Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
04-06-2011
ZONDAG 5 JUNI
7DE PAASZONDAG 5 JUNI 2011
KOM, HEILIGE GEEST!
Tussen Hemelvaart en Pinksteren hebben wij vandaag een wat stille zondag. Ook de eerste christenen hebben zo een tijd gekend. De droefheid weegt om het verlies van Jezus en de beloofde Helper en Trooster is nog niet gekomen.
Maar zij blijven samen in gebed. Want ook Jezus zelf had nog heel ontroerd gebeden die laatste avond toen Hij voor het laatst op weg ging naar de hof van Olijven en het kruis op Calvarie, om daar zijn zending te voltooien.
Moge dit gebed van Jezus zelf ook voor ons een steun en troost zijn in tijden, die zwaar vallen, omdat wij op een of andere wijze vervolgd, verworpen of uitgestoten worden omdat we trouw willen blijven aan de Geest van Jezus.
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en zei:Vader, het uur is gekomen. Verheerlijk uw Zoon, opdat de Zoon U verheerlijke. Gij hebt Hem immers macht gegeven over alle mensen om eeuwig leven te schenken aan allen die Gij Hem gegeven hebt.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden: Jezus Christus.
Ik heb U op aarde verheerlijkt door het werk te volbrengen dat Gij Mij hebt opgedragen te doen. Gij, Vader, verheerlijk Mij thans bij Uzelf en geef Mij de heerlijkheid, die Ik bij U had eer de wereld bestond.
Ik heb uw naam geopenbaard aan de mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. U behoorden ze toe; Mij hebt Gij ze gegeven en zij hebben uw woord onderhouden. Nu weten zij dat al wat Gij Mij gegeven hebt, van U komt. Want de boodschap die Gij Mij hebt meegedeeld, heb Ik hun meegedeeld, en zij hebben ze aangenomen en naar waarheid erkend dat Ik van U ben uitgegaan,en zij hebben geloofd dat Gij Mij hebt gezonden.
Ik bid U voor hen. Niet voor de wereld bid Ik, maar voor hen die Gij Mij gegeven hebt, omdat zij U toebehoren. Al het mijne is van U en het uwe is van Mij. Zo ben Ik in hen verheerlijkt.
Ik blijf niet langer in de wereld, zij echter blijven in de wereld, terwijl Ik naar U toe kom.
(Johannes 17,1-11a)
IK BID U VOOR HEN
Dikwijls kijken wij met heimwee en vertedering naar de tijd van de eerste christenen. Dikwijls ook bidden wij dat dezelfde geestdrift van de vroege Kerk evenzeer in en tussen ons zou leven.
Vandaag horen we de keerzijde van deze vroegste tijd. Jezus gaat weg uit deze wereld en bidt voor zijn leerlingen. Hij voorziet reeds de moeilijkheden, die hun deel zullen worden. Hij weet dat hun leven niet zorgeloos zal verlopen, als Hij niet meer zichtbaar bij hen zal zijn. Hij kent de vertwijfeling, die zij zullen voelen en Hij weet dat hun weg vaak zwaar zal zijn, als ze ZIJN WEG willen gaan. Daarom dat kleine zinnetje bij het Laatste Avondmaal: Ik bid u voor hen.
Jaren later zijn de moeilijkheden van de leerlingen geen toekomstmuziek meer. Het leven was verder gegaan, en de leerlingen waren al die jaren trouw gebleven aan het woord van Jezus. Maar, hoe aantrekkelijk de boodschap van Jezus ook was, zij werden niet begrepen door de wereld. Integendeel: zij werden verstoten en uitgesloten, ze werden vervolgd, omwille van zijn Naam. Petrus schrijft daarom in zijn eerste bief:
Zusters en broeders, wees niet verbaasd over de vuurproef die u ondergaat; er overkomt u niets uitzonderlijks. Hoe meer u deel hebt aan Christus lijden, des te meer moet u zich verheugen.
Ook dat was het leven van de eerste christenen en het blijft nog altijd het leven van velen die Jezus willen volgen. Het kan hard vallen in het dagelijkse leven, maar de werkelijkheid kan niet anders zijn. Even voordien had Jezus nog gebeden: Vader, de wereld kent U niet en ziet U niet. En daarom bid ik U voor hen: dat Gij hen in deze wereld zoudt bewaren.
Heer Jezus, bewaar uw gelovigen in oprechte trouw aan U, die Weg, Waarheid en Leven zijt en die volkomen vreugde schenkt.
De allerbelangrijkste les
Op een dag besloot een beroemde dichter om de wijsheid van Boeddha te bestuderen.
Hij reisde daarvoor naar het andere eind van het land waar een wijze leraar woonde.
Hij vroeg: 'Wat is de belangrijkste les van Boeddha?'
'Doe nooit iemand verdriet,' zei de leraar. 'Dat is wel heel erg simpel!' riep de dichter uit. 'De mensen zeggen dat u een grote wijze bent. Daarom heb ik een lange reis gemaakt. Om u te bezoeken.
Is dat nu de allergrootste wijsheid die u mij kunt geven?! leder kind kan mij dat zeggen!'
'Misschien kan een kind u dat wel zeggen, maar het is ongelooflijk moeilijk om nooit iemand verdriet te doen,' zei de wijze leraar.
Hemelvaart verwijst naar boven. Automatisch kijk je dan omhoog. Dat deden de leerlingen van Jezus ook. Zij volgden Hem met hun ogentot Hij achter het wolkendek verdwenen was.
Ze bleven Hem nastaren, verbouwereerd en aan de grond genageld. Maar de vraag:Wat staan jullie toch naar de hemel te kijken?, zet hen weer met beide voeten op de grond.
Steek nu maar zelf de handen uit de mouwen, is de boodschap.
In die tijd begaven de elf leerlingen zich naar Galilea,naar de berg die Jezus hun aangewezen had.Toen zij Hem zagen,wierpen ze zich in aanbidding neer;sommigen echter twijfelden.
Jezus trad nader en sprak tot hen:Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde.Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingenen doopt henin de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geesten leert hun te onderhouden alles wat Ik U bevolen heb.
Ziet, Ik ben met Ualle dagen tot aan de voleinding van de wereld. (Matteüs 28,16-20)
IK BEN MET U ALLE DAGEN TOT AAN DE VOLEINDING VAN DE WERELD!
Op die berg in Galilea stonden de leerlingen er allicht wat triestig bij. In veertig dagen verliezen ze Jezus voor de tweede keer. Eerst die vrijdag toen Hij gekruisigd werd, verworpen en uitgeroeid. Alles wat hen zo beroerd had, leek voor goed voorbij. Twee zijn er, die al meteen terugkeren naar hun gewone doen in Emmaüs, weg uit Jeruzalem, waar al dat moois aan diggelen was geslagen. Hun woorden raken ons: En wij die gehoopt hadden Maar weg is die hoop.
Maar het bleek niet echt voorbij. In een vreemde herkennen ze Hem bij het breken van het brood. En Hij blijft zich tonen, aan alle leerlingen die samen zijn, eerst zonder, dan met Thomas; aan Maria Magdalena; aan de vissers bij het meer, die weer hun werk hadden opgenomen. Hij was dus niet echt weg. Bovendien zei Hij nog: waarom zoekt ge de Levende bij de doden? En samen met Jezus, die verrezen is, herleeft de hoop.
Nu staan ze daar weer. Op die berg in Galilea. Hij wordt opgenomen en zij kijken naar de lucht, tot een wolk Hem aan hun gezicht onttrekt. Weer verliezen ze Hem. Weer blijft de leegte van de vervlogen hoop. Weer voelen zij zich van God verlaten, en weer blijven ze bang samen. In die nestwarmte voelen zij zich veilig.
En nu was Hij echt voor goed weg. Er bleven alleen enkele beloften: Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik zal u een Helper, een Trooster zenden. En nu ook: Ik blijf bij u tot aan de voleinding van de wereld!
Van Hem konden dat toch geen loze beloften zijn. Hij had getoond dat Hij betrouwbaar was en woord hield. Er bleef alleen dat lichtpuntje in het diepe duister.
En bij dat lichtpuntje komt ook een zending: Trek de wereld rond, en vertel over Mij aan alle mensen. En laat je eerste woord dan telkens zijn: Vrede zij u!
Vrede zij u! op deze zalige hoogdag van Hemelvaart.
Hemelvaart
En als we toch weer naar omhoog gaan staren naar waar Hij is, - of hoe het heet wil Hij ons telkens weer bedaren omdat Hij van de mensen weet
Hij zal ons naar beneden wijzen naar wat te doen valt onder mensen ... Hij zal ons om die inzet prijzen en ons alleen het goede wensen.
Hij zal ons naar elkaar verwijzen: jou nu naar mij en mij naar jou opdat wij naar zijn onderwijzen mekaar graag zien in diepe trouw.
Pas dan kan hier de hemel groeien slechts dan leeft Hij nog voelbaar voort ... als liefde ondermaans kan bloeien zijn leven voortgaat ongestoord.