4de
Adventszondag B 18 december 2011 xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wees
gegroet, Maria
In deze eucharistie staat de persoon van Maria, in al haar
bescheidenheid, op de voorgrond. Daarom bidden wij dat wij in ons leven elke
dag meer op haar mogen gelijken:
dat ons hart mag blijven als dat van een kind,
een eenvoudig hart, dat vol verwachting is en hoopvol uitziet,
een edelmoedig hart, dat zich blij kan geven,
een teder hart, dat meeleeft met andermans leed,
en vooral een hart dat nederig en zachtmoedig is,
dat gaarne blij maakt en geen verdriet aandoet.
Toen Elisabeth zes maanden
zwanger was werd de engel Gabriel van Godswege gezonden naar een stad
in Galilea, Nazareth, tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef
heette, uit het huis van David;
de naam van de maagd was Maria.
Hij trad bij haar binnen en
sprak: Verheug u, de Heer is met u. Zij schrok van dat
woord en vroeg zich af wat die groet wel kon betekenen.
Maar de engel zei tot
haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade gevonden bij God. Zie,
gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen en gij moet Hem de
naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon
van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over
het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.
Maria echter sprak tot de
engel: Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken? Hierop gaf de
engel haar ten antwoord: De heilige Geest zal over u komen en de
kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook zal het kind heilig
genoemd worden, Zoon van God. Weet dat zelfs Elisabeth, uw
bloedverwante, in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen en, ofschoon
zij onvruchtbaar heette, is zij nu in haar zesde maand; want voor God is niets onmogelijk.
Nu zei Maria: Zie de
dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord.
En de engel ging van haar
heen.
Lucas 1,26-38
Wees
gegroet, Maria!
Verheug u, de Heer is met
u, Mij geschiede naar uw Woord, het
zijn woorden uit het evangelie van vandaag, mooie woorden ook. Mochten zij ook ons
leven tekenen, die ingetogen verwachting en die nederige bereidheid.
Mochten wij toch inzien,
dat het belangrijkste in ons leven niet is datgene wat we zelf kennen of kunnen
of presteren; maar wel datgene wat ons wordt geschonken. Denken we weer aan die
psalm: Je kunt het geluk niet maken, de Heer geeft het zijn vrienden, zomaar,
in hun slaap
. Daartoe moeten we opnieuw stil kunnen worden, biddend in ons
hart, bedacht op waar het echt om gaat: de aanwezigheid van Jezus in ons
midden.
Dan is er niet zoveel nodig om gelukkig
te zijn, en licht in de ogen te dragen:
wat luttele materiële dingen, enkele mensen die van ons houden, en wat
vriendschap, hoop in ons hart en geen wanhoop, woorden van troost, indien
nodig, en woorden van trouw en vertrouwen. En warmte voor koude dagen.
Zo
kunnen wij onze dagelijkse weg gaan van lief en leed. Zo kunnen wij Jezus komst bij ons stil en biddend verwachten. Zo worden
wij ook zelf bereid om Jezus voor andere mensen tot leven te brengen, zodat ook
andere mensen Hem kunnen zien in ons, door ons.
Laten wij daarom bidden:
God van Liefde,
U hebt verwachting en hoop in ons hart gelegd
en ons uw vrede beloofd.
Maak ons ontvankelijk voor uw Woord,
zoals uw eigen Moeder, Maria.
Geef ons een liefdevol hart en een ruime geest
om uw verlangen van vrede te verstaan
en ernaar toe te leven.
Amen
Kom, Heer Jezus, kom
Mogen die woorden van de advent elke dag ook
meer onze woorden worden, stil en biddend, ontvankelijk, open en bereid.
Kom, Heer Jezus, kom
Gelukkig
dat er mensen zijn die altijd weer
Gods droom ook nog zelf durven dromen.
Die weten dat deze wereld
niet zo hoeft te zijn.
Niet mag zijn zoals hij nu is.
Die geloven dat hij anders kan worden:
Beter, gerechtiger, gelukkiger voor allen
Méér de wereld van God!
Gelukkig
dat er mensen zijn
die dromen zoals God ,
die 'ja' durven zeggen,
en die zijn wegen gaan.
Die levensweg waarvoor God hen proficiat
wenst; die weg die Jezus ons is voorgegaan,
trouw en arm en zachtmoedig,
gelovend dat God zelf ons thuisbrengt
uit onze ballingschap
Gelukkig
dat er zulke mensen zijn.
Bron onbekend
|