Regentesselaanxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wat heeft er ons
op die morgen toch wel mogen doen lopen langs
de Regentesselaan, waar ons de
blaren om de oren vlogen? Waar kwamen we
in hemelsnaam vandaan?
Hoe dan ook, er
kwam een mannetje aan waardoor je blik
opeens werd aangezogen, een en al zwarte
hoed en zwarte ogen, voorzichtig
schuifelend, - en jij bleef staan.
Kloos, zei je,
toen hij bij het hoekje kwam, een hoopje mens,
maar toch een zo geachte, dat je,
eerbiedig, op een afstand wachtte
en, ongezien
door hem, je hoed afnam. Daar ging een
god in het diepst van zijn gedachten naar P. Van
Haastrecht voor een half ons ham.
Michel Van der Plas
|