‘DIEPER ZIEN’
Er was eens een man die niet kon zien zoals de meeste mensen. Hij was blind, zo werd er gezegd. Of onooglijk, want misschien was het veeleer zo dat de anderen hem niet wilden zien of opmerken omdat hij daar zo maar zat, iemand die bedelde om aandacht en respect, iemand die schreeuwde om gezien en opgemerkt te worden, iemand die verlangde naar warmte, waardering en liefde ... ?
Hij was blind, zo werd er gezegd. En toch bleek hij de enige die inzag wie Jezus was. Misschien omdat hij zijn blindheid onder ogen durfde zien, en wist dat hij een ander nodig had om mens onder de mensen te kunnen zijn.
Ook wij, die ogen hebben om te zien, wenden wel eens de blik af voor wie of wat ons niet zint. Daardoor blijft God door ons ... vaak ongezien.
Vandaag spreekt het evangelie ons over ‘zien’, in vele betekenissen en een heel verhaal lang: er is de blinde Bartimeüs, wiens ogen niet goed meer zijn … maar hij ziet wel in wie Jezus is, waartoe Hij gekomen is en in staat is; er zijn de omstaanders of meelopers, die de onooglijke bedelaar niet opmerken, voorbijlopen en over het hoofd zien. En dan is er het zien van Jezus die wel opmerkt, wie weggedrumd en aan de kant geschoven wordt. En juist daardoor van deze kleine armoezaaier een ander mens maakt …
Een verhaal van toen, een verhaal van nu. Want de ontmoeting met een milde, begrijpende mens kan een hele verandering brengen in ons leven. Zo een ontmoeting kan de eentonigheid doorbreken of de ontmoediging genezen, die ons misschien kwelt. We kunnen nieuwe levensmoed vinden, omdat we gaan inzien dat wij meer waard zijn, dan anderen ons soms laten aanvoelen.
‘De HEER heeft zijn volk gered,
en wat er van Israël nog overbleef bevrijd.’
Ik laat hen uit het noorden terugkeren
en breng hen samen
van de einden der aarde.
Ook blinden en lammen komen mee,
ook zwangere vrouwen,
en vrouwen in barensnood.
(Jeremia 31,7-8)
De omstanders snauwden hem toe
dat hij zijn mond moest houden,
maar hij schreeuwde des te harder:
‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’
Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’
(Marcus 10,48-9)
ANDERS GAAN ZIEN
Vandaag gaat het in het evangelie over een kleine mens, een blinde bedelaar. 'Jezus, heb medelijden met mij', bidt hij. En Jezus hoort en ziet die kleine mens. En hij doet een wonder voor die verstoten, weggedrumde man. In ons land zijn er enkele duizenden blinden, en enkele duizenden mensen die moeilijk zien. Dit evangelie is niet alleen voor hen geschreven; het werd ook voor ons opgetekend, die niet blind zijn – misschien is het zelfs meer voor ons geschreven. Ik herinner mij hier een gedachte van een gehandicapte mens, hij was niet blind, maar leed aan M.S., multiple sclerose en kon niet meer gaan. Op een dag schreef hij mij:
'Gezonde mensen leven vaak in zo'n jachtig tempo. Zij buitelen van de ene ervaring in de andere, en genieten van geen enkele. De indruk, die één ervaring zou kunnen nalaten, wordt al meteen uitgewist door een volgende impressie. Een gezonde mens is meestal een slokop, een veelvraat. Hij slikt maar zonder te smaken. Vroeger was ik ook zo. Nu ben ik verplicht om trager te leven, en ik geniet veel meer van het weinige dat ik beleef.’
Wie niet of moeilijk kan gaan, wie niet of moeilijk kan zien, wie niet of moeilijk hoort, neemt dikwijls meer op en gaat dikwijls meer naar de kern. Als je weinig mogelijkheden hebt, kan je geen omwegen maken. Je kan geen tijd verliezen aan bijkomstigheden. Je hebt je tijd hard nodig om bij de kern te komen. De meesten van ons zijn niet gehandicapt. Als ik de kerk inkijk, zie ik weinig witte stokken en weinig rolstoelen. We zijn valide, en wij riskeren de kern te missen, afgeleid te worden. Er is immers zoveel: het drukke leven, de spellekes en de soaps van de tv, het grove geld van de topsport, de meedogenloze macht van politiek en economie, de talrijke programma's met veel seks en weinig liefde. En tussen al die grootmachten wordt de kleine mens vergeten: hij is geen nieuws, hij moet maar ondergaan en laten gebeuren.
Maar Jezus was anders. Hij ziet en hoort de kleine mens. En hier en daar leeft Hij voort. In enkele grote namen, die geroemd worden, of heilig verklaard om hun liefde en hun geloof. Maar vooral in vele klein namen, gewone mensen, die nooit genoemd of geroemd worden, omdat ook zij geen nieuws zijn. Mensen, die vandaag als Jezus zijn, mensen die door hun geloof in Jezus genezen werden tot nieuwe mensen: mensen, die anders zien en beter zien; mensen, die anders leven en beter leven.
En dan gebeurt het wonder. Dan komt er hoop en kleur en vreugde in onze wereld, naar het woord van Jeremia: 'Jubel van vreugde, want de Heer heeft redding gebracht. Bedroefd gingen wij heen, maar getroost mogen wij terugkeren.'
Waar ligt voor jou Jericho, de plaats waar God jou aansprak? Welke plaats, welk moment heeft voor jou een onvergetelijke betekenis, omdat je ogen en je hart er genezen werden van je twijfel, van je blindheid?
Waar heb jij Jezus’ vraag herkend: ‘wat kan Ik voor je doen?’ Je wordt vanaf je doopsel tot leerling geroepen, maar echt leerling zijn, leer je vooral in de concrete situaties en vragen van je leven.
Ook bij jou blijft Jezus staan, zelfs wanneer iedereen aan je vragen en twijfel voorbij loopt, en Hij geneest je, zodat je weer kan leven en met Hem op weg kan gaan, gaandeweg…
Federatie Kana
|