'HERFST'
Ik ben een herfstlijke boom, verdord,
bewonderd om zijn vruchteloze kleuren;
wil deze schijnbloei van mijn takken scheuren
en maak het najaar van mijn schande kort.
Hoor het gebed, dat in mijn takken mort,
hoe ik begeer te bloeien en te geuren,
hoe ik verlang het hangend fruit te beuren,
dat ik ontvanklijk voor het leven word!
Kom met uw wind de dorre blaren dunnen
en let niet op het schreiende geluid
van blaren die toch niet meer groenen kunnen.
Schud met uw wind de dode blaren uit
en wil mij toch uw nieuwe leven gunnen,
vruchtbaarder, bloeiender, met blad en fruit.
Piet Penning de Vries S.J.
|