EEN WEEK VERWIJLEN BIJ FRANCISCUS VAN ASSISI
'Franciscus' levenseinde’ – 4
'Franciscus' overlijden’
De weinige dagen die Franciscus tot zijn heengaan restten, bracht hij door met lofprijzingen en hij vroeg zijn meest geliefde gezellen Christus met hem te prijzen. Zo goed en zo kwaad als het ging, hief hij de psalm aan: 'Ik verhef mijn stem tot de Heer, mijn stem tot de Heer om erbarmen' (Ps. 142).
Hij nodigde ook alle schepselen uit de Heer te prijzen, en door de woorden die hij ooit zelf gedicht had, spoorde hij hen aan God lief te hebben.
Ja zelfs de dood zelf, toch voor iedereen verschrikkelijk en afschuwelijk, spoorde hij tot die lofprijzing aan. Opgetogen ging hij haar tegemoet en nodigde hij haar bij zich uit: 'Wees welkom, mijn zuster Dood.
Tegen zijn dokter zei hij: 'Vertel me maar onverbloemd, broeder dokter, dat mijn dood nabij is, want voor mij is het de deur naar het leven.
Tot slot richtte hij zich tot zijn broeders: 'Wanneer jullie zien dat ik stervende ben, leg me dan naakt op de grond. Laat me daar als ik dood ben nog zolang liggen als iemand nodig heeft om de afstand van een mijl af te leggen.
Eindelijk kwam dan dat moment. Nadat de geheimen van Christus zich aan hem voltrokken hadden, steeg hij gelukzalig op naar de Heer.
Uit: ‘Een jaar met Franciscus van Assisi’, door Gerard Pieter Freeman en Erik Kerkhoff
|