Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
17-03-2018
ZONDAG 18 MAART
5de VASTENZONDAG B – 18 MAART 2018
IN DE LEERSCHOOL VAN HET LIJDEN
De voorbije weken stond het kruis van Jezus voorop, en evenzeer ‘de kruisgang door de tijden’, van zovele mensen, die zijn weg gaan.
Dit kruis van Christus is onmiskenbaar ‘het grote mysterie van ons geloof’. Paulus spreekt hier terecht van een dwaasheid in het oog van de mensen, maar voor wie gelooft is juist dit kruis ‘Gods Kracht en Gods Wijsheid.’
Goede Vrijdag komt nu heel dichtbij, deze eucharistie spreekt dan ook eens te meer over die samenhang van kruis en verlossing, die samenhang van leed en leven. Onlosmakelijk zijn beide met elkaar verbonden, ook al gaat dit alle verstand te boven.
Hoewel Hij Gods Zoon was,
heeft Hij in de leerschool van het lijden
gehoorzaamheid geleerd.
(Brief aan de Joodse Christenen 5,6)
Kort voor Hij ter dood gebracht werd, zei Jezus:
Als een graankorrel niet in de aarde valt,
blijft het één graankorrel,
maar wanneer hij sterft, draagt hij veel vrucht.
Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het;
maar wie zijn leven prijsgeeft in deze wereld,
zal het behouden voor het eeuwige leven.
Wie Mij wil dienen, zal Mij moeten volgen,
en waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn.
Wie Mij dient, zal erkenning vinden bij de Vader.
Nu het zover is, is mijn ziel ontsteld.
Zal Ik dan zeggen:
`Vader, red Mij uit dit uur'?
Nee, want juist daarom ben Ik gekomen:
met het oog op dit uur.
(Johannes 12,24-27)
'GEHOORZAAM IN HET LIJDEN'
‘Christus heeft tijdens zijn leven op aarde, onder tranen en met luide stem, gesmeekt en gebeden, en zo heeft hij gehoorzaamheid geleerd’. De woorden van de eerste lezing klinken weer bijzonder hard. Maar Jezus’ eigen woorden in de hof van Olijven, tijdens het verhaal van zijn lijden, spreken eenzelfde taal: ‘Vader, red mij uit dit uur. En als het mogelijk is, laat deze kelk voorbijgaan. Doch niet mijn wil, maar uw wil geschiede’. Bovendien: zoals we in het evangelie van vandaag lezen, sprak Jezus reeds enkele dagen voor zijn uitlevering vrijwel letterlijk dezelfde woorden: Zal Ik dan zeggen: `Vader, red Mij uit dit uur'? Nee, want juist daarom ben Ik gekomen: met het oog op dit uur.
Kruis, gehoorzaamheid en redding behoren – in hun onderlinge samenhang – tot de diepste kern van Jezus’ leven, en dus ook van ons geloof. Maar eens te meer moeten wij beklemtonen: dit lijden wordt niet om zichzelf geprezen, en Jezus’ gehoorzaamheid is geen slaafs naleven van zinloze regeltjes, zoals wij ons nog voorbeelden herinneren uit verhalen van vroeger. Zijn lijden sluit aan bij zijn diepste roeping, waarvoor Hij in de wereld gekomen is: ‘de mensen vrij maken, van zonde en van alle kwaad dat uit die zonde voortkomt’. Doorheen dit lijden toont Hij ons een weg ten leven en voert Hij ons weg uit duisternis en dood. Langs de weg van dit lijden opent Hij voor ons de toegang tot een waarachtig leven van een diepe, volkomen vreugde.
Ook de gelovige koestert het lijden niet om zichzelf, maar opdat de medemens – doorheen dit pad van leed en pijn – menswaardiger zou kunnen leven. Wie zijn leven afstemt op de weg, die Jezus ging, aanvaardt het om eigen voordeel en belang op te geven, hopende om zo het leven van zijn lijdende medemens draaglijker te maken … want zo heeft Jezus voorgedaan. Zo zijn kruisweg en redding onlosmakelijk verbonden.
En dan is er die gehoorzaamheid, zo dikwijls misbruikt om mensen klein te houden of te onderdrukken. De gehoorzaamheid die Jezus voorleeft is een gehoorzaamheid aan God zelf. Wij moeten inderdaad afstand doen van eigen willetjes en grilletjes, om een hoger goed te dienen, een doel dat groter is dan ons eigen persoontje: een aarde, waarvan we niet alleen bij de schepping kunnen zeggen: ‘en God zag dat het goed was’, maar een aarde, die ons ook nu nog laat jubelen: ‘en God ziet dat het goed is’, de voltooiing van zijn Rijk, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar Hij daadwerkelijk en zichtbaar woont tussen de mensen.
Daar staan wij nog ver van af … en we zullen nog heel wat gehoorzaamheid moeten opsteken in de leerschool van het lijden. Opnieuw denken we dan aan die profetische woorden uit het Oude Testament: ‘Beide houd ik u voor: dood en leven. Kies dan het leven’.
Kies dan het leven … dat kan alleen maar door de onthechting van de graankorrel en door lijden, dat leven geeft. Kies dan het leven … dat vraagt ook gehoorzaamheid aan Gods mensgeworden Woord en aan zijn visioen over deze aarde en al wat er woont.
God is liefde. Pure scheppende, zichzelf gevende liefde. Hij is niets anders. Hij kan niets anders zijn. Zijn scheppende liefde zoekt zijn schepsel, zijn liefde zoekt de mens. De Ene en Eeuwige zoekt de mens die leeft in tijd en ruimte. Hij daalt af naar de mens, ‘ontledigt’ zich, komt binnen in tijd en ruimte, wordt mens. Hij komt binnen in de lange evolutie van de materie en van het leven, komt binnen in onze menselijke geschiedenis, en deelt ons sterfelijk menselijk bestaan, ons leven en onze dood.
In de mens Jezus van Nazareth wordt God zichtbaar onder ons. Hij is de Christus, de Gezalfde. De mens van en in Gods liefde. In Hem zien wij wat goddelijke liefde doet. In Hem zien wij wie wij zijn en kunnen zijn, en beginnen wij te vermoeden wie God is en wie God wil zijn.
De mens Jezus van Nazareth, de Verrezen Gekruisigde, de Zoon van de Vader, is de kern en het hart van ons christen-zijn. Het hart van het christen-zijn is geen leer, geen morele wet hoe hoogstaand ook, maar Iemand, een Persoon, de Levende. Ons geloven is geen kennis maar ontmoeting; ons geloven is geen weten maar vertrouwen; ons geloven is uiteindelijk dankbare overgave in liefde en vertrouwen.
Daarom luisteren we altijd weer opnieuw naar de ‘evangelies’ van en over Hem, naar Paulus (zijn brieven zijn de oudste geschreven getuigenissen over Hem, ouder dan de vier evangelies), en naar andere brieven die over Hem getuigen. Zij zijn de toegang tot onze ontmoeting met Hem als de Levende, nu. Zij zijn en blijven de nooit opdrogende bron van zijn genade, altijd weer opnieuw.
(Bron: Ignatiaans bidden, vastenretraite 2017, Geloofsimpuls 4)