27ste ZONDAG A 2 OKTOBER 2011xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
DE STEEN,
DIE DE BOUWLIEDEN HEBBEN
VERWORPEN
In deze rozenkransmaand vieren wij moeder Maria in het bijzonder, oktober
is ook de missiemaand en tenslotte is het overmorgen het feest van de Heilige
Franciscus van Assisi.
Moeder Maria, onze missionarissen, de Heilige Franciscus, allen hebben
zij met hart en ziel voor Jezus gekozen, de hoeksteen van ons leven, die door
de wereld wordt verworpen.
In die tijd sprak Jezus tot de hogepriesters en de oudsten van
het volk:
Luistert naar deze gelijkenis. Er was eens een landeigenaar
die een wijngaard aanlegde; hij zette er een heining omheen, hakte
een wijnpers erin uit en bouwde een wachttoren. Daarop verpachtte hij hem
aan wijnbouwers en vertrok naar de vreemde.
Toen de tijd van de oogst gekomen was, zond hij zijn dienaren
naar de wijnbouwers om de opbrengst in ontvangst te nemen. Maar de
wijnbouwers grepen zijn dienaren vast. Zij mishandelden de een, doodden de
ander en stenigden een derde. Daarop zond hij andere dienaren, talrijker dan de eersten; maar zij
behandelden hen op dezelfde manier.
Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, in de veronderstelling dat
zij zijn zoon wel zouden ontzien. Maar toen de wijnbouwers de zoon
zagen, zeiden ze onder elkaar: Dat is de erfgenaam; vooruit,
laten we hem vermoorden en ons zijn erfenis toe-eigenen. Ze grepen
hem vast, wierpen hem de wijngaard uit en doodden hem. Wanneer nu de
eigenaar van de wijngaard komt, wat zal hij dan wel met die wijnbouwers
doen?
Ze antwoordden Hem: Hij zal die misdadigers een ellendige dood doen
sterven en zijn wijngaard zal hij aan andere wijnbouwers verpachten, die
hem de opbrengst op de vastgestelde tijd zullen afdragen!
Toen sprak Jezus tot hen: Hebt gij nooit in de Schrift
gelezen: De steen die de bouwlieden hebben verworpen, is juist de
hoeksteen geworden. Op last van de Heer is dat gebeurd en het is
wonderbaar in onze ogen.
Daarom zeg Ik u: Het Rijk Gods zal u ontnomen worden en
gegeven aan een volk dat wel de vruchten daarvan opbrengt. (Matteüs 21,33-43)
BOUWLIEDEN IN DE WARE WIJNGAARD
Het evangelie van Matteüs
loopt op zijn einde. Jezus gaat naar Jeruzalem en het conflict met de Joodse
leiders groeit naar een hoogtepunt. Dikwijls vertelt Hij dan verhalen over een
wijngaard, die God met bijzondere Liefde omringt. Er wordt daarmee geen land of
plaats bedoeld.
Gods wijngaard is daar, waar de vruchten van
zijn Geest kunnen groeien en bloeien. En wij mogen de wijnbouwers zijn. De
goede vruchten die de Heer verwacht zijn gekend. Paulus geeft ze nog eens aan
in de eerste lezing: Ten slotte, broeders en zusters, schenk aandacht aan
alles wat waar en edel is, rechtvaardig en zuiver, beminnelijk en eervol,
kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient.
Het vertrouwen van de landeigenaar was zwaar
misbruikt. De wijnbouwers waren ontrouw, ze waren alleen uit op eigen gewin,
mishandelden de dienaren en doodden de Zoon. De parabel eindigt dan ook met een
scherpe veroordeling: God zal Zijn
wijngaard aan een ander volk geven dat wel goede vruchten opbrengt.
De hogepriesters, de oudsten van het volk
begrepen het maar al te goed. Gedaan met het troontje, waarop ze zichzelf
geplaatst hadden en waarop ze zo zelfgenoegzaam zaten. Niet langer zij zijn
Gods wijngaard. De verworpen gekruisigde is verrezen en dat heeft alles
veranderd. Die Jezus, die zij bespuwd hadden, wordt de hoeksteen in Gods
nieuwe wijngaard.
En die wijngaard bloeit daar waar mensen
trouw en rechtvaardig, beminnelijk en liefdevol zijn. Waar mensen Jezus tot
hoeksteen van hun leven maken. De steen
die de bouwlieden hebben verworpen is de hoeksteen geworden! Waar Jezus en
Zijn dienstbare liefde centraal staan, daar woont God! Daar groeit zijn Rijk en
bloeit zijn ware wijngaard.
Heer Jezus,
Zoon van God en onze Broeder,
Je werd verstoten
en verdrukt door groten,
die enkel uit waren
op eigen macht en eigenwaan.
Je hebt niemand veroordeeld
noch de dood toegewenst.
Je enige verlangen was
vrede en vreugde,
liefde en leven te brengen.
Geef diezelfde kracht aan mensen,
die geen uitzicht,
geen toekomst
en geen hoop zien,
en moedeloos of opstandig worden.
Laat ons te allen tijde
mensen van hoop zijn,
die U,
de Levende,
tot leven brengen.
(vrij naar Kerk en Wereld)
|