Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
05-03-2016
ZONDAG 6 MAART 2016
4de VASTENZONDAG C
EEN REDEN OM TE FEESTEN
Het verhaal van de verloren zoon, wat moeten we daar mee aanvangen in ons gewone leven: dat kàn toch niet: iemand, die door eigen schuld in zijn ongeluk loopt, en dan maar doen of er niets gebeurd is!
Misschien kunnen wij het leren verstaan als we gaan vatten dat die zoon, die man, in werkelijkheid vereenzaamd is en ver van huis. Niet alles wordt goedgepraat, niet alles wordt ongedaan gemaakt, maar vergeving wordt mogelijk vanuit het begrip voor het leed van die mens.
Het is God
die door Christus
de wereld met zich heeft verzoend:
Hij heeft de wereld
haar overtredingen niet aangerekend.
En ons heeft Hij de verkondiging
van de verzoening toevertrouwd.
(2 Kor. 5,19)
Toen hij nog ver van huis was,
zag zijn vader hem al en werd ontroerd;
snel liep hij op hem toe,
viel hem om de hals en kuste hem.
(Lucas 15,20)
ZIJN VADER ZAG HEM AL VAN IN DE VERTE
EN LIEP NAAR HEM TOE
‘Vader, ik heb misdaan tegen God en tegen u’. Tot tweemaal toe komt het zinnetje voor in het verhaal. Dat de zoon in kwestie zijn vader verdriet heeft aangedaan, verstaan we gemakkelijk. Maar dat andere: ‘ik heb misdaan tegen God, dat voelen wij vandaag minder gemakkelijk aan. Toch is ook dat wezenlijk. We zeggen dikwijls dat God zich een wereld gedroomd heeft. Ik denk hier aan die historische woorden van Martin Luther King: ik heb een droom, dat eens in dit land, vrede en verstandhouding zullen heersen tussen alle mensen van alle rassen. We nemen aan dat God, van bij de schepping, een bepaald ideaal vooropstelde, een droom in gedachte had en de voltooiing daarvan aan ons overliet. God heeft een bepaalde orde voor ogen, zoals die opgeroepen wordt in dat mooie beeld van het aards paradijs. We moeten dat aards paradijs niet in een ver verleden plaatsen. Het ligt veeleer vóór ons: Gods droom ligt in onze handen! Als ons leven afwijkt van dit ideaal, zondigen wij derhalve ook tegenover God; wij werken zijn verwachting van een aards paradijs tegen. En dat is de kern van zonde; het gaat niet zozeer om een inbreuk tegen één of andere wet maar wel om Gods ideaal, dat tegengewerkt wordt.
En dan is er nog die vader in het verhaal, een zonderling misschien in onze ogen. Maar ook nu nog worden ouders uitgenodigd om op dezelfde manier ‘zonderling’ te zijn. Als een kindje gedoopt wordt, vraagt de priester imers: ‘beloven jullie trouw te blijven aan dit kindje, wat de toekomst ook brengen mag?’ Meer dan ooit is die toekomst thans een groot vraagteken. Je hebt dat als ouder niet echt in handen. Maar beloof je trouw te blijven … wat de toekomst ook brengen mag?
Jaren geleden was er op tv een reeks ‘de vrouwengevangenis’. In een paar flarden, die ik gezien heb, was ik vooral getroffen door het feit dat zoveel meisjes van 17, 18 jaar ook al in de cel zaten. Wij hopen dat niet, integendeel! Maar die toekomst ontsnapt ons ten dele. Wij zijn dan wel God niet, maar de Vader uit het verhaal is wel een voorbeeld. ‘Beloof je trouw te blijven aan je kind, wat de toekomst ook brengen mag?’
Het verhaal van de verloren zoon, het is één van de mooiste verhalen, die Jezus verteld heeft, we hebben het dikwijls gehoord en we kennen het goed. Maar het is zeker niet versleten of verouderd.
‘Domme dingen doen’
‘Twee tieners dood gevonden op een kamer…’ ‘Jongen ineengezakt op de dansvloer in een discotheek…’ Overdosis drugs, jonge mensen op de dool. Ze hebben zich losgewerkt van thuis en wilden groot worden op hun manier. Het zal je kind maar wezen.
Er zijn ouders die zeggen: ‘je bent mijn zoon niet meer, je bent mijn dochter niet meer.’ Vanuit een religieus principe, of enkel omwille van de ‘schone schijn’. Het gebeurt dagelijks. Deuren sluiten zich, harten breken, er zijn geen tranen meer om te wenen. Het gaat van kwaad tot erger. Jonge mensen belanden in de criminaliteit en in de gevangenis. Hun leven stort ineen.
We zijn allemaal wel eens opstandig. Graag gaan we dan onze eigen weg. Op zo’n momenten doen we soms domme dingen. De vader in het verhaal van de verloren zoon houdt de deur open. God is zo’n vader voor ons. Hij blijft op de uitkijk staan en hoopt. Terugkeer is altijd mogelijk. Als we inzien en ons omkeren, dan het feest. Wat verloren is, is teruggevonden.