VROUWEN VOOR DE VREDE
O, mannen, maakt gij uw wereld
nu écht tot een woonhuis voor morgen,
tot een zachtere plek om te leven?
Het eerste recht van de vrouwen
is het recht om gelukkig te zijn.
En geluk is een roepnaam voor vrede.
En vrede is lachen en lopen
door weiden die wit zijn als hagel,
is brood en melk op de tafel,
is voorjaar, een dak van vogels.
En vrede is zonder verbazing
de bloemen volwassen zien worden
het koren hard in de aren,
de kinderen teer voor de toekomst.
De angst, een vertelsel van vroeger.
En vrede is vrienden begroeten
in het wijde dal van de wereld,
de landen niet langer meer kennen
als slagveld of haarden van honger
als machten zonder genade
geharnast en ingegraven.
En vrede is diep mogen slapen
als de dag tot de laatste droppel
gelijk een wijn is gedronken,
is fel in de morgen ontwaken
voor de zuivere duur van het zonlicht.
En vrede is werkzaam voltooien,
de deinende steigers bestijgen,
de aarde van in den beginne
gestreeld door de handen van minnaars,
is zonder verbijstering neerzien
op al wat de anderen deden.
En vrede is nooit meer een kerkhof
van kinderlijke gehelmden
is nooit meer de leugen van leuzen
waarmee zich de levenden paaien,
is nooit meer een dansend dundoek
tot lijkwa gestrekt en gestreken.
En vrede is ademhalen
en jong zijn en zachtjes vergrijzen,
een dorp vol verrukkelijk waaien,
een stad met geruchten van water,
een eindeloos land dat bestààt.
Anton van Wilderode
|