13de ZONDAG C – 30 juni 2013
‘VOLG MIJ … OP MIJN WEG NAAR JERUSALEM'
Gods Woord kan wel eens hard aankomen; dan zouden we het liever niet horen. Wie Jezus wil volgen, moet soms veel opgeven, sterven aan zichzelf in veel kleine dingen: met geduld en offer, in verdriet en eenzaamheid.
Maar wie de Heer volgt in zijn sterven, zal ook met Hem verrijzen in zijn vreugde. Of in meer gewone woorden: wie zijn eigen belang eens vergeet, ervaart dat het deugd doet een ander vreugde te schenken.
Toen de tijd naderde dat Hij zou worden weggenomen, koos Jezus vastberaden Jeruzalem als reisdoel. Hij zond boden voor zich uit, maar toen die in een Samaritaans dorp kwamen om zijn komst voor te bereiden, wilde men Hem niet ontvangen, omdat Hij Jeruzalem als reisdoel had gekozen.
Toen de leerlingen Jakobus en Johannes dat merkten, zeiden ze: `Heer, zullen we zeggen dat er vuur uit de hemel moet neerdalen om hen te vernietigen?' Maar Hij keerde zich om en wees hen terecht.
Toen gingen ze naar een ander dorp. Terwijl ze hun reis voortzetten, zei iemand onderweg tegen Hem: `Ik wil U volgen, waar U ook naartoe gaat.' Jezus zei tegen hem: `De vossen hebben een hol, en de vogels van de hemel een nest, maar de Mensenzoon kan nergens het hoofd neerleggen.'
Tegen een ander zei Hij: `Volg Me.' Die zei Hem: `Heer, sta me toe eerst mijn vader te gaan begraven.' Maar Hij zei hem: `Laat de doden hun doden begraven; u moet het koninkrijk van God gaan verkondigen.'
Weer een ander zei: `Ik wil U volgen, Heer, maar sta me toe eerst thuis afscheid te nemen.' Tegen hem zei Jezus: `Wie de hand aan de ploeg slaat en dan nog eens omkijkt, deugt niet voor het koninkrijk van God.'
(Lucas 9,51-62)
‘JERUSALEM EN VERDER’
Dit stukje evangelie tekent een keerpunt in Jezus' leven. Hij trok door Galilea, riep zijn leerlingen, genas zieken naar lichaam en ziel, en schonk vergeving aan zondaars. Nu zal Hij naar Jeruzalem gaan, de plaats van zijn lijden en dood. Hij gaat Zijn opdracht voltooien ondanks de vijandschap, die Hij zal ontmoeten: de machtigen voelen zich bedreigd, omdat Hij een liefdevolle God predikt, en geen boeman. Jezus' weg van Liefde moet verworpenheid en vijandschap meebrengen. Hij is een bedreiging voor wie zichzelve zoekt. Daarom staat er: Jezus kiest vastberaden voor die weg, die de tegenstand niet vreest, maar als een kruis op zich neemt.
Bij de eerste afwijzing al, zijn de leerlingen verbolgen. Jezus wijst hen terecht: Hij komt niet met macht en vuur, maar is de lijdende Dienaar. Hij is niet gekomen om te vernietigen, maar om tot leven te wekken! Jezus misbruikt zijn macht niet, Hij vertrapt geen mensen, maar kiest bewust voor de liefde, die haar kruis draagt, ten einde toe, tot op Calvarie.
De weg van Jezus is geen gezapig tochtje. Wie Hem volgt, moet keuzes maken. Aan die drie mensen, die Hem willen volgen, stelt Hij strenge eisen. Laten we die eisen echter goed verstaan: gezin en vrienden zijn niet verkeerd. Maar Jezus wijst mensen af die vasthangen aan wat de liefde in de weg staat. Meestal is er geen conflict tussen wat Jezus oplegt en wat menselijk schoon is. De liefde vraagt ons dat wij zorgen voor ons gezin, onze doden en onze vrienden. Wat Jezus wil, tonen wij juist door deze warme genegenheid.
Maar, uitzonderlijk, bij overdreven gehechtheid, kunnen wij niet liefdevol zijn. Dan vraagt de Heer ons te kiezen voor de liefde die zichzelf vergeet. De voorbeelden zijn extreem maar ze tonen ons: altijd moet de liefde voorrang krijgen. In de omstandigheden die het leven zelf aanbrengt, dienen wij steeds opnieuw, vastberaden en radicaal te kiezen voor die ene weg: de liefde, die zichzelf niet zoekt.
Het is niet makkelijk, maar … zo ging de Heer ons voor.
Ook ik
wil Jezus volgen, Heer,
en zijn manier van leven
tot de mijne maken.
Maar vaak ontbreekt mij
de durf
om dat resoluut te doen
en om alleen maar
voor Jou en voor jouw droom
te kiezen.
Doe mij dan geloven
dat jij het goed
met mij voor hebt
en dat je mij alleen maar
vrede en geluk wilt schenken.
En laat mij ooit en voor altijd
bij jou thuiskomen
en rust vinden in jouw liefde.
(bron onbekend)
|