MENS VOOR DE MENSEN ZIJN
Veertien dagen zijn er nu voorbij sinds Pasen. De afstand van de feestjubel wordt groter. De uitbundigheid is weggeëbd; dag na dag kan de paasvreugde verder af lijken en elke morgen wat meer uit het gezichtsveld verdwenen.
In zekere zin was dat ook zo voor de leerlingen van Jezus. Zij die Jezus bleven volgen, werden meer en meer vervolgd; zij kregen te lijden omwille van Hem. Naarmate de paastijd vordert staan de lezingen meer en meer in dat teken: zo horen we vandaag een verhaal over Petrus en de andere leerlingen die al voor de tweede keer gevangen genomen zijn omdat zij volharden in hun trouw aan de verrezen Heer.
Omdat zij volhardden in de keuze, die ook Hij gemaakt had, ten einde toe:
Mens voor de mensen zijn, herder als God, trooster voor groot en klein, zo lief als God.
De leden van het Sanhedrin lieten hen geselen,
en bevalen hun de naam van Jezus niet meer te gebruiken
(Handelingen 5,40)
Nog eens vroeg hij:
‘Simon, zoon van Johannes, heb je me lief?’
Hij antwoordde: ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’
Jezus zei: ‘Hoed mijn schapen,’
(Johannes 21, 16)
ALS JE OUDER WORDT
‘Als jongeman deed je zelf je gordel om
en je ging de weg die je zelf wilde.
Als je oud bent zul je je armen uitstrekken
en je gordel laten omdoen,
en je zult een weg gaan die je zelf niet wilt.’
(Johannes 21,18)
Ouder worden, rijper worden – zo denken we spontaan – houdt in dat we beter leiding kunnen geven. Met de jaren immers – opnieuw: zo denken we toch – hebben we meer kennis, en ook wel wijsheid, opgestoken en kunnen we dat ook beter overdragen aan anderen.
Die mening is zo bekoorlijk! We willen elke situatie beheersen en naar onze hand zetten. De andere – zeker wie anders denkt – moet zwijgen, luisteren, aannemen wat ik zeg. Doen ook, wat ik zeg. Ik houd het gebeuren in handen, ik weet hoe het moet, ik ben de kenner!
Het is een bekoring, die veel weg heeft van wat Jezus meemaakte in de woestijn: de verlokking van de macht: ‘Op voorwaarde dat Jezus in aanbidding neervalt voor de satan, krijgt hij alle koninkrijken der wereld als zijn machtsgebied, zo belooft de satan.’ Op dezelfde wijze ervaren ook wij – doorgaans zonder het zelf te beseffen – de verleiding van de macht: de lokroep om de grootste, de beste, de baas zijn en alles te zeggen hebben.
Waarom is macht zo aanlokkelijk? Misschien is het wel omdat macht zo gemakkelijk de plaats van de liefde kan innemen. Scherp gezegd: het lijkt makkelijker een klein godje – of zelfs een grote god in ’t diepst van mijn gedachten – te zijn dan van God te houden. Gemakkelijker ook om macht over mensen te hebben dan om van hen te houden, en leuker om het leven te bezitten dan om van het leven te houden, zoals het naar ons toekomt.
Jezus vraagt in het evangelie: 'Petrus, hou je van mij?', terwijl wij wel eens meer bezig zijn met de vraag: 'wie van ons is de grootste in het koninkrijk der hemelen?' Zo gemakkelijk komen we in de verleiding ons verlangen naar macht in de plaats te stellen van onze roeping tot liefde. Ook Jezus heeft die verleiding doorleefd op zijn tocht van de woestijn naar het kruis.
De lange, vaak pijnlijke geschiedenis van de kerk is de geschiedenis van mensen die steeds weer in de verleiding kwamen – en komen – om macht te verkiezen boven liefde.
Tot driemaal toe vraagt Jezus aan Petrus: ‘Hou je van mij?’ en als Petrus – zelfs een beetje geïrriteerd de derde keer – ‘ja’ antwoordt geeft Jezus hem de opdracht om herder te zijn. Maar zorg dragen voor anderen doe je niet met geweld of ijzeren hand, maar in dienstbaarheid en liefde.
Tegen deze achtergrond komen Jezus’ wondere woorden dat Petrus, als hij oud zal zijn, zijn handen zal uitstrekken naar een ander en een weg zal moeten gaan die hij niet zelf gekozen heeft.
Deze woorden gaan naar de kern: telkens weer afstand doen van macht om de nederige weg van Jezus te volgen. Het is de wereld op zijn kop! Want de weg van de wereld is: 'Als je jong bent, luister je. Je kan niet gaan of staan waar je wil, maar als je ouder wordt zal je op eigen benen staan en beslissen.'
Maar Jezus dacht anders over volwassenheid: het is het vermogen en de bereidheid om je te laten leiden waarheen je liever niet zou gaan. Niet lekker onze eigen zin doen, maar eerst kijken naar de noden van anderen.
En meteen daarna lezen we: ‘Hiermee kondigde Hij aan door wat voor dood Petrus God zou verheerlijken. En na deze voorspelling zei Hij tegen hem: `Volg Mij.'
Het toont de harde waarheid dat de herder op zijn tocht verwondingen zal oplopen. Jezus volgen is met Hem de kruisweg gaan, ten einde toe, om tot de verrijzenis te komen: een vreugde en een vrede, die anders zijn dan deze wereld aanreikt.
(geïnspireerd door: ‘Preek van de week’ – Dominicanen)
Laat mij geen oude brompot worden, Heer
die steeds jammert, tegenpruttelt,
alles zwart inziet, zichzelf beklaagt
en onuitstaanbaar wordt voor anderen.
Bewaar in mij de glimlach en de lach.
Bewaar in mij de zin voor humor
zodat ik de dingen en mezelf
op de juiste plaats kan zetten.
Maak van mij een milde mens
die weet te delen van zijn bezit en tijd.
Laat mij bekommerd zijn om hen
die weinig of niets hebben.
Laat niet toe dat ik iemand word
die in het verleden leeft,
die spreekt van ‘de goeie ouwe tijd’
en neerziet op ‘de jeugd van vandaag’.
Maak van mij iemand
die zijn eigen jonge jaren niet vergeet
en daardoor inspiratie kan zijn
voor jonge mensen van nu.
Heer, Gij die de seizoenen een plaats
hebt gegeven in jaar en leven,
maak van mij een mens van alle seizoenen.
Ik vraag U geen geluk, maar gewoonweg
dat mijn levensadem mooi mag zijn
en mag getuigen van uw goedheid.
anonieme engelse religieuze
|