4de PAASZONDAG A – 11 MEI 2014
‘IK BEN DE DEUR VOOR DE SCHAPEN …’
‘Ik ben de deur voor de schapen’, zegt Jezus vandaag over zichzelf. Het is beeldspraak uit een tijd die al lang voorbij is, maar die we toch nog kunnen verstaan, als we ontvankelijk zijn en Jezus in ons hart willen toelaten:
ZIJN leven biedt een spoor voor ONS leven, in de doolhof van gebeurtenissen, waar zoveel valse herders, – rovers en dieven, noemt Jezus hen – met hun mooiste glimlach mensen misleiden voor eigen winst, eigen voordeel en eigen macht.
Eerste Lezing uit de eerste brief van Petrus 1,20b-25
Zusters en broeders, het is een blijk van Gods genade wanneer u verdraagt wat u moet lijden voor uw goede daden. Dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, om uwentwil, en u daarmee een voorbeeld gegeven.
Treed dus in de voetsporen van hem die geen enkele zonde beging en over wiens lippen geen leugen kwam.
Eens dwaalde u als schapen, nu bent u teruggekeerd naar hem die de herder is, naar hem die uw ziel behoedt.
Evangelie volgens Johannes 10,1-10
Een andere keer zei Jezus tot hen: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur van de schapen. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in- en uitgaan en weide vinden. De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en te vernietigen.
Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed.’
‘HIER BEN IK, HEER!’
ROEPING IN VEELVOUD
Vroeger had bijna iedereen een tante nonneke of een nonkel de pater. Zij waren de geroepenen. Maar de tijd leerde ons dat we allen samen geroepen zijn tot een levende gemeenschap om Jezus' evangelie zichtbaar te maken! Onze eerste roeping is een goed christen te zijn, pas dan wordt het concreter: gehuwd, ongehuwd of een religieuze roeping. De tekst op de affiche: ‘Hier ben ik, Heer! Roeping in veelvoud’ is tot elk van ons gericht.
Geroepen zijn … het wil zeggen: getuige zijn, navolgen, beschikbaar zijn ook. Laten we het niet te ver zoeken. Het komt er op aan: hoe je beeld van God kunt zijn met je eigen talenten, op de plaats waar je leeft en werkt. Beeld van die God, voor wie elke mens kostbaar is. Elke dag biedt ons kansen, om te leven in de gezindheid van Jezus. Dan komen de vragen: herkent mijn medemens Jezus in mijn manier van leven? Kijken mensen nog uit naar God?
Enkele jaren geleden stond, daags voor Kerstmis, in de krant: 'Alles bij elkaar hebben wij het nog nooit zo goed, gezond en wel gehad. En toch is de onvrede groot, de leegte voelbaar. Onze draagtassen scheuren van cadeaus, maar bij velen, gelovig of niet, is het verlangen naar niet-materiële waarden groot. Waarden die van alle mensen, alle tijden, alle godsdiensten en gezindheden zijn. Waarden waarmee we op weg kunnen gaan, op zoek naar een betere wereld.'
Het brengt onze wereld duidelijk in beeld: zoekende mensen. De lokroep van de consumptie schenkt geen voldoening. De maatschappij zonder God, met haar zinloze genoegens, doet het niet. Dan begint de zoektocht naar de zin van het leven en naar wat echt waardevol is. In het beste geval leidt dit tot God. Maar dan heb je een gids nodig, iemand die zelf een zoeker was en die bij God is uitgekomen! Iemand, die door zijn manier van leven en in zijn woorden, iets laat zien van God! Dan krijgen die oude evangelieverhalen weer glans. Want het was toen niet anders dan nu: mensen hadden dezelfde vragen en kenden dezelfde leegte in hun hart en dezelfde blindheid.
We hoeven niet alles achter te laten, zoals de eerste leerlingen, maar we kunnen met de mensen die ons gegeven zijn, omgaan met dezelfde fijngevoeligheid en aandacht van Jezus. Wij zijn geroepen de mensen te omringen met de goedheid van Jezus. Wij zijn geroepen om met dezelfde woorden te troosten, te bemoedigen, te vergeven.
Op het einde van elke eucharistieviering, worden wij gezonden en gezegend om als plaatselijke kerkgemeenschap een teken te zijn voor de wereld waarin wij leven. Dit zal altijd onze roeping blijven, een levende gemeenschap, die verwijst naar Hem: Jezus, de Goede Herder, de gids, die betrouwbaar is.
Met stok en staf gaat Hij hen voor,
de herder die de kudde leidt.
De heuvels over, de dalen door,
op zoek naar land waar gras gedijt.
Naar water dat men drinken kan,
naar een oase waar men rust
en vrede en koelte vindt, zich van
geen strijd of onheil meer bewust.
’t Gebeurt wel dat een lam verdwaalt.
Dat komt in elke kudde voor.
De herder zoekt het op en haalt
het ijlings terug en zorgt ervoor.
Hij heeft het op zijn rug getild
en het gedragen als een kind.
Zo zie je maar: wat je ook wilt,
er is een God die je bemint.
Hij haalt je uit het kwade terug
en richt een feestmaal voor je aan.
Wees dus niet langer wild of stug.
Wat God doet, het is goed gedaan.
Piet Thomas
|