EEN WEEK VERWIJLEN BIJ FRANCISCUS VAN ASSISI
'Franciscus' levenseinde’ – 3
Op een nacht had Franciscus erg veel te lijden van zijn kwalen. De pijnen waren zo hevig dat hij de hele nacht bijna geen ogenblik rustig kon blijven liggen of slapen. Tegen de morgen nam de pijn wat af en liet hij alle broeders bij zich komen die daar woonden. Hij liet zijn blik peinzend over hen heengaan.
Beginnend bij de eerste de beste legde hij zijn rechterhand op het hoofd en zegende hen. En in hen zegende hij alle broeders die in de broederschap waren en er ooit in de toekomst nog in zouden komen. Hij kon er zich maar moeilijk bij neerleggen dat hij niet al zijn zonen en broeders voor zijn dood terug zou zien.
Nadat hij allen gezegend had, vroeg hij hun wat broden te brengen en zegende die ook. Omdat hij er zelf te zwak voor was, liet hij ze door een broeder in stukjes breken. Hij nam die, gaf iedere broeder een stukje en drong er bij hen op aan het helemaal op te eten. Zoals de Heer immers op de donderdag voor zijn dood met zijn apostelen de maaltijd had gebruikt, zo wilde Franciscus de broeders voor zijn dood zegenen en dat gezegende brood laten eten.
Een van de broeders heeft een stukje van dat brood bewaard. Na de dood van Franciscus zijn enkele zieken die daarvan gegeten hebben, meteen genezen.
Uit: ‘Een jaar met Franciscus van Assisi’, door Gerard Pieter Freeman en Erik Kerkhoff
|