GELUKKIG BEN JE ALS JE GELOOFT
Alle vier de kaarsen van onze Adventskrans branden, dus is het volgende zondag Kerstmis. Het feest van de geboorte. Het verhaal van het bezoek van Maria aan Elisabeth brengt ons in de juiste stemming: een ontmoeting van twee vrouwen, allebei in verwachting.
Dat drukt perfect uit wat Advent is: wachten op wat komt, uitzien naar de komst van het kind, uitzien naar de toekomst.
Op het einde van haar bezoek barst Maria uit in een lofzang, het bekende Magnificat. Daaruit blijkt dat die ontmoeting haar heeft deugd gedaan. Door Elisabeths woorden en aandacht is zij open gebloeid, is zij een ander mens geworden.
Misschien kunnen we ons afvragen hoe vaak het voorkomt dat degenen die ons willen ontmoeten – af en toe, of misschien dagelijks – door onze woorden echt zijn open gebloeid.
(Zondagsvieringen Dominicanen)
‘Bethlehem in Efrata,
al bent u klein onder Juda’s stammen,
toch zal er, zeg Ik, iemand uit u voortkomen
die over Israël gaat heersen.
Zij zullen in veiligheid wonen,
omdat Hij zijn macht zal laten reiken
tot aan de uiteinden van de aarde:
dat zal vrede zijn.
(Micha 5,1.3)
Gelukkig is zij
die geloofd heeft
dat de woorden van de Heer
in vervulling zullen gaan.’
(Lucas 1,45)
GOD IN MENSEN
Het evangelie van vandaag spreekt over twee vrouwen, die een kind verwachten. Maria, de moeder van de Heer, en Elisabeth, de moeder van Johannes de Doper. Beide vrouwen hebben een bijzondere plaats in het heilsplan van God. Zij maken voor ons duidelijk wat God kan doen met mensen, die openstaan voor zijn woord, en hoe mensen handelen, die geleid worden door Gods Geest.
Laten we eerst eens kijken naar Maria. Zij is een mens, die God in haar hart draagt. Maria, die door het bergland van Juda naar Elisabeth gaat, toont ons hoe het geloof zich op weg begeeft om Jezus naar anderen te brengen. Zij gaat met spoed, een heilige onrust drijft haar voort, zij gaat door het gebergte, niets houdt haar tegen, zij wil haar genade en haar geluk naar Elisabeth brengen om het met haar te delen. God is voor Maria niet iets om over te praten, maar iemand die bij haar is, de onzichtbare aanwezige. Zo is zij de ontmoetingsplaats van de levende Heer voor Elisabeth. 'Waaraan heb ik het verdiend dat de moeder van mijn Heer tot mij komt?'. In Maria wordt God op een nieuwe wijze ervaarbaar. Maria draagt God naar de mensen. Dat heeft zij niet in een keer gedaan, bij haar bezoek aan Elisabeth, neen zij doet dat nog altijd. God komt tot de mensen door mensen die helemaal van Gods Geest vervuld zijn, God geeft vrede en vreugde aan de mensen, door mensen die helemaal met Zijn vrede en vreugde vervuld zijn. Men zegt dat wij leven in een tijd van Godsverduistering. Veel mensen kunnen God niet meer ervaren; voor veel mensen is God dood. Heeft deze klacht misschien niet haar oorzaak in het feit dat er onder ons zo weinig mensen zijn waarin God tegenwoordig kan worden, zoals Hij in Maria tegenwoordig was?
Kijken we nu ook naar Elisabeth. Zij is het voorbeeld van een gelovige, die een bijzondere feeling heeft voor de aanwezigheid van God in andere mensen. Zij ziet niet alleen wat zich aan het oog aanbiedt, maar ook dat, wat onder de zichtbare werkelijkheid schuilgaat en werkzaam is. Dit vermogen om het heilige in anderen te ervaren, waarmee Elisabeth zo rijk begiftigd was, kan de mens zich zelf niet geven. Dat gebeurt onder de werkzaamheid van Gods Geest. Daarom juicht Maria ook over Gods genade, die iedere tijd opnieuw in mensen werkt.
Gelukkig ben je als je gelooft, dat wil zeggen, als je het waagt een stap verder te zetten dan wat je nu weet, ziet en kunt. Beide vrouwen hebben dit gedaan, hun geloof is tastbaar geworden, zij zijn voor elkaar een plaats van ontmoeting geworden met de levende Heer. Maria en Elisabeth ontmoeten elkaar; de mens die God in zijn hart draagt en de mens die God in de ander erkent en prijst, staan tegenover elkaar. Beide gestalten beelden een wezenlijke grondhouding uit van een gelovig bestaan.
Laten we opzien naar Maria en ook proberen, zoals zij, de goedheid en mensenliefde van God in ons leven voor anderen zichtbaar te maken. Laten we ook kijken naar Elisabeth, die zo fijn aanvoelde hoe God ons kan ontmoeten in gewone mensen. Ga door het bergland naar de mensen toe en stel de deur van je hart wijd open voor God, die naar je op weg is langs mensen om.
(Federatie Herent)
GELUKKIG DAT ER ZULKE MENSEN ZIJN
Gelukkig dat er mensen zijn die altijd weer Gods droom ook nog zelf durven dromen.
Die weten dat deze wereld niet zo hoeft te zijn. Niet mag zijn zoals hij nu is.
Die geloven dat hij anders kan worden: Beter, gerechtiger, gelukkiger voor allen… Méér de wereld van God!
Gelukkig dat er mensen zijn Die dromen zoals God , die 'ja' durven zeggen, En die zijn wegen gaan,
Die levensweg waarvoor God hen proficiat wenst; Die weg die Jezus ons is voorgegaan,
trouw en arm en zachtmoedig,
Gelovend dat God zelf ons thuisbrengt
uit onze ballingschap…
Gelukkig dat er zulke mensen zijn.
Bron onbekend
|