Heilige Geest, ofwel de geest van deze wereld. Als die Heilige Geest je doordringt, dan wordt alles anders.
Dan moet je tegen stroom roeien, want de wereld lokt met valse goden, van eigenbelang en eigen goestinkjes, ten koste van wat ook, ten koste van wie ook. Maar je moet kiezen: het is de grote God of de kleine godjes.
‘Hij doopt ook met vuur’, zegt Johannes. Die Heilige Geest laat je niet koud: je zal vurig en enthousiast die nieuwe weg van Jezus gaan!
Omwille van dat alles haken vele mensen af en dat doet pijn. Maar als de Kerk de ware Heilige Geest volgt, kan zij mensen aantrekken, die openstaan voor 'wat waar en edel is, rechtvaardig en zuiver, kortom voor alles wat deugd heet en lof verdient'.
En die mensen zullen door hun enthousiasme ook aanstekelijk zijn. Zij zullen het vuur in hun hart ook blijmoedig doorgeven.
Padvinder ben ik nooit geweest. Tot mijn spijt. Ik had mezelf graag zo genoemd, want padvinder is een mooi woord. Ik snap niet waarom het nog zo weinig wordt gebruikt. Een scout zou toch ook het pad naar de heldere woorden moeten vinden. Maar scout is Engels en dat is de gidstaal.
Ik ben wel een oud-strijder van de Jamboree, de vierjaarlijkse hoogmis van de padvinders. Als jonge verslaggever heb ik ooit een van die massale bijeenkomsten bijgewoond, aan een meer in het Oostenrijkse Salzkammergut. Vermomd als een kleine Baden Powell, in een ribfluwelen korte broek – lange broeken waren in de padvinderij toen nog taboe – heb ik zowaar in een echte tent gewoond, tot een nachtelijke stormregen me naar buiten dreef en ik als een druipnatte poedel mijn toevlucht moest zoeken in een eenzaam dorpshotelletje.
Het heeft mijn geestdrift niet geblust. Enkele jaren later kon ik mijn eigen zoon laten genieten van de kampvuurgeneugten, het graven van de Hudo, het sjorren van tafels en banken, het zingen van het Beloftelied.
Dat Beloftelied maakt me een beetje sentimenteel. Het doet me denken aan onze Antwerpse bompa, die jarenlang 'de toog heeft gedaan' als 'den Achttien', ouderfeesten gaf om de solidariteit te verstevigen en de kas te spekken. Voor bompa was er geen mooier lied in zijn wereld. Zijn ogen schoten vol tranen als hij ernaar luisterde, zijn kinderen zingen het nog, als ze bijeen zijn en de familievader gedenken.
Wat zou hij nu zeggen bij het nieuws dat een van Vlaanderens grootste jeugdbewegingen haar naam wil verminken of veranderen? Voor hem was 'katholiek' als vanzelfsprekend een onvervreemdbaar deel van de beweging. Voor ons ook, toen we onze kinderen ernaartoe zonden. We keken dan ook vreemd op toen een mediadame op de buis glimlachend mededeelde, dat Jezus bij de scouts ontslag heeft gekregen.
Hoezo, vroegen we, danken de schapen nu de Herder af? Nee, nee, zo werd ons nerveus uitgelegd, zo moesten we het niet zien. De christelijke inspiratie blijft bestaan, maar we moeten dat pluralistisch zien, begrijpt u? Nee, we begrepen het niet.
Pluralistisch? Mooi, dat proberen we allang te zijn. Moet daarvoor nu de 'katholiek' sneuvelen? Kunnen we de wereld niet tegemoet treden vanuit onze eigenheid? Moeten we, in onze ijver om alles en iedereen te 'pluraliseren', eerst zeggen dat we niet meer zijn wat we zijn? Of willen we dat niet meer zijn? Geloven we nog wel echt in de Herder?
Er is nog een woord dat uit de naam zou worden weggegomd, het woord 'Vlaams'. Naarmate we in dit land zelfstandiger worden, vegen we onze eigennaam uit. We laten anderen terecht hun hoofddoek dragen en we hangen onze eigen hoed met drie deuken aan de kapstok. Zo'n goeie hoed! Je kon er water in scheppen om je te wassen, je kon er bijna in koken, je kon er met twee onder schuilen als het regende of als de zon te fel brandde, je kon er geld mee rondhalen voor de missies.
Pluralisme? Ik ben dat woord gaan wantrouwen sinds ik gezien heb hoe het in de praktijk bij ons wordt toegepast, hoe het zijn ware betekenis verliest en een andere, tegenovergestelde kleur krijgt. Misschien (om maar een voorbeeld te noemen) leest u nog Vlaamse kranten en hebt u ervaren in welke richting ze zijn geëvolueerd sinds ze hun leuze hebben aangepast. Wat blijft er over van hun christelijke inspiratie?
Nee, in dát Vlaamse pluralisme vind ik geen pad, tenzij in onze korf.