Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
11-09-2010
ZO ZAL ER MEER VREUGDE ZIJN
ZO ZAL ER MEER VREUGDE ZIJN ...
Tot driemaal toe delen we vandaag in de aanstekelijke vreugde van iemand die terugvindt wat verloren was:
een herder zoekt zijn schaapje, dat de weg is kwijtgeraakt;
een vrouw heeft een geldstuk verloren,
en een man staat te wachten op zijn zoon, die verloren liep.
Tot driemaal toe is er die grote vreugde omdat na dagen of jaren van wachten en zoeken opnieuw gevonden werd, wat voorgoed verloren leek.
Tot driemaal toe zegt Jezus ons: ZO IS GOD.
Zijn geduld is eindeloos en zijn hart is altijd groter, altijd groter dan wat menselijk verstand ingeeft.
Wees dus barmhartig en warmhartig,
zoals jullie Vader barmhartig en warmhartig is.
Telkens kwamen alle tollenaars en zondaars naar Jezus luisteren.
De farizeeën en schriftgeleerden spraken daar schande van en zeiden:
`Die man ontvangt zondaars en eet met hen.'
Maar Hij vertelde hun deze gelijkenis:
`Als een van u honderd schapen heeft en er één van verliest,
laat hij dan niet de negenennegentig andere schapen
in de eenzaamheid achter
om op zoek te gaan naar het verloren schaap, totdat hij het vindt?
En als hij het gevonden heeft,
neemt hij het vol blijdschap op zijn schouders;
thuisgekomen roept hij zijn vrienden en buren en zegt hun:
`Deel in mijn vreugde want ik heb mijn verloren schaap weer teruggevonden.''
Ik zeg u, zo zal er in de hemel meer vreugde zijn
over één zondaar die zich bekeert,
dan over negenennegentig rechtvaardigen
die geen bekering nodig hebben.
Of als een vrouw die tien drachmen heeft, er één verliest,
steekt ze dan niet een lamp aan, veegt het huis en zoekt zorgvuldig
totdat zij die drachme vindt?
En als zij die gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren en zegt:
`Deel in mijn vreugde, want de drachme die ik verloren had, heb ik teruggevonden.''
Zo, zeg Ik u,
is er vreugde bij de engelen van God over één zondaar die zich bekeert.'
Hij ging nog verder: `Iemand had twee zonen.
De jongste zei tegen zijn vader: `Vader, geef mij mijn deel van de erfenis.''
En de vader verdeelde zijn vermogen onder hen.
Niet lang daarna vertrok de jongste zoon met al zijn bezit naar een ver land,
waar hij het verkwistte in een losbandig leven.
Toen hij alles opgemaakt had, kwam er een zware hongersnood over dat land
en ook hij begon gebrek te lijden.
Hij zwierf rond tot hij in dienst trad bij een van de inwoners van dat land;
die stuurde hem het veld in om varkens te hoeden.
Graag had hij zijn honger gestild met het voer dat de varkens aten,
maar niemand gaf hem wat.
Toen kwam hij tot zichzelf en zei:
`Zoveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed,
en ik verga hier van de honger!
Ik ga terug naar mijn vader.
Ik zal hem zeggen:
Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u;
ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten,
behandel me als een van uw dagloners.''
En hij ging terug naar zijn vader.
Toen hij nog ver van huis was, zag zijn vader hem al en werd ontroerd;
snel liep hij op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem.
`Vader,'' zei de zoon tegen hem,
`ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u;
ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten.''
Maar de vader zei tegen zijn slaven:
`Haal vlug de mooiste kleren en trek ze hem aan,
doe een ring aan zijn vinger en schoenen aan zijn voeten.
Haal het gemeste kalf en slacht het; laten we eten en feestvieren,
want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden,
hij was verloren en is teruggevonden.''
En het feest begon.
Maar zijn oudste zoon was nog op het land.
Toen hij naar huis kwam, hoorde hij muziek en dans.
Hij riep een van de knechten en vroeg wat er te doen was.
Die antwoordde: `Uw broer is thuisgekomen
en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht,
omdat hij hem gezond en wel terug heeft.''
Toen werd die broer kwaad en hij wilde niet binnenkomen.
Daarop kwam zijn vader naar buiten
en probeerde hem tot andere gedachten te brengen.
Maar hij gaf zijn vader ten antwoord:
`Ik dien u nu al zoveel jaren en nooit heb ik een gebod van u overtreden,
maar mij hebt u nog nooit een bokje gegeven
om met mijn vrienden feest te vieren.
Maar nu die zoon van u is thuisgekomen,
die uw vermogen met hoeren verbrast heeft,
hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.''
Maar de vader zei :
`Jongen, jij bent altijd bij me en alles wat ik heb is van jou.
We moeten feestvieren en blij zijn,
want die broer van je was dood en is weer levend geworden,
hij was verloren en is teruggevonden.'' '
(Lucas 15,1-32)
O Heer, geef mij berouw en maak mijn hart bewogen, zodat ik weer de handen vouw met tranen in de ogen, opdat ik dag en nacht de tijd van mijn verdwaasde dagen in reinste en diepste ootmoedigheid bewene en beklage. Ach, Heer, indien Gij blijft verstoord, waar blijf ik dan, de arme? Want niemand, die mijn zuchten hoort zal zich om mij ontfermen! Het ligt zo zwaar op mijn gemoed, alleen kan ik het niet bewerken; maar, als Gij mij een teken doet, zal mij dat troosten en versterken. Dan wordt het goed!