Zes jaar heeft ze
geleerd wat blijven was;
wat ouders deden, en
wat alles dus ging doen:
een tafel bij een
stoel, nu bij toen.
Het meervoud van
geluk was: wij. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Sindsdien heeft ze
geleerd wat enkelvoud is.
Zij. Nu weer half van
jou, morgen half van mij.
Toen ze acht was, was
ze tien.
Eén helft van haar
gezicht lief,
de ander liever. Bang
om te kiezen
tussen verliezen en
verliezen.
Vandaag is ze gewoon
twaalf.
Vier ouders, twee
echt, twee stief.
Slapen gaan moet met
eindeloos gezoen.
Ze wint altijd. Ze
heeft geleerd wat blijven is.
Wat ouders niet en
kinderen wel doen.
Herman De Coninck
|