'Vertel me eens wat een sneeuwvlok weegt', vroeg een koolmees aan een duif. 'Niets, helemaal niets', was het antwoord.
'In dat geval moet ik je een wonderlijk verhaal vertellen', zei de koolmees. 'Ik zat eens op de tak van een dennenboom, vlakbij de stam, toen het begon te sneeuwen. Niet hevig. Geen razende sneeuwstorm, nee, gewoon, zoals in een droom, zonder enig geweld.
Daar ik toch niets beters te doen had, begon ik de sneeuwvlokken die op de naalden en twijgjes van mijn tak neerdaalden te tellen. Ik was precies bij nummer 3.742.952, toen de 3.742.953ste sneeuwvlok op die tak viel – niets, helemaal niets, zeg je, maar de tak brak af.
Na dat verhaal te hebben verteld, vloog de koolmees weg.
De duif, sinds de tijd van Noach, een autoriteit op het vlak van vredeszaken, dacht een tijdje over het verhaal na en zei tenslotte in zichzelf: ‘Misschien ontbreekt er nog maar de stem van één mens om tot vrede in de wereld te komen’.
Joseph Jaworski: ‘Synchroniciteit’
|