Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
12-03-2011
ZONDAG 13 MAART
ZONDAG 13 MAART EERSTE VASTENZONDAG
Elk jaar vertelt de eerste zondag van de vasten ons over Jezus, die 40 dagen in de woestijn vertoeft, in vasten en gebed, alleen bij God, alleen vóór God.
Zijn dorre woestijnervaring is een leidraad voor ons leven: elke vasten roept ons op om in geestelijke vrijheid uit te groeien tot de mens, die God voor ogen had, toen Hij ons schiep naar zijn beeld en gelijkenis, los van alles wat ons dag aan dag gevangen houdt, los van al wat ballast is voor een schoonmenselijke ontplooiing.
Eerste Lezing
uit het boek Genesis
In het begin maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.
God, de HEER, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt. Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad.
Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?
We mogen de vruchten van alle bomen eten, antwoordde de vrouw, behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.
Jullie zullen helemaal niet sterven, zei de slang. Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.
De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan.
Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. (Genesis 2,7-9.3,1-7)
Evangelie
In die tijd werd Jezus door de Geest naar de woestijn gebracht om door de duivel op de proef gesteld te worden. Na veertig dagen en veertig nachten vasten kreeg Hij tenslotte honger. De beproever kwam naar Hem toe en zei: `Als U de Zoon van God bent, zeg dan dat deze stenen brood worden.'
Hij antwoordde: `Er staat geschreven: De mens zal niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat uit de mond van God komt.'
Toen nam de duivel Hem mee naar de heilige stad, zette Hem op de rand van de tempel, en zei: `Als U de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: Zijn engelen zal Hij bevelen U op hun handen te dragen, zodat U aan geen steen uw voet zult stoten.'
Jezus zei hem: `Er staat ook geschreven: U zult de Heer uw God niet op de proef stellen.'
Weer nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij liet Hem alle koninkrijken van de wereld zien met al hun pracht, en zei: `Dit alles zal ik U geven, als U voor mij in aanbidding neervalt.'
Toen zei Jezus hem: `Ga weg, satan. Want er staat geschreven: De Heer uw God zult u aanbidden en Hem alleen dienen.'
Toen liet de duivel Hem met rust, en er kwamen engelen om Hem van dienst te zijn. (Matteüs 4,1-11)
DE KENNIS VAN GOED EN KWAAD
Wat niet eenvoudig kan gezegd worden, is de waarheid niet. Deze wijsheid is van toepassing op die boom in het midden van de tuin. De boom van de kennis van goed en kwaad wordt hij genoemd, en ook: de boom van het leven. Na een paradijselijk begin loopt alles mis in de tuin van Eden, als de mensen van de verboden boom gaan eten. Het verbod om van die éne boom te eten, en de straf, die dan volgt, het lijkt willekeur van een tirannieke god, die zijn wil oplegt aan slaven, die naar zijn pijpen moeten dansen. We vatten de zin niet van het eenvoudige verhaal, omdat we wijsheid zoeken in ver gezochte theorieën en langs spitsvondige kronkelwegen.
Maar bij God is geen sprake van gezochte spitsvondigheid. Zijn Woord is eenvoudig en helder. Zo is het ook met goed en kwaad, met leven en dood. Leven vinden we als we niet hoogmoedig zelf willen bepalen wat mag en kan. Wat goed en kwaad is, heeft God ingeschreven in de natuur zelf EN in ons geweten, want Hij heeft ons gemaakt naar zijn beeld en gelijkenis. In natuur en geweten leert HIJ ons wat mag en kan, niet als een tiran, maar als een God van Liefde, die met zijn schepping het beste voorheeft. Als de mens gehoor geeft aan die natuur en als hij luistert naar God, die hem aanspreekt in zijn geweten, zal hij leven vinden; maar dood zal zijn lot zijn, als hij zonder natuur en God zijn eigen wet wil stellen.
De hele geschiedenis toont de waarheid van dit verhaal, vanaf de wreedheid van de oudste tijden tot de oorlogen om olie van vandaag: leven vloeit voort uit eerbied voor de natuur der dingen EN uit eerbied voor de medemens, een wijsheid van ons geweten die de natuurwet het recht van de sterkste overstijgt. Onze eigen ervaring leert ons diezelfde wijsheid: zoveel leed ontstaat omdat we afwijken van Gods wil, die ingeschreven is in de natuur, zoveel pijn groeit uit vertrapping van de medemens.
En zoveel valse dromen lokken ons weg van die éne ware droom van leven, die God inschreef in ons hart en die nog leeft in de ongerepte onschuld van een kind:
Gelukkig kind,dat ligt en laat geworden al t geen de mens zo driftiglijk beroert! (Guido Gezelle)
Het enige dat ik aan God vraag, is dat lijden me niet onverschillig zou laten en dat ik niet zou nalaten te doen wat ik moet doen.
Het enige dat ik aan God vraag, is dat onrecht me nooit onverschillig zou laten omdat ik me opsluit in mijn eigen veilige plekje.
Dat oorlog me niet onverschillig zou laten, het monster dat de kleine mens vertrapt in zijn bange onschuld.
Dat bedrog me niet onverschillig zou laten, het veelvuldige bedrog en verraad in deze wereld.
Het enige dat ik God vraag, is dat de toekomst mij niet onverschillig zou laten, dat ik niet gewoon zou raken aan lijden en honger, aan onrecht en oorlog, aan bedrog en verraad in deze wereld
en dat ik de hoop niet verlies op een andere wereld.
Vandaag beginnen wij een nieuwe vastentijd. Doorgaans lijken alle dagen dagdagelijks hetzelfde. Zo licht en zo vanzelf sleept het leven ons mee in doordeweekse dagen met alleen maar daagse dingen.
Tegen deze achtergrond wordt vasten een herademing van vrije tijd, een tijd van herwonnen vrijheid: een nieuwe adem, los van elke beklemming, los van gewoontes, die opgedrongen worden en denken en doen domineren, los van invloeden die onvrij maken, los misschien nog bovenal van rimpels die de tijd op onze ziel gelegd heeft.
Herademen is stilstaan, kijken en keren:
halt houden en rondkijken waar het goede echt te vinden is;
uitkijken en terugkeren op wegen, die ten leven leiden,
ons afkeren van dodelijke onverschilligheid en egoïsme;
de rug toekeren naar elke vorm van onwaardigheid die wenkt en dreigt,
en ons bekeren tot een liefdevol leven zoals dat in het diepste van ons hart is ingeschreven.
Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U, o God. Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader komen en Gods gelaat aanschouwen? Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht, want heel de dag hoor ik zeggen: Waar is dan je God? Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en mij redt.
(uit psalm 42)
KIJK EENS IN DE SPIEGEL
Welk gezicht heb je vandaag op??? Kijk eens in de spiegel naar je eigen gezicht - niet naar je haren of naar je make-up Kijk verder en dieper... Je woont achter je gezicht. Aan je gezicht kan men je kennen. Heb je een masker op dat je aanpast, naar de omstandigheden?
Hard en koud, voor hen die onder je staan, vleiend en poeslief naar boven toe. Met een standaardglimlach voor de verkoop, of omdat je ervoor betaald wordt. Vrolijk in de bar, onverschillig op school. Uitdagend in het verkeer en gesloten thuis? Je woont achter je gezicht...
Wij mensen dragen heel dikwijls een masker waarachter we ons verbergen. Is deze dag niet een uitnodiging om vanaf nu het masker af te werpen en eerlijk te zijn tegenover God en de medemens? Je gezicht moet de open en eerlijke spiegel zijn van je binnenkant. Pas dan kun je echt ten volle leven.