‘je hebt me nooit verteld
dat je van klaprozen hield
dat je graag in de regen ging
ik heb nooit vermoed
dat je 's avonds stiekem
naar de sterren keek
en dat er onder je slobbertrui
een gouden kruisje zat
ik heb nooit geweten
dat je zo wanhopig
naar wat vriendschap trachtte
dat je even erg als ik
verlangde naar wat stilte
Waarom heb je me dat
nooit eerder gezegd
je zweeg star voor je uit
en je was als alle anderen
Maar nu
nu ben ik blij
nu kunnen we samen
klaprozen zoeken’
Auteur mij onbekend
|