Padvinder
Padvinder ben ik nooit geweest. Tot mijn spijt. Ik had mezelf graag zo genoemd, want padvinder is een mooi woord. Ik snap niet waarom het nog zo weinig wordt gebruikt. Een scout zou toch ook het pad naar de heldere woorden moeten vinden. Maar scout is Engels en dat is de gidstaal.
Ik ben wel een oud-strijder van de Jamboree, de vierjaarlijkse hoogmis van de padvinders. Als jonge verslaggever heb ik ooit een van die massale bijeenkomsten bijgewoond, aan een meer in het Oostenrijkse Salzkammergut. Vermomd als een kleine Baden Powell, in een ribfluwelen korte broek – lange broeken waren in de padvinderij toen nog taboe – heb ik zowaar in een echte tent gewoond, tot een nachtelijke stormregen me naar buiten dreef en ik als een druipnatte poedel mijn toevlucht moest zoeken in een eenzaam dorpshotelletje.
Het heeft mijn geestdrift niet geblust. Enkele jaren later kon ik mijn eigen zoon laten genieten van de kampvuurgeneugten, het graven van de Hudo, het sjorren van tafels en banken, het zingen van het Beloftelied.
Dat Beloftelied maakt me een beetje sentimenteel. Het doet me denken aan onze Antwerpse bompa, die jarenlang 'de toog heeft gedaan' als 'den Achttien', ouderfeesten gaf om de solidariteit te verstevigen en de kas te spekken. Voor bompa was er geen mooier lied in zijn wereld. Zijn ogen schoten vol tranen als hij ernaar luisterde, zijn kinderen zingen het nog, als ze bijeen zijn en de familievader gedenken.
Wat zou hij nu zeggen bij het nieuws dat een van Vlaanderens grootste jeugdbewegingen haar naam wil verminken of veranderen? Voor hem was 'katholiek' als vanzelfsprekend een onvervreemdbaar deel van de beweging. Voor ons ook, toen we onze kinderen ernaartoe zonden. We keken dan ook vreemd op toen een mediadame op de buis glimlachend mededeelde, dat Jezus bij de scouts ontslag heeft gekregen.
Hoezo, vroegen we, danken de schapen nu de Herder af? Nee, nee, zo werd ons nerveus uitgelegd, zo moesten we het niet zien. De christelijke inspiratie blijft bestaan, maar we moeten dat pluralistisch zien, begrijpt u? Nee, we begrepen het niet.
Pluralistisch? Mooi, dat proberen we allang te zijn. Moet daarvoor nu de 'katholiek' sneuvelen? Kunnen we de wereld niet tegemoet treden vanuit onze eigenheid? Moeten we, in onze ijver om alles en iedereen te 'pluraliseren', eerst zeggen dat we niet meer zijn wat we zijn? Of willen we dat niet meer zijn? Geloven we nog wel echt in de Herder?
Er is nog een woord dat uit de naam zou worden weggegomd, het woord 'Vlaams'. Naarmate we in dit land zelfstandiger worden, vegen we onze eigennaam uit. We laten anderen terecht hun hoofddoek dragen en we hangen onze eigen hoed met drie deuken aan de kapstok. Zo'n goeie hoed! Je kon er water in scheppen om je te wassen, je kon er bijna in koken, je kon er met twee onder schuilen als het regende of als de zon te fel brandde, je kon er geld mee rondhalen voor de missies.
Pluralisme? Ik ben dat woord gaan wantrouwen sinds ik gezien heb hoe het in de praktijk bij ons wordt toegepast, hoe het zijn ware betekenis verliest en een andere, tegenovergestelde kleur krijgt. Misschien (om maar een voorbeeld te noemen) leest u nog Vlaamse kranten en hebt u ervaren in welke richting ze zijn geëvolueerd sinds ze hun leuze hebben aangepast. Wat blijft er over van hun christelijke inspiratie?
Nee, in dát Vlaamse pluralisme vind ik geen pad, tenzij in onze korf.
Gaston Durnez
|