Hij is nog steeds bij ons,
ongrijpbaar als het licht op zondagmorgen.
Zijn hand op onze schouder:
gewond, onvoelbaar licht,
en teder als van een geliefde.
Hij gaat ons voor naar Galilea.
Onzichtbaar is zijn spoor.
Hij is voor ons de weg.
Hij loopt door ons geweten
naar het huis van liefde en vergeving.
Hij is de waarheid,
helder als een klok in lentelucht
die vrij haar boodschap zingt.
Hij is het leven,
sterker dan het graf.
Hij ademt vrede.
Met zijn gewonde handen
bouwt Hij aan een wereld
zonder schaduw, zonder duisternis.
Hij is nog steeds bij ons,
en vraagt ons Hem te volgen naar Galilea.
Daar zullen wij Hem herkennen
in elke kleine mens,
in elke zwerver,
in elke zonderling.
Manu Verhulst
|