27ste ZONDAG B – 7 OKTOBER 2012
‘VAN ZULKE KINDEREN IS HET KONINKRIJK’
‘Van zulke kinderen is het koninkrijk van God’. Voor de tweede keer in 14 dagen plaatst Jezus vandaag een kind in het midden. Het is alsof Hij ons wil zeggen:
‘Grote mensen, vergeet alsjeblief niet dat je van kinderen veel leren kan! Je bent nu wel veel groter geworden, veel slimmer ook en je hebt allicht ook veel meer geld. Maar misschien heb je in die tussentijd wel heel veel afgeleerd van al dat mooie dat ik van bij de schepping in een kinderziel heb neergelegd.’
Op een dag brachten de mensen kinderen bij Jezus met de bedoeling dat Hij hen zou aanraken. Maar bars wezen de leerlingen hen af.
Toen Jezus dat zag, werd Hij verontwaardigd: ‘Laat die kinderen bij Me komen, en houd hen niet tegen, want van zulke kinderen is het koninkrijk van God.
Ik verzeker jullie, wie het koninkrijk van God niet aanneemt als een kind, komt er beslist niet in.’
Hij omarmde hen en zegende hen, terwijl Hij hun de handen oplegde.
(Marcus 10,13-16)
'VAN DEZE KLEINEN IS HET KONINKRIJK'
Hoe lieflijk ook, dit teder tafereeltje moet voor de leerlingen een schok geweest zijn. In zijn omgang met de kleinsten der kleinen toont Jezus dat het Rijk van God geen zaak is van groot of machtig zijn. Voor hem gaat het erom dat je ‘het kind’ – de kleine mens – opmerkt. En dat je zorg draagt voor die talloze kleinen, die over het hoofd gezien en met de ellebogen van zovele ‘groten’ weggewerkt worden.
Wie Jezus wil volgen, laat zijn eigen ‘eerste zitje’ varen, en is bovenal begaan met de schamelste medemens. Dit inzicht moet voor de leerlingen een ontdekking geweest zijn die hun leven onderste boven gooide. Het werd voor hen duidelijk dat Jezus zichzelf plaatste, daar waar de kleinen staan, de mensen zonder aanzien, de kwetsbaren en de gekwetsten.
Waar mensen opkomen voor zulke zwakken, dáár – en alléén dáár – vinden ze Jezus zelf, want ‘van zulke kleinen is het koninkrijk van God.’ Wie dit niet vat, hoort er niet bij! Het geeft te denken!
In amper twee weken krijgen we een vrijwel identiek evangelie. Het gaat hier dus niet om een futiele voetnoot in Jezus’ boodschap en in zijn eigen leven:
De eerste plaats, die weggelegd is voor wie afgeschreven wordt: dát is nu eenmaal de kern van zijn eigen leven met lijden, dood en opstanding.
Ik zag een kind
met een vogeltje
dat uit het nest gevallen was,
beide handjes
beschuttend
rond het warme dons
en het hevig kloppend hartje.
Vandaag nog jij
en morgen ik …
zo zijn we beurt om beurt
de kleine vogel
die niet meer mee kan
in de drukke wereld van vandaag.
Zo zijn we
beurt om beurt
het kind
dat met beide handen
het zwakke leven wil beschutten
als een broze schat.
Ik zag een kind.
Het hield een vogeltje
heel teder aan z’n hart
en keek met andere ogen
naar de hemel
en de aard.
En ik dacht
wat een wonder
dat een kleine vogel
een mensenkind
veranderen kan.
Manu Verhulst
|