GEBED VAN EEN SCHOENLAPPER
Een schoenlapper vroeg de rabbijn Isaac van Ger: 'Wat moet ik met het ochtendgebed aanvangen? Mijn klanten zijn arme mensen die het met één paar schoenen moeten stellen. ‘s Avonds laat brengen ze hun schoenen en de hele avond en een stuk van de nacht ben ik ermee in de weer. Vaak ben ik ‘s ochtends nog aan het repareren om zeker nog klaar te zijn voor ze gaan werken. Hoe moet dat nu met mijn ochtendgebed?'
'Hoe heb je dat probleem al die tijd opgelost?' vroeg de rabbijn. 'Soms hol ik op een drafje door mijn gebed heen, maar dat geeft wroeging. En soms laat ik het gebedsuur gewoon voorbijgaan, maar ook dan voel ik me niet op mijn gemak. Iedere keer als ik dan mijn hamer op een schoen laat neerkomen, hoor ik mijn hart zuchten: wat voor sukkel ben ik toch dat ik niet eens mijn ochtendgebed kan bidden.'
‘Als ik God was’, zei de rabbijn, 'dan zou ik die zucht hoger aanslaan dan een gebed.'
Anthony de Mello
|